Italië
Italië is mede-grondlegger van het festival, niet in het minst doordat het nog altijd wild-populaire festival van San Remo als voorbeeld diende voor de eerste Eurovisie-editie in 1956. Vaak, maar niet altijd, werden overigens de winnaars van dat San Remo-festival aangeduid als deelnemer voor het Eurovisie Songfestival.
Italië is geen trouwe deelnemer geweest: in de jaren tachtig en negentig ontbrak het land tijdens de helft van de edities, en in het nieuwe millennium haakten de Italianen pas weer in 2011 aan (maar werd toen wel direct weer tweede).
Winst was er in 2021 met de band Måneskin met hun Zitti e buoni en daarvoor in 1990 (met Insieme: 1992 van Toto Cutugno) en vooral in 1964, toen de Italiaanse zangeres Gigliola Cinquetti na het zingen van haar Non ho l'eta zo lang applaus kreeg dat ze een tweede keer terug moest komen om nog eens te buigen - een unicum in de songfestivalgeschiedenis.
De Italianen leverden ook festivalklassiekers die niet wonnen, zoals I treni di Tozeur, uit 1984, en Gente di mare uit 1987 en Soldi in 2019. Maar de allerbekendste hit is Nel blu dipinto di blu van Domenico Mudugno uit 1958. Het lied werd derde, maar onder de titel Volare werd het een song die de halve wereld mee kan zingen.
Italië maakt deel uit van de Big Five: de landen die de grootste financiële bijdrage leveren aan het festival en dus rechtstreeks geplaatst zijn voor de finale, en van die grote vijf is het veruit het best scorende land: in de laatste tien jaar kwam Italië maar twee keer niet in de top tien - en won dus zelfs in 2021.