Een Billboard Hot 100-hit verliest, een band van rockende monsters wint, een podium puilt uit met vier verschillende winnaars. Mensen kijken geschokt naar het scorebord: is dit het Songfestival? Ja, natuurlijk, want het Songfestival zoals we dat nu kennen, komt grotendeels voort uit op z’n minst omstreden gebeurtenissen uit het verleden. We bespreken zeven momenten waarop de EBU een regel introduceerde of veranderde na een controverse in de score.


 1. EERLIJK EN OPEN!

Nieuwe regel:

  • Landen mogen niet meer op zichzelf stemmen.
  • Er komt een scorebord.

Geïntroduceerd in: 1957

nadat: Zwitserland zichzelf naar de winst stemt?

Zwitserland wint het eerste Eurovisiesongfestival in 1956, gehouden in eigen land. In principe wordt elk land vertegenwoordigd door een tweekoppige jury. De jury van Luxemburg kan er niet bij zijn, waarna besloten wordt dat Zwitserland namens Luxemburg zal stemmen. De nationale jury’s gaan tijdens een muzikaal intermezzo achter de schermen in beraad. Microfoons en camera’s blijven in de zaal, niemand doet verslag en er is geen scorebord. Vervolgens wordt alleen de winnaar bekendgemaakt.

Of de Zwitserse jury door nationalistische neigingen wordt bewogen en moedwillig de eigen inzending een steuntje heeft gegeven, is nooit bewezen. Wel is het opvallend dat in een jaar waarin Zwitserland theoretisch het voordeel van de jury heeft, ook daadwerkelijk wint.


2. TIE RULE, HANDEN OMHOOG!

Nieuwe regel: In het geval van een gedeelde eerste positie, wordt er een sing off georganiseerd, en wordt de winnaar bepaald door handen te tellen. (Later wordt de tie rule aangepast.)

Geïntroduceerd in: 1970

nadat: er precies vijftig jaar geleden, in 1969, vier landen winnen.

Er klinkt gegrinnik vanuit de zaal in het Teatro Real in Madrid. Portugal geeft telefonisch de punten door en zet drie landen aan kop, namelijk Nederland, Frankrijk en Spanje, elk met achttien punten. Dit waren de stemmen uit Portugal. ‘Bonsoir, merci bien Portugal. Bonsoir’, zegt Laurita Valenzuela, de presentatrice van de avond, terwijl ze vertwijfeld op haar blaadje spiekt. Dus we zijn nu aangekomen bij… dus de winnaar is – o nee, Finland moet nog. O ja, dat is waar ook, zegt ze, mijn fout. Er is nog één stemmend land te gaan.

Laurita wordt gebeld door Finland, en Finland zegt: ‘United Kingdom… one vote.’

Er gaat een schokgolf door de zaal. Het Verenigd Koninkrijk komt nu ook op achttien punten. Vier landen staan op dezelfde winnende positie… tijdens de laatste stemronde. Maar Finland heeft nog vijf punten te verdelen. Het is rustig afwachten tot één van de andere drie landen –

‘Sweden… three votes.’

Zweden komt op acht punten. Nog maar twee punten over. Deze moeten toch toegekend kunnen worden aan één van de –

‘Switzerland, two votes.’

Laurita herhaalt op haar gangbare toon: ‘La Suisse, deux votes.’ Daarna valt er een stilte. Is het waar? Is het echt zo? Dit kan niet. Is het echt zo?

‘And that completes the voting of the Finnish jury.’

De zaal ontvlamt. Er klinken geschokte geluiden. De camera blijft lang hangen op het scorebord. De Spaanse commentator herhaalt nog maar eens wat er gebeurd is. Een shot op de zaal. Hier is een ironisch applaus gaande. Mensen wippen heen en weer op hun stoelen, hebben een lachbui of staan op en draaien zich weg van het podium. De presentatrice plukt aan haar haar en lacht nerveus. Ze kijkt naar de EBU-jury. Wat nu?

Ze krijgt uitsluitsel. Er zijn vier winnaars. Ze staat het publiek te woord, om orde op zaken stellen. De punten kan ze niet in het gareel krijgen, misschien wel het publiek, en ze wendt zich weer tot de EBU-jury. Moeten ze allemaal…?

Ja, allemaal een trofee. En allemaal op het podium voor de reprise. Het publiek is sympathiek en wil het de vier artiesten, namelijk Lulu, Lenny Kuhr, Salomé en Frida Boccara, vergeven; zij worden sportief toegejuicht en uitgezwaaid na hun reprises. Toch is bij elke betrokkene een lichte verbluftheid zichtbaar, van de dirigent voor Spanje die breed naar de camera grijnst tot Lulu die met een ‘Oh my God what’s happening’-gebaar het podium betreedt om haar trofee in ontvangst te nemen.

Hoe dan ook, de beduusdheid verandert na deze avond in protest, en Portugal, Zweden, Noorwegen en Finland doen het volgende jaar niet mee.


3. EUROPE, START VOTING NOW!

Nieuwe regel: Televoting.

Geïntroduceerd in: 1997

en genormaliseerd in: 1998

nadat: de jury onachtzaam blijkt voor de stem van het volk.

In 1996 doet Gina G mee, namens het Verenigd Koninkrijk. Haar nummer Ooh ah just a little bit is een nummer 1-hit in het Verenigd Koninkrijk en Israël, en bereikt de top-10 in tien andere landen. Op de Amerikaanse Billboard Hot 100 bereikt het nummer de twaalfde plaats, en het is daarmee de op vijf na grootste Eurovisie-hit in Amerika.

Op de avond van het festival waardeert de Europese jury Gina’s bijdrage ‘slechts’ met een achtste plaats. In hetzelfde jaar wordt de Duitse publieksfavoriet Leon nog vóór aanvang van het festival door de jury uitgeschakeld. Hierover later meer.

In 1997 neemt televoting een voorzichtige start; vijf van de 23 landen laten voor het eerst het televisiekijkende publiek beslissen. Paul Oscar, de inzending van IJsland, krijgt in totaal 18 punten, waarvan 16 afkomstig zijn van deze vijf landen. Voor het eerst wordt de frictie tussen jury en publiek letterlijk in de score aangetoond.

Vanaf 1998 beveelt de EBU alle nationale omroepen aan om televoting in plaats van jury’s te gebruiken.


4. EUROPE, CHOOSE ENGLISH – EHHH… UNE LANGUE DE VOTRE CHOIX!

Nieuwe regel: Keuzevrijheid in gezongen taal.

Geherintroduceerd in: 1999 (Van 1956 tot en met 1965 en van 1973 tot en met 1976 is deze vrije taalregel ook van kracht.)

nadat: Engelstalige landen domineren in de jaren ’90 (en dan met name Ierland).

Sinds 1977 is er een taalregel van kracht, die voorschrijft dat elk ingezonden lied in één van de moedertalen van het desbetreffende land gezongen moet worden.

In 1992 wordt de top 3 gevormd door de drie Engelssprekende landen: Ierland (1), Verenigd Koninkrijk (2) en Malta (3). In 1993 wint opnieuw Ierland, en wordt het Verenigd Koninkrijk opnieuw tweede. In 1994 wint opnieuw Ierland. In 1995 wint… Noorwegen, met Nocturne, een bijna volledig instrumentaal nummer, op twee frasen aan het begin en aan het eind na. In 1996 wint opnieuw Ierland. In 1997 wint het Verenigd Koninkrijk en wordt Ierland tweede. We kunnen concluderen dat, in de aanloop naar de definitieve verbreking van de taalregel, de internationale jury’s niet vies zijn van de Engelse taal.

Een concrete aanwijzing voor de motivatie achter de veranderde taalregel wordt in de Rules of Eurovision 1999 niet genoemd. Feit is wel dat de resultaten van de drie Engelssprekende landen sinds de invoer van de regel achteruitgegaan zijn. Het Verenigd Koninkrijk verwerft nog één derde (2002) en één vijfde plaats (2009); Ierland verwerft nog één zesde plaats, één tiende en één achtste plaats (respectievelijk in 2000, 2006 en 2011). Malta presteert sinds 1999 het best, met twee tweede plaatsen (2002 en 2005), twee achtste plaatsen (2000 en 2013) en één negende plaats (2001).


5. EUROPA, WE BREIDEN UIT!

Nieuwe regel: invoering van de halve finale

Geïntroduceerd in: 2004

nadat: de toestroom van nieuwe landen niet ophoudt.

Dit verhaal begint in de jaren ’90. De val van de Sovjet-Unie en de Balkanoorlog, resulterend in de splitsing van twee grote landen, zorgen voor een flinke verruiming van het deelnemersveld. In 1993 willen zeven landen debuteren. In 1994 komen daar nog eens drie landen bij. Denkend aan het publiek, dat een behapbare tv-avond wenst, probeert de EBU de regen op te vangen. De oplossingen die ze bedenken, zoals het organiseren van een voorronde voor alle ‘nieuwe’ landen en het uitsluiten van slecht scorende landen, zijn niet geschikt voor de lange termijn.

In 1996 probeert de EBU een permanente oplossing uit. Over Gina G hebben we het al gehad. Het jaar 1996 zal ook herinnerd worden door een voorronde, die opvalt doordat deze geruisloos aan het publiek voorbijgaat. 29 landen strijden tegen elkaar om een ticket te bemachtigen voor het Songfestival; zes hiervan moeten afvallen. De jury luistert alleen naar de audio en velt op basis daarvan zijn oordeel. De voorronde wordt niet uitgezonden, dus uitgeschakelde inzendingen blijven dit hele Eurovisieseizoen doodstil.

Onder de zes landen die uitgeschakeld worden, bevindt zich ook Duitsland; dit terwijl het deelnemende lied (Planet of Blue van Leon) in de nationale selectie met overmacht heeft gewonnen en steun heeft gekregen uit de hele televotende natie. Stel je voor, miljoenen mensen hebben zin in het Songfestival. Ze zijn trots, want ze hebben het lied zelf naar de winst gestemd, en zitten te wachten tot hun Leon alle harten van Europa verovert met zijn eigentijdse techno-hit in spe… maar dan staat er een interne jury met koptelefoons voor de deur van het Songfestival, om alle liedjes nog eens goed te keuren, en ze wijzen de troef af. De gouden inzending, die het had moeten doen voor Duitsland, blijft ongezien en heeft officieel nooit deelgenomen.

De EBU keert het jaar daarop terug naar de eerdere methode, namelijk het uitsluiten van slecht scorende landen.

In 1998 komt FYR Macedonië (nu Noord-Macedonië) erbij… in 2000 komt Letland erbij… in 2003 komt Oekraïne erbij…

Goed dan!
Het wordt een halve finale.


6. EUROPA, WE BREIDEN (NOG EEN KEER) UIT!

Nieuwe regel: Er komt een halve finale bij, en landen die vaak op elkaar stemmen worden uit elkaar getrokken en verspreid over de twee halve finales.

Geïntroduceerd in: 2008

nadat:

  • direct geplaatste landen laks lijken te zijn.
  • West-Europa klaagt over Oost-Europa.
  • één halve finale simpelweg te groot is.

Sinds de invoering van de halve finale in 2004 is er een regel van kracht waarbij veertien landen automatisch geplaatst worden voor de finale, zonder tussenkomst van de voorronde. Dit zijn ten eerste de tien best scorende landen van het vorige jaar, en ten tweede de vier grootste geldschieters van het festival, kortweg de Big Four, bestaande uit het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Duitsland en Spanje. De andere 20+ landen moeten in de halve finale strijden om de overige tien plekken. Leggen we voor elk jaar het scorebord van de halve finale naast het scorebord van de finale, dan valt er een patroon te ontdekken.

In 2005 hebben zeven van de landen in de uiteindelijke top-10 eerst hun plek moeten veroveren in de halve finale. In 2006 zijn dit er acht. In 2007 bereikt Moldavië in de finale precies dezelfde plaats als in de halve finale, namelijk de tiende plaats. Toeschouwers, fans en journalisten concluderen dat de halve finales kwalitatief hoogstaander zijn dan de finales, en beginnen zich af te vragen of direct geplaatste landen wellicht minder hun best doen.

In 2007 komen er ook nog andersoortige klachten over de halve finale, afkomstig uit West-Europese landen. Alle tien landen die vanuit de halve finale doorstromen naar de finale, zijn gelegen in Midden- of Oost-Europa. Dit zijn: Bulgarije, Wit-Rusland, Georgië, Moldavië, Servië, Macedonië, Hongarije, Slovenië, Turkije en Letland. Deze trend wordt doorgezet in de finale, waarin de top-15 volledig bestaat uit Mid- of Oost-Europese landen. West-Europa wordt dat jaar gevoed in de aanname dat Oost-Europese landen alleen maar op elkaar stemmen.

Een andere klacht over dit jaar is dat de halve finale, met 28 deelnemers, veel te omvangrijk is en de spoeling veel te dun.


7. EUROPE, START VOTING NICELY!

Nieuwe regel: herinvoering van de jury’s. De score wordt voor 50% bepaald door de jury’s en voor 50% door de televoters.

Geïntroduceerd in: 2002

en opnieuw in: 2009

nadat:

  • de startvolgorde bepalend blijkt voor de score;
  • zogenaamde ‘novelty acts’ zegevieren.

In 1998 wordt televoting de norm. Na vier jaar televoting ontdekt de EBU een patroon in het stemgedrag: landen die later op de avond aan de beurt zijn, scoren hoger dan landen die vroeg aan de beurt zijn. In 2001 is dit het duidelijkst te zien: negen van de top 10-landen treden aan in de tweede helft. Om de invloed van de startpositie op de score in te perken, plaatst de EBU een warme oproep aan de deelnemende landen om een mix van 50 procent televote en 50 procent jury te hanteren. Hier blijkt weinig animo voor. De helft van de landen organiseert alsnog 100 procent televote.

In 2003 verdwijnen de jury’s weer uit het stemsysteem. Wel gaat er voor elk land een back-up-jury naar het songfestival. Andorra, Monaco, Albanië en Moldavië zijn regelmatig aangewezen op deze jury.

Zo ook in 2006. Monaco en Albanië geven in dat jaar geen enkel punt aan het winnende Finland. Er is maar één ander land dat Finland geen punten geeft, namelijk Armenië. De Finse hardrockband Lordi, waarvan de leden in monsterpakken gehuld zijn, wordt vaak aangehaald als de klassieke novelty act. Dat de jury’s hier niet in meegaan, is treffend voor het verschil in stemgedrag tussen jury’s en televoters.

En zo ook in 2007. Andorra geeft dat jaar geen enkel punt aan Servië, Albanië geeft één punt aan Servië; dit terwijl Servië bij de meeste landen in de top-5 staat en uiteindelijk wint. Albanië en Andorra zijn ook twee van de twaalf landen die dat jaar punten geven aan Duitsland. Volgens diverse internetfora had Duitsland gewonnen als de back-up-jury’s door alle landen waren ingezet. NDR-journalist Thomas Schreiber zou hiervoor het bewijs hebben geleverd (meer daarover hier, hier en hier). Duitsland, vertegenwoordigd door de jazz-zanger Roger Cicero, wordt dat jaar in de harde televote-werkelijkheid slechts negentiende.

Svante Stockselius (van de EBU) komt in 2008 met de volgende verklaring, waarin tevens naar voren komt dat het patroon in de stemming zich heeft voortgezet: ‘Nothing is more democratic than the vote of the public. But a jury takes the opportunity to listen to the songs several times, before they make up their minds. In Belgrade, we saw a difference in judgment of the public and the back-up juries, and we believe a combination will make the show more interesting.’

De terugkeer naar het 50/50 systeem is een feit.