Het is 1976, en het Songfestival is na de winst van Teach-In op eigen bodem neergestreken. In het Congresgebouw in Den Haag, om precies te zijn. In een deelnemersveld vol popbands die disconummers brengen, is de zangeres voor Griekenland een vreemde eend in de bijt. Haar naam is Mariza Koch. Ze zingt een weeklacht in traditionele stijl, en spreekt daarmee een vers trauma uit van een hele natie: Panagia mou, Panagia mou (Mevrouw, oh mevrouw).

Over een eiland
Voordat we ons naar het Congresgebouw van Den Haag verplaatsen, is het goed om te beginnen met een stukje voorgeschiedenis… over het eiland Cyprus.
Tot de zomer van 1974 leefden Turkse en Griekse gemeenschappen hier in gemixte dorpen met elkaar samen. Maar dat zou snel veranderen. Griekenland, in die tijd een militaire dictatuur, pleegde op 15 juli 1974 in samenwerking met de Nationale Cypriotische Garde een staatsgreep. De Helleense Republiek Cyprus werd gesticht, met de bedoeling om het eiland uiteindelijk als Grieks grondgebied te annexeren. Als antwoord hierop begon Turkije op 20 juli een militaire invasie op het eiland, om de Turkse gemeenschap te verdedigen. De Griekse en de Grieks-Cypriotische troepen vielen daarop Turkse enclaves aan. Gevechten escaleerden en de dreiging van een oorlog tussen Griekenland en Turkije werd alsmaar groter. Dat was niet het plan! De bedoeling was een geleidelijke annexatie! Verschillende hoge Griekse officieren zegden hun vertrouwen in de regering op, en dat betekende, slechts acht dagen na de staatsgreep, het einde van de Griekse dictatuur. De vrede was hersteld, zou je zeggen.

Groene lijn
Maar Turkije bleef. Het land breidde zelfs zijn territorium uit, bezette het noordelijke deel van het eiland, en verbande de vele Grieks-Cyprioten uit hun gebied. De VN grepen in om de vrede tussen noord en zuid langs de zogenaamde ‘groene lijn’ te bewaken, en zo was de definitieve splitsing van het eiland Cyprus een feit.
Griekenland houdt er een nationaal trauma aan over, en neemt dit gevoel twee jaar later mee naar het Songfestival in Den Haag.

‘Herkenbaarheid voorop’
Radiocommentator Willem van Beusekom leidt de avond in: ‘Wat mag u verwachten vanavond? Kwalitatief niet al te bijzondere liedjes en zeker niet liedjes die voldoen aan de officiële doelstelling van het festival, namelijk het stimuleren van een uitzending van oorspronkelijke liedjes van hoge kwaliteit op het gebied van de lichte muziek. U mag zeker een vraagteken zetten bij de oorspronkelijkheid, want de meeste liedjes die u hoort vanavond zijn combinaties van hits van het afgelopen jaar, mixages waarvan je kan zeggen: herkenbaarheid staat voorop.’

Exotisch
Sommigen gaan nog verder, waaronder Stavros Stavrou Karayanni, een Griekse auteur. Vanuit zijn nationale oogpunt kan hij vertellen dat het hele Eurovisie Songfestival een neo-koloniaal bolwerk is. Het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk winnen het vaakst, zeker tot aan het jaar waar we over spreken, en zijn daarmee culturele kampioen. Zij bepalen de sound die succesvol is, en inheemse oorspronkelijkheid heeft hierin eigenlijk geen plek – tenzij… tenzij de folklore hen in exotische sferen brengt (want ze willen misschien wel een keer naar Griekenland op vakantie).
Hoe dan ook, nu komt Griekenland.

Bouzouki?
Zal het weer een bouzouki zijn? – dat populaire Griekse snaarinstrument dat in West-Europa symbool staat voor inheems Grieks plezier? Hun debuut van twee jaar eerder – vlak voor de Cyprus-kwestie – was zo’n bouzouki-lied, waarin Marinella (de zangeres) zong dat ze in het leven niets anders nodig heeft dan wijn, zee en haar lief. Maar nee. Deze keer geen bouzouki.

Lagouto
Mariza Koch komt op in een plechtig zwart gewaad, gevolgd door een man met een lagouto; een ander snaarinstrument, dat geen exotisch-Griekse taveerne-sfeer ademt, dat geen simpel herkenningsteken is waarbij mensen met hun vingers knippen en roepen: ‘Griekenland!’ Nee, het is meer dan dat; het is een hoofdrolspeler in de historische vertelling van de kleine gemeenschap; de plattelandsgemeenschap, de eilandengemeenschap. De getuige en de bewaker van een erfenis. Mariza Koch zelf werd grootgebracht op het eiland Santorini, ver weg van de grote stad (Athene) waar ze werd geboren, dus ze kan het weten. Zij heeft die erfenis. En het is lastig om die als buitenstaander, als niet-Griekse schrijver van dit artikel, te vatten.

Voor westerse oren
Voor de gemiddelde toeschouwer in het Congresgebouw moet dat ook zo geweest zijn. Als ze al niet bleven steken bij de vraag: ‘is dat geen bouzouki…? Nee…?’
Mariza Koch brengt een lied dat voor westerse oren atonaal en iel klinkt. Vanaf de lagouto-intro bouwt het laag voor laag op naar een vrij dichte textuur van hoge klanken die over elkaar heen tuimelen, zonder dat er een duidelijke baspartij is. Wanneer Mariza inzet, voegt ze hier met haar sopraanstem nog extra hoogte aan toe.

Tenten
De tekst begint met een ideaal plaatje, van velden vol sinaasappelen en olijfbomen, waaromheen de kustlijn glinstert als goud.
Maar dan…
Sto topo afto otan tha pate, oi-oi mana m’
Skines an thite, an thite sti sira
The tha ‘ne camping yia turistes, oi-oi mana m’
Tha ‘ne monaha, monaha prosfiyia

‘Als je dan naar deze plek gaat, oh moeder,
en je ziet de tenten op een rij,
dan is dat geen camping voor toeristen, oh moeder,
dan zijn dat alleen maar vluchtelingen.’

En het wordt later nog grimmiger.

Kruisen
‘Als je nieuw gegraven land ziet, oh moeder, dan zijn dat geen vruchtbare velden. Daar zullen kruisen worden geplaatst, oh moeder, die zullen vergaan met de tijd.’
Het lied bouwt sterk op en krijgt in het refrein een stampend en pompeus ritme, dat nog extra stuwkracht krijgt door de hard exhalerende koperblazers.
Panagia mou, Panagia mou, parigora ti karthia mu
Panagia mou, Panagia mou, parigora ti karthia mu
‘Mevrouw, oh mevrouw, kalmeer mijn hart
Mevrouw, oh mevrouw, kalmeer mijn hart’

Rauwe emotie
Het lied is niet bedoeld om mooi te zijn voor West-Europese oren; het is bedoeld om een ziel bloot te leggen. Het is een protestsong vol rauwe emotie.
Het ritme heeft niks te maken met de four-on-the-floor disco beats die de avond domineren. Elke drumslag voelt als een gecontroleerde uitbarsting van emotie. Aan het eind wordt het lied nog extra provocerend; cymbalen produceren een venijnig gesis op elke eerste beat. Mariza vliegt hier met een indrukwekkende vocale improvisatie overheen – en kijk ook naar de dirigent die vraagt om meeerrr… meeeerrrr!! En dan opeens is het lied klaar.

Te traditioneel
Griekenland eindigde met twintig punten op de dertiende plaats, in een veld van achttien deelnemers. Misschien niet heel verrassend. Zelfs uit haar eigen land kreeg ze voorafgaand aan het festival kritiek uit sommige hoeken, schrijft Karayanni; het nummer was té traditioneel, het paste niet in de mondaine sfeer van het festival, Griekenland moest niet zo achter de feiten aanlopen. Maar Mariza Koch heeft toch iets gedaan wat veel zangers en zangeressen die avond niet durfden: haar ziel blootleggen.


Lees hier onze vorige Eurovisievondsten:
Mahmood – Eternantena
Monique Melsen – Pomme pomme pomme
zalagasper – Box
Blanche – Empire
Korni Grupa – Moija generacija
Filipe Sambado – Gerbera amarela do sul
Madcon – Glow
The Starlings – My town
Loïc Nottet – Mr/Mme
GreenJolly – Razom nas bahato
Karin Park – Human beings
Münchener Freiheit – Viel zu weit
Lauris Reiniks – Dīvaini mierīgi
The Roop – Yes, I do
Big Brovaz – Big bro thang
Erika Vikman – Cicciolina
Ermal Meta – Finirà bene
Edyta Górniak – Grateful
Loreen – Statements
Patricia Kaas – La maison en bord de mer
Dotter – Bulletproof
Miki Núñez – Me vale
Diodato – Il commerciante