Ze zong al eens over iconische vrouwen (Mademoiselle chante le blues), oppermachtige vrouwen (Où sont les hommes) en peinzende vrouwen (Il me dit que je suis belle). Maar nog nooit zong Patricia Kaas, die in 2009 knap achtste werd op het Songfestival, over déze vrouwen. ‘We zijn geneigd hun problemen weg te stoppen, te ontkennen. Maar we moeten erover praten.’

Carrière
Voor, tijdens en na het Songfestival ligt de wereld aan haar voeten. Als petit protégé van filmster Gerard Depardieu (inderdaad, de kortademige Obelix en de cocaïneverslaafde burgemeester uit de Netflixserie Marseille) breekt Patricia Kaas eind jaren tachtig door. Van haar debuut Mademoiselle chante… worden – alleen al in Frankrijk – meer dan anderhalf miljoen exemplaren verkocht. En in de jaren die volgen, houdt het succes aan.

Diamant 
Neem als voorbeeld 2003 – het jaar waarin Love Actually, de ongeëvenaarde kerstklassieker, in de bioscopen draait. Vanuit de fluwelen bioscoopstoeltjes klinkt er zo nu en dan geneurie als Too lost in you van de Sugababes voorbijkomt. Maar wat bijna niemand weet, is dat het origineel van Patricia Kaas is. Luister maar. En ook haar Eurovisiealbum Kabaret (2008) blijft niet onopgemerkt: goud in eigen land, een diamanten status in Rusland. Maar eind 2013 begint de machine te haperen. ‘Ik had een burn-out,’ vertelt Kaas enkele jaren later. ‘Ik realiseerde me dat het niet goed ging en kreeg hulp.’ En dan opeens is het stil. Misschien wel stiller dan ooit.

Pijnlijk
Eind 2016 wordt de stilte doorbroken. Met een album vol pijnlijke en geëngageerde liederen waarbij geen thema ongemoeid blijft. Eén van de liedjes, La maison en bord de mer (‘Het huis aan zee’), gaat over een onuitsprekelijk lijden. Kaas vertelt: ‘Het is gek dat er zo weinig wordt gesproken over zo’n belangrijk onderwerp.’ Toch vraagt Bertrand Lamblot, die Kaas artistiek begeleidt, zich in eerste instantie af of het nummer wel bij haar past. Dus of ze naar zijn kantoortje wil komen. Lamblot, die jarenlang Johny Hallyday (de Elvis van de francofone wereld) coachte, gebaart dat ze moet zitten en begint met: ‘Ik weet dat je ruimdenkend bent, dat je niet van barrières houdt. Maar dit lied…’ En dan komen de klanken en is het opnieuw stil. Zo’n tweehonderdvijftien tellen. Wie weet hoeveel langer.

Taboe
La maison en bord de mer gaat over een meisje dat misbruikt wordt door haar oom. Zomer na zomer na zomer, in een huisje aan zee. Maar niemand die begrijpt waarom ze haar gezicht afwendt en huilt. (Elle pleure face contre terre). En niemand die begrijpt waarom ze steeds maar weer verlangt naar de maand september, naar het nieuwe schooljaar (Elle voudrait déjà voir septembre).

En dan, bij het benzinestation,
zegt haar instinct haar te vluchten
over de vluchtstrook,
in de koplampen, zonder na te denken.
Ergens wat welwillendheid vinden,

wat levensenergie terugvinden,
eindelijk haar geweten verlichten
en dan wakker worden,
en overleven,
overleven
overleven
in dat huis bij de zee
en de man die daar woont,
die man die haar dwong te doen,
te doen wat ze niet wilde.

Betrokken
De zomer na de albumrelease is er op verschillende Franse radiostations een spotje te horen. Doel? Geld inzamelen om incest bespreekbaar te kunnen maken. Middel? La maison en bord de mer van Patricia Kaas. Niet luid, maar subtiel, op de achtergrond. Kaas: ‘Is het schaamte of arrogantie om zo iets binnen de eigen familie te houden? We praten er te weinig over.’ En, vertelt ze verder, het is er de afgelopen jaren niet echt beter op geworden. ‘Ik ben geen geëngageerd kunstenaar, tenminste nog niet, maar zeg nooit nooit… Ik gooi niet zomaar iets op tafel om vervolgens te zeggen: “We moeten iets doen!” Maar ik merk wel dat ik emotioneel betrokken ben. Er moet verteld worden dat dit bestaat. We moeten ons er bewust van zijn. Het komt veel vaker voor dan we denken.’

Bataclan
Een activiste voelt Patricia Kaas zich niet. Tenminste, nóg niet. ‘Ik heb nooit voor een zaak gevochten. Maar de laatste jaren ben ik veranderd, en ben ik klaar om de stap te nemen, om me er meer voor open te stellen. Vooral de aanslagen in Parijs hebben me veranderd.’ Een reeks gebeurtenissen waaraan Kaas refereert in weer een ander lied: Le jour et l’heure. Kaas: ‘Wanneer er een dramatische gebeurtenis in je leven plaatsvindt, bijvoorbeeld een sterfgeval, dan herinneren we ons vaak de dag en het tijdstip. Als er sprake is van goed nieuws, weten we dat soort dingen al gauw niet meer. En ja, natuurlijk is het een verwijzing naar de aanslagen.’ De terrassen waren vol en het gelach vloog weg. ‘Want toen we aan het album werkten, zaten we middenin de puinzooi. Maar ik heb deze thema’s – deze onderwerpen – niet besteld. Ik heb niemand gevraagd te schrijven over gehavende vrouwen.’

Kracht
Dat laatste lijkt ze dan ook enigszins te willen compenseren met Adèle, een lied waarin Kaas een tienermeisje uitlegt dat het leven van een volwassen vrouw niet altijd even gemakkelijk is. Deels autobiografisch, deels bemoederend. Over haar eigen ervaring als jongvolwassene in de muziekindustrie: ‘Het is een wereld waarin veel mannen rondlopen die een vrouw bekijken vanuit de gedachte: “Gaat het haar wel lukken?” Toen ik dat liedje zong, voelde ik mij voor het eerst een beetje als een moeder die haar meisje wijze raad geeft. Misschien wilde ik zelf wel gewoon Adèle zijn…’
Laten we een wandeling maken, schatje.
Laten we gaan rennen met een zwaard in onze hand.
In feite richt ze zich, via Adèle, tot alle vrouwen: vecht, en blijf vechten. Want sterker, dat zijn we.


Lees hier onze vorige Eurovisievondsten:
Mahmood – Eternantena
Monique Melsen – Pomme pomme pomme
zalagasper – Box
Blanche – Empire
Korni Grupa – Moija generacija
Filipe Sambado – Gerbera amarela do sul
Madcon – Glow
The Starlings – My town
Loïc Nottet – Mr/Mme
GreenJolly – Razom nas bahato
Karin Park – Human beings
Münchener Freiheit – Viel zu weit
Lauris Reiniks – Dīvaini mierīgi
The Roop – Yes, I do
Big Brovaz – Big bro thang
Erika Vikman – Cicciolina
Ermal Meta – Finirà bene
Edyta Górniak – Grateful 
Loreen – Statements