In 2004 besloten de organisatoren van het Eurovisie Songfestival dat er een halve finale nodig was om tot een finaal deelnemersveld te komen. Vanaf 2008 werden dat er zelfs twee. Maar in de allereerste halve finale ooit was het een nieuw gevormd duo, Re-union, dat zich voor Nederland diende te kwalificeren. Dat lukte zonder problemen, al was vervolgens de uiteindelijke twintigste plaats wat teleurstellend. Daarna zou het nog tot 2013 duren, toen Anouk aantrad, voordat die finale opnieuw werd bereikt. Toch hield Re-union vrij kort na het festival op te bestaan en is Paul de Corte nu vooral werkzaam in een heel ander veld: dat van de horeca.
Het optreden in de halve finale:
Wat herinner je je van die Eurovisie-minuten?
Van de optredens zelf, zowel dat in de halve finale als dat in de finale: eigenlijk niks. We hadden lol op het podium, dat weet ik nog wel. Het was gewoon gaaf dat we daar zaten. Eigenlijk hadden we ons de hele dag een beetje verveeld. We moesten als allerlaatste. De laatste tien minuten, toen we dan eenmaal omgekleed en naar de schmink geweest waren en klaarstonden in de coulissen, wachtend tot het liedje van het land voor ons afgelopen was, vond ik verschrikkelijk. Laat het nou maar gebeurd zijn, dacht ik. Uit Milheeze, waar ik vandaan kom, was zo’n veertig man aan familie en vrienden naar Turkije gekomen. Ze hadden oranje shirtjes laten maken, met onze foto erop. We liepen het podium op en ik zocht naar waar ze zaten. Rechtsachter in de hoek zag ik een oranje vlek. Maar wat er daarna gebeurde… nee, daar weet ik weinig meer van.
Was je bang om een fout te maken, of vals te zingen?
Nee, daar maakte ik me helemaal niet druk om. Of ik het liedje nou ’s ochtends om zes uur of ’s avonds om twaalf uur moest doen, die noten kwamen er toch wel uit. Ik vond de vraag of we goed zouden scoren veel spannender. Het moment dat The Netherlands! werd geroepen zal ik nooit vergeten. Dat was kicken, hoor. Ik heb heel hard geschreeuwd. De dag erna hadden we vrij, en toen hebben we met al die vrienden en familieleden op een terras afgesproken.
Hoe ben je begonnen met zingen?
Ik ging in Milheeze bij een jongerenkoor. Er zaten een paar klasgenoten bij, en ik dacht: ach leuk, af en toe in de kerk optreden. Maar op een gegeven moment vertrok de dirigente. Ik was best goed in meerstemmigheid en toen ben ik er – ik was een jaar of zestien, zeventien – zelf voor gaan staan. Van daaruit is het gegroeid en gegroeid.
Wanneer wist je dat je talent had?
Als kind was ik extreem verlegen. Wanneer iemand iets tegen me zei klapte ik dicht. Als ik voor de klas moest komen liep ik met mijn hoofd helemaal naar beneden. Dus ik denk dat het zingen een manier was om toch naar buiten te treden. Het hielp me. Nou ja, ik ben inmiddels zevenendertig en nog steeds ben ik geen beest op het podium. Maar als late puber nam ik zanglessen en ik begon mee te doen aan talentenjachten. Ik was altijd wel heel kritisch naar mezelf. Nog steeds trouwens, er zijn maar weinig opnames waarvan ik denk: ja… dat klinkt wel aardig. Maar goed, in Valkenswaard was er elk jaar een zangwedstrijd in een café, in de Old Dutch. Het eerste jaar, op mijn zestiende, kwam ik tot de halve finale. Het tweede jaar haalde ik de finale, het derde jaar werd ik tweede en het vierde jaar won ik. Nu is het mooi geweest, dacht ik, maar in het vijfde jaar zei mijn toenmalige vriendin: ‘Zullen we met z’n tweeën meedoen?’ En we wonnen weer. Dat gaf bevestiging, en waarschijnlijk zocht ik daar ook naar. Om die onzekerheid kwijt te raken.
En je ging door.
In 1999 en 2000 meldde ik me aan voor Henny Huismans Soundmixshow. Op televisie. Je moest iemand imiteren, dat was heel populair toen. Het eerste jaar wilde ik eigenlijk Robbie Williams nadoen, met Angels, maar ze wezen me een nummer toe van Air Supply, All out of love. Helaas kwam ik niet in de finale. Als jurykritiek kreeg ik: je zingt een duet, en dat is vreemd in je eentje. Ik was toen nog steeds een onzeker, verlegen jongetje, maar achteraf had ik moeten zeggen: hé, júllie kiezen dat nummer voor mij uit! Goed, dat jaar erna heb ik me nog een keer opgegeven. Toen als R. Kelly, met If I could turn back the hands of time. Vlak voor de opnames kreeg ik te horen dat ik een cyste op mijn stembanden had. Ik deed mijn nummer, maar ik was zo hees als ik weet niet wat. Er kwam heel weinig uit, dat was zonde. Een paar weken later werd ik geopereerd en toen ben ik anderhalf jaar uit de running geweest.
Hoe was dat voor je? De verlegen jongen deed mee aan een belangrijke show, dat lukte twee keer niet, en dan ook nog stemproblemen.
Ik gaf niet op. Ik zong zo graag en de muziek was een uitlaatklep. Ik ging op mezelf wonen en kon dan de hele nacht in de kamer zitten met de muziek loeihard aan. Ik ging al mijn favoriete nummers af en ik was gelukkig. Bij bepaalde nummers zat ik met tranen in mijn ogen, en bij een ander nummer kreeg ik dan weer goeie zin. Ja, het was een uitlaatklep.
Trok je je als kind ook zo terug?
We woonden op het platteland, tussen de boeren in, en ik was veel buiten. Als ik tussen de middag thuiskwam van school liep ik eerst de tuin in om te zien welke planten en bloemen er opgekomen waren. Ik was altijd met de natuur bezig, ik wilde tuinman worden.
Wat voor opleiding ben je gaan doen?
Tuinontwerp en tuinaanleg, richting hovenier. Ik heb mijn diploma gehaald en zelfs een paar jaar bij een hoveniersbedrijf gewerkt. Ik ontwierp inderdaad tuinen en legde ze aan, ik deed van alles, zwembaden, bestrating, drainingsinstallaties.
Maar hoe kwam je dan professioneel in de muziek terecht?
Toen ik eenentwintig was besloten mijn zus en ik om ons aan te melden bij Up with people. Dat is een organisatie waarmee jongeren van over de hele wereld een jaar lang rondreizen en voorstellingen geven, om culturen te leren kennen. Je moest daarvoor een bepaald bedrag inleggen, dus we zochten naar baantjes. Iemand wees me op een advertentie in het Eindhovens Dagblad. Een producer in Waalre, Ed van Otterdijk, was op zoek naar een jongen voor een boyband. De band heette All of us, bestond al een tijdje en zocht een vervanger. Ik dacht: het kan nooit kwaad om auditie te doen, en toen werd ik het. Daar moest ik fulltime mee bezig zijn, dus heb ik mijn baan als hovenier opgezegd.
Was het een succesvolle band?
All of us heeft nog zo’n anderhalf, twee jaar bestaan. In Nederland waren er wat kleine hitjes, maar we traden vooral in Duitsland op, bij jeugdevenementen, en dan had je echt wel jankende meiden voor je staan.
Hoe vond je dat, als verlegen jongen?
Nou ja, dat verlegene straalde ik dan toch weer uit, op het podium, en dat vonden die meiden vaak des te leuker. Het was wel raar hoor, ze wilden onze zweethanddoeken meenemen en dat soort praktijken, soms spoorden ze echt niet. In Essen, op een beurs, hadden we in drie dagen tijd anderhalf miljoen bezoekers. En in Berlijn… daar kwamen we in contact met een platenlabel, waar we van alles mee zóúden gaan doen, waar uiteindelijk niets van terechtkwam.
Hoe was het om zo intens met een bestaande groep op te trekken?
We woonden met z’n allen bij Ed en Angelina van Otterdijk. Niet alleen de jongens van All of us, maar ook een paar meiden van Close II You, een groep die een tijdje heel populair is geweest in Nederland. Ed en Angelina waren onze hospita’s, managers, producers en begeleiders. Ja, ik snap dat dat voor een buitenstaander heel vreemd klinkt… Zij vonden dat je, als je wilde doorbreken, op een heel andere manier moest leven. Je kon de studio in wanneer dat nodig was, want die hadden ze aan huis. We kregen mediatraining en zangles, en ik moest allemaal danspasjes in gaan studeren, omdat ik een houten plank was.
Het was een soort opleidingscentrum?
Toen ik er al een tijdje woonde, kwam er een nieuw programma op tv: Starmaker. Jonge talenten werden bij elkaar gezet, en daaruit ontstond een groep. Maar wij hadden zoiets dus ook, alleen: voor ons was het real life. Het was natuurlijk heel anders opeens, voor mij, een boerenpummel van het platteland. Maar dat naïeve vonden ze juist wel leuk. En ik kreeg de kans om gigantisch veel te leren.
Dus Ed en Angelina zijn heel bepalend voor je geweest.
Absoluut.
Als een soort substituut-ouders?
Ja… met een lach en een traan. Ik denk dat mijn grootste onzekerheid en verlegenheid in die jaren over zijn gegaan. Ik heb leren praten. Over het algemeen zijn er hier, op het Brabantse platteland, veel binnenvetters die het niet over gevoelens willen hebben, want daar schieten ze toch niks mee op. Maar als er bepaalde dingen zijn móét je wel, anders trek je het niet. Want de psychische kant is ook wel pittig hoor, als je ineens in zo’n huis woont.
Wat bedoel je? Confrontaties, ruzies?
Nou, ruzies niet echt, maar dingen die misschien ineens spelen… Waarom ben je zoals je bent? Iedereen heeft een bepaalde rugzak. Bij de een is dat een kleintje en bij de ander een grote. En soms is het maar een klein rugzakje, maar je ervaart het als een hele grote. Ja, er zijn wel dingen waar je in zo’n periode mee geconfronteerd wordt. En ik denk dat dat voor mij heel goed is geweest.
Hoe vonden je ouders het?
Vrienden en familie hebben er wel gek tegenaan gekeken. En dat snap ik. Maar je kunt pas weten hoe zoiets is als je er zelf in zit. Er waren mensen die dachten dat het sekte-achtig was, en ook dat kan ik begrijpen, maar dat klopte dus absoluut niet.
Wat gebeurde er toen All of us stopte?
Nadat een van de jongens, Joël, met Idols mee ging doen, viel de groep uit elkaar. Ik bleef er als enige nog een tijdje wonen. Met Fabrizio, met wie ik later Re-union vormde, maar die had intussen ook zijn vriendin leren kennen, dus die was vaak weg. Ik deed studioklussen voor Ed en er waren wat solo-plannen.
Hoe ontstond Re-union?
Dat begon met een Belgische producer die mij benaderde. Hij zocht een zanger die een Borsato-achtig liedje wilde inzingen voor het Vlaamse songfestival. Het nummer heette King of the world, en het was niet verkeerd, maar ze schetsten hoe ze het op het festival voor zich zagen. Ik zou met een mantel en een kroon het podium op moeten. Ik dacht: ik ben Gekke Henkie niet. Ik legde het voor aan Ed en Angelina, en die zeiden: ‘Als we nu eens een mooi, rustig liedje uitzoeken, en dat opsturen voor de Nederlandse voorronde? Kiezen ze het niet, nou, ook goed, maar dan hebben we in elk geval iets ingezonden waar jij achter staat.’ En toen hoorden we dat we gekozen waren.
Dat werd nog een lang Nationaal Songfestival…
Je had vier voorrondes, twee halve finales en de finale. In onze voorronde zat Charly Luske, en Babette Labeij, de zangcoach van Idols, en later van de X-factor en The Voice of Holland. Ook Arno Kolenbrander deed nog mee, met een liedje dat door Johnny Logan geschreven was, dus wij dachten: wat dóén we hier nog. Maar goed, toen kregen we ineens positieve reacties van de jury. Rob Stenders vond het subliem, hij vergeleek ons liedje met More than words van Extreme, ‘ook zo’n wereldhit’, zei hij, en hij vond het ‘perfect uitgevoerd’. En Cor Bakker zei: ‘Mijn muzikale hart gaat helemaal open.’ Daarna kwam de uitslag van de televoting. Negenenveertig procent van de mensen thuis had op ons gestemd. Het ging allemaal met een sneltreinvaart. Want een paar weken later wonnen we dus ook de finale.
Opeens was je bekend. Kon je daarmee omgaan?
De Van Otterdijks hadden een compleet draaiboek gemaakt voor de maanden tussen het nationale en het internationale festival. Dat werkten ze de hele tijd bij. We waren bijna alle dagen van de week onderweg. Eens per veertien dagen hadden we vrij, maar dan was je gewoon knock-out. Vaak vertrokken we om vijf uur in de morgen en kwamen ’s nachts om een uur of één thuis. Optredens, in-stores, interviews bij kranten en radiostations. Er ging bijna geen dag voorbij of we waren wel ergens op televisie. We speelden op Koninginnedag op het 538-podium, dat was kicken, en van daaruit moesten we snel naar een tv-gala, waar we tussen Borsato, Froger, Meeuwis, Bauer en Do stonden.
Hoe ging dat met je privé-leven dan? Toen je bij de Van Otterdijks kwam wonen, had je een vriendin, zei je.
Ja, maar dat duurde nooit langer dan een paar maanden. En wat ik daarstraks over rugzakjes zei… Bij Ed en Angelina werd er over allerlei zaken gesproken, en uiteindelijk durfde ik er voor uit te komen dat ik homo was. Waarschijnlijk was dat anders pas veel later gebeurd.
Hoe ging dat dan?
Een van de jongens van All of us was homo. In het muziekwereldje kwam ik sowieso meer gays tegen. En ik was tweeëntwintig en had nooit langer verkering gehad dan tweeënhalve maand. Dus uiteindelijk werden er wel vragen gesteld, ja.
Door je substituut-ouders?
Mijn substituut-moeder had het eigenlijk niet zo in de gaten. Ed heeft hij me eerst nog geprobeerd te matchen met een zangeres die daar ook woonde. Maar ik zat toen al in de twijfelfase. Nou ja, dan ga je dingen proberen. En op een gegeven moment kwam het ter sprake.
Vond Ed het oké?
Ja, het was daar heel open.
Maar waarom mocht het, in de tijd van Re-union, dan niet naar buiten komen? In interviews met jou ging het alleen maar over vriendinnen.
Nee, nou ja, ik was nog niet volledig ‘out’, hoewel ik wel echt naar jongens neigde. Toen we de voorronde wonnen moest er besloten worden wat ons verhaal naar buiten toe werd. Het idee was: we moeten het publiek van jongere meiden zien mee te pakken, dus ja, dan kunnen ze maar beter niet weten dat je homo bent. Op die manier werd er toen, uit commercieel oogpunt, gedacht. Maar we hadden juist een heel breed publiek, er waren ook oudere vrouwen bij, moeders, en allerlei andere mensen die het gewoon een mooi liedje vonden.
Bovendien heeft het songfestival een groot homopubliek, toch?
Ja, wie weet had het nog kunnen helpen…
Was dat een beslissing van jullie samen, of een managementkeuze van Ed en Angelina?
Het was een managementkeuze, maar ik zeg er eerlijk bij: ik ging ervan uit dat wat zij aangaven goed was. Ik had er destijds ook geen twijfels over.
Hoe kwam het dat Re-union na het festival al zo snel niet meer bestond?
In de halve finale werden we mooi zesde, maar daarna twintigste, in de finale, en dat was verbijsterend. Vooral Fabrizio en Ed hebben toen behoorlijk heftige uitspraken gedaan [Fabrizio: ‘De politiek heeft hier beslist. Dit is geen songfestival, dit is een festival waar het enkel om de show gaat.’ Van Otterdijk riep alle componisten op om geen liedjes meer in te sturen. EV]. Ed is er echt helemaal kapot van geweest. Die zat tegen het depressieve aan. Het heeft maanden geduurd voor hij weer iets gedaan kreeg in de studio. Het leek wel of zijn hart gebroken was. Nu denk ik: er had een tweede single klaar moeten liggen, meteen na terugkomst uit Istanbul. Toen Ed uiteindelijk weer wat beter in zijn vel kwam te zitten, was het gewoon te laat. Fabrizio was behoorlijk teleurgesteld om wat er op het festival gebeurd was. En zelf ben ik er ook nog steeds van overtuigd dat er iets niet klopte.
Hoe bedoel je?
Als je de uitslag van de halve finale bekeek en zag hoe klein het verschil in punten was tussen de eerste zes en de landen die zevende tot tiende waren… Wij hadden geloof ik het dubbele aantal punten van degenen die onder ons stonden. Maar in de finale eindigden juist die landen allemaal boven ons, en wij twee na laatste. Dat is zó vreemd.
Het optreden in de finale:
Vermoed je een foute telling?
Ik weet het niet. we zullen er nooit achter komen. Waar ik wel heilig van overtuigd ben: jij moet net op dát moment, in die drie minuten, iets uitstralen en dat kun je niet namaken, dat is er of dat is er niet. Het kan goed zijn dat wij dat in de halve finale wel hadden, net dát wat de mensen aanspreekt, en dat we het in de finale misten omdat we misschien toch te gespannen waren. Zelf kan ik niet meer zeggen of onze twee optredens nou zo van elkaar verschilden, maar er moet een bepaalde magie zijn… Kijk naar Ilse en Waylon. Als je dat nummer op de radio hoorde, dacht je: moet dit het gaan worden? Maar ik zag ze tijdens de halve finale en dacht: godsamme! Van 2004 naar nu is er trouwens wel veel veranderd. Wij zaten in één halve finale met tweeëntwintig landen, waarvan er maar tien doorgingen. Nu zijn het twee halve finales van zeventien of achttien landen. Waar er ook tien van doorgaan. Toen was er alleen televoting, nu bepalen de vakjury’s de helft van de punten. Dat is een wereld van verschil. Toen was het alleen maar show. Het ene optreden was nog gekker dan het andere. Nu zit er ook nog wel een enkeling zo bij, maar uiteindelijk wint het beste liedje. Het festival is veel mooier geworden.
Jullie traden in de halve finale als laatste op, en in de finale ergens in de eerste helft. In de finale hadden jullie dus een minder gunstige startplek.
Ja, maar zo zeggen ze ook dat de nummers die de mensen al uit de halve finale kennen een voordeel hebben. Het blijft toch gek.
Maar Re-union hield dus op omdat de tweede single te laat was?
Het ebde weg, en je gaat je ook openstellen voor andere dingen.
Woonde je nog bij Ed?
Nee, ik was net voor het songfestival weer tijdelijk bij mijn ouders ingetrokken.
Waarom?
De anderen waren al verhuisd, alleen ik zat er nog. En toen dacht ik: ook wel fijn voor Ed en Angelina om hun privéleven terug te krijgen.
Heb je Fabrizio nog vaak gezien?
Ik heb hem tussendoor weleens gesproken, maar nu al een aantal jaren niet meer. Hij is destijds eerst naar België gegaan, en hij heeft ook nog een eigen Italiaans restaurant in Eindhoven gehad. Ik heb hem een paar keer benaderd om nog eens met Re-union ergens iets te doen. Bij de opening hier, bijvoorbeeld. Maar voor hem is het echt klaar.
En Ed?
Hij is na het diepe dal weer doorgegaan. Toevallig heb ik laatst een repetitie-avond met hem gehad, hij had me uitgenodigd om wat nummers mee te komen spelen. Ze zijn inmiddels wel uit elkaar, Ed en Angelina. Angelina is vorig jaar hertrouwd.
Hoe denk je aan het festival terug?
Ik had het voor geen goud willen missen. En ik zou het voor de kick en de ervaring zo weer doen. Maar dan wel op een andere manier. Ik zou er nu minder op gefocust zijn om een mooi, ingetogen liedje te doen. Ik denk eerder aan een song als This is what it feels like, van Armin van Buuren. Als zoiets ingestuurd wordt kan Nederland winnen.
Wat vind je nu van Without you?
Het is nog steeds een mooi liedje. Ik zou het niet gauw meer zingen, maar dat komt omdat ik met mijn band You and me een ander soort optredens doe. Uiteindelijk gaat het erom wat de mensen willen. Als je op wilt treden zul je het publiek moeten vermaken. Dan moet je entertainment brengen, en dan kun je niet een halfuur mooie liedjes gaan zingen. Tuurlijk, als erom gevraagd wordt zing ik Without you nog wel, maar als er een rustpauze in het optreden moet zijn doe ik liever Bed of roses van Bon Jovi. Want dat zingt iedereen mee.
Heb je je dromen waargemaakt?
In de mappen die mijn moeder bijgehouden heeft, voor en na het songfestival, zit een artikel uit het Eindhovens Dagblad van toen ik een jaar of zeventien was en aan de Soundmixshow meedeed. De kop is: ‘Mijn droom is om ooit een hit in de top-40 te scoren.’ En hé, dat is gebeurd. Maar daarna verleg je je dromen. Dat doe je altijd.
Heb je je dromen moeten verleggen omdat het nu eenmaal zo gegaan is, of omdat je andere dingen leuk bent gaan vinden?
Dat laatste.
Dus je hebt niks opgegeven?
Nee, in mijn beleving heb ik niks opgegeven, nooit. Ik ben op mijn plek in onze eigen zaak, en als we de muziek verzorgen voor een feest dat we hier houden, dan kan ik helpen om de mensen een onvergetelijke avond te bezorgen door zelf nog een paar nummers te zingen. Soms ben ik bang dat ze zeggen: o, daar hedde’m weer – maar dat is het restje onzekerheid dat ik nog in me heb. Ik ben door de muziek ook op zoveel horecaplekken geweest. En ik heb me aan zoveel dingen geërgerd, van chagrijnige bediening tot buffetten waarvan de helft op is. Dat is allemaal in mijn kopje blijven hangen. Alles wat me op andere plekken irriteerde wil ik hier niet hebben. En als onze winstmarges dan kleiner zijn: boeien.
Dit klinkt als een grote, nieuwe passie.
Dat is het ook!
Wat is je doel met de zaak? Waar moeten jullie over een paar jaar zijn?
Ik hoop dat het hier net zo snel gaat als op onze vorige locatie, die we onlangs verkocht hebben. Daar kwamen we vijf jaar geleden in en toen hebben we het van onder nul moeten opbouwen. Maar de afgelopen jaren kwamen alle feesten en partijen vanuit de regio naar ons toe. Als het een beetje mooi weer was hadden we een terras van honderdvijftig zitplaatsen. Op zondag was het een ramvolle bak, met mensen die stonden te wachten tot er een tafel vrijkwam. Dat hopen we hier, in Beringe, ook te bereiken.
Hoeveel procent kans dat dat gaat lukken?
Ik zeg: 99 procent.
En die muziekdroom, waarbij mensen naar je komen luisteren om je eigen nummers?
Ja, eh… Kijk, op zich zou ik echt wel willen ervaren hoe dat is. Maar ik ben me er ook van bewust wat voor gevolgen dat heeft voor je leven. En dat heeft dan weer met die tijd van toen te maken. Als ik puur naar de muziek kijk, dan: ja, geweldig.
Maar?
Maar ik ga er niet bewust zelf mee bezig. Ik zou het wel kicken vinden als we met You and me een paar eigen nummers zouden kunnen gaan doen. Dat wordt dan meteen een heel ander verhaal dan Re-union. Dat was met orkestband of alleen met gitaar. Nu hebben we een band, we kunnen heel andere nummers aan. Maar de andere leden moeten het ook ambiëren. Esther, de zangeres, moet er bijvoorbeeld niet aan denken om overal herkend te worden, dat heeft ze weleens gezegd. Dus dan moet je dat ook niet willen. Het is geweldig om te zien dat mensen uit hun dak gaan als we onze covers spelen en dat is voor mij nu genoeg. De mensen pleasen, heerlijk.
Dus de kans dat je zaak een succes wordt is 99%, maar dat er nog een eigen muziekcarrière komt is niet waarschijnlijk?
Zeg nooit nooit. Zo ben ik dan ook wel weer. Als een producer met een plan komt dat me aanstaat zou ik het doen. Of stel dat ikzelf wat geld beschikbaar heb, dan zou ik zeggen: weet je wat, we nemen nieuwe dingen op. En dat wil ik dan toch graag weer door Ed laten doen, want ik blijf erbij dat hij een hele goede producer is. De manier waarop hij alles aanpakt, daar ben ik gewoon helemaal weg van.
Maar dat kan toch niet, met je horecawerk?
Jawel. Zo’n kans ga ik dan niet opgeven. Nu ben ik hier ook fulltime chef-kok, daar zouden we eventueel iemand anders voor kunnen zoeken.
Een paar jaar geleden deed je mee aan The Voice of Radio, een soort afgeleide versie van The Voice of Holland, in de ochtendshow van Edwin Evers.
Ja, ik heb me nog een paar keer voor wat programma’s opgegeven. En het was gek, elke keer dat ik daar kwam leek het wel alsof ik voorgetrokken werd, zoveel aandacht kreeg ik, ook van de camera’s. Dat zal wel met het songfestival te maken hebben. Tot op het moment dat het programma echt werd opgenomen. Dan was het opeens helemaal klaar.
O?
Ja, ik begrijp ook niet precies hoe dat kan. Bij The Voice of Radio werd ik nipt tweede. Dat was wel weer een bevestiging. Maar toen ging ik door naar de tv-versie en ik werd overal uitgeknipt.
Heb je meegedaan aan de blind auditions?
Ja.
En je was door?
Nee, ik was niet door. Ik zal je nog sterker vertellen: ik werd helemaal de grond in geboord. De letterlijke woorden van Marco Borsato waren: ‘Je kunt totaal niet zingen en ik snap überhaupt niet wat je hier doet.’ Ilse’s reactie was: ‘Ik hoor wel dat je kunt zingen.’ En Trijntje zei: ‘Daar ben ik het helemaal niet mee eens, want ik vind het totaal niks.’ Het publiek begon te joelen. Naderhand heb ik de opnames teruggekeken. Nou, het kan altijd beter, maar toch… Ik voorvoelde wel dat het niet uitgezonden ging worden, want als ze dat deden, zouden de mensen thuis het programma niet meer serieus nemen. Niet dat ik wil zeggen dat ik de beste ben, verre van dat, maar ik weet wanneer iets slecht is. En dit klopte niet. Bij de X-Factor gebeurde hetzelfde. Toen ben ik tot de theaterrondes gekomen. Daarin stonden we met vijf deelnemers op een rij, en ook daar waren de andere vier constant in beeld, maar ik werd eruit geknipt. Daar móét een reden achter zitten die ik niet ken. Ik heb misschien wel een vermoeden, maar goed, dat kan ik niet bewijzen. Het heeft met een bepaald persoon te maken, die me niet mag en die ik nog ken van onze songfestivalperiode.
Heftig.
Ja, eigenlijk is die ervaring toch een van de grootste redenen dat ik niet meer actief achter een muziekcarrière aan ga. Er is zoveel nep en fake. Ik denk wel bij mezelf: áls die ene persoon daadwerkelijk zoveel invloed heeft, en als het klopt wat ik vermoed, dan is dat erg jammer. Maar goed, de zaak is nu het allerbelangrijkste, en Dennis natuurlijk. We zijn twee jaar geleden getrouwd. Toen hebben we de tuinzaal omgebouwd tot trouwzaal, en een feest gevierd van zes uur ’s avonds tot een uur ’s nachts, met duizend man en een dj. Alles erop en eraan. Prachtig.
Heeft Dennis je Re-union-tijd meegemaakt?
Nee, ik heb hem pas zes jaar geleden leren kennen. Ik heb hem het grote boekwerk dat mijn moeder samenstelde laten zien. Zo kon hij het toch een beetje meemaken. Want het was toch groot en belangrijk in mijn leven, dat songfestival.