Kleine kans dat de Eurovisiegoden Albanië gunstig gezind zijn. Tenminste, dat is wat de internationale wedkantoren ons vertellen. Toch wil team-Eurostory kort stilstaan bij de bijdrage van zangeres Jonida. Titel: Ktheju tokës (‘Terug naar het vaderland’). Thema: de emigratie van de Albanese bevolking. En dan specifiek gerelateerd aan de Kosovo-oorlog, een gewapend conflict dat eind jaren ’90 in alle hevigheid losbarstte. Wij speurden het web af en fabriceerden een tijdspad van gebeurtenissen die je móet kennen om Ktheju tokës te kunnen begrijpen. Resultaat? Een lesje Europese geschiedenis.

1974

Je zingt en weent,
tranen verzamelen zich in je handen,
je hebt ze opgespaard.

Een nieuwe Joegoslavische grondwet wordt van kracht. Zowel Kosovo als Vojvodina, een regio in het noorden van Servië, worden door de vroegere partizaan Josip Tito uitgeroepen tot autonome provincie. Ondanks de autonome status wringt er iets. Een deel van de Albanese Kosovaren vraagt zich af waarom hun geboortegrond niet tot republiek is uitgeroepen. En dat terwijl landen als Kroatië en Slovenië dat wél zijn. Vanuit Servische zijde is er maar weinig enthousiasme voor een Kosovo dat als republiek te boek staat. De Albanese Kosovaren houden voet bij stuk en besluiten tot een opstand. Hun protest van 11 maart 1981 wordt echter bruut neergeslagen. Volgens de Servische autoriteiten vallen er aan Albanees-Kosovaarse zijde 11 doden. De teller van de Albanese autoriteiten geeft 1600 aan.

1989

De ene dag leef je,
de volgende dag sterf je,
verlangen, met weinig hoop,
alleen, zonder identiteit.

Slobodan Milošević – de op dat moment veertiende president van de Socialistische Republiek Servië – maakt een einde aan de autonomie van Kosovo. Al tijdens zijn verkiezingscampagne hamert Milošević erop dat Kosovo de kiem van de Servische beschaving is en dat hij de republiek nooit en te nimmer aan de Albanezen zal prijsgeven. Het parlement wordt ontbonden en de werkgelegenheid komt op z’n gat te liggen. Onder leiding van Ibrahim Rugova (zijden sjaal, metalen bril, schrijver van professie) ontstaat er een schaduwsamenleving die wars is van Servische overheersers. Een eigen regering, een eigen universiteit, een eigen zorgsysteem: het is er allemaal. De schaduwsamenleving blijft in stand door een zelf opgezet belastingsysteem én met hulp van Kosovaren die in het buitenland werken: de Albanese diaspora. De Albanese diaspora die in Ktheju tokës bezongen wordt.

1999

Keer terug naar je land,
je liet een hart achter,
keer terug naar je land,
je weet dat er een hart op je wacht.

Halverwege de jaren negentig wordt het Kosovaarse Bevrijdingsleger (UÇK) opgericht: een guerrillabeweging die gewapend ten strijde trekt tegen de Serviërs. Hun modus operandi staat in schril contrast met die van de pacifistische Rugova. Er volgen aanslagen op Servische doelen én op Albanezen die van verraad beticht worden, zij zijn hun leven allesbehalve zeker. Hoewel het UÇK aanvankelijk als terreurorganisatie beschouwd wordt, krijgt het steun van Amerika en de NAVO. Na een groot militair offensief vanuit Belgrado volgt in februari 1999 de zogenoemde Kosovo-conferentie. In een kasteel in het Franse Rambouillet wordt een plan gesmeed om Kosovo drie jaren van zelfbestuur te verlenen. Van onafhankelijkheid is dan nog geen sprake. Omdat Servië dwarsligt, volgen er eind maart 1999 luchtaanvallen waarvoor niet de volgens het oorlogsrecht vereiste toestemming van de VN-veiligheidsraad is verkregen. Na een bombardementenregen op Servische doelen (78 dagen) tekent Belgrado de Overeenkomst van Kumanovo waarmee de terugtrekking van het Servische leger uit Kosovo een feit wordt.

2007

De ene dag leef je,
de volgende dag sterf je,
verlangen, met weinig hoop,
alleen, zonder identiteit.

In de Albanese hoofdstad Tirana wordt de Amerikaanse president George W. Bush bedolven onder een heldenontvangst: een saluut van 21 soldaten, levensgrote spandoeken met daarop de tekst PROUD TO BE PARTNERS en overal in het straatbeeld petjes waarop de Amerikaanse vlag is bedrukt. De woorden van Bush? Independence is the goal. That’s what the people of Kosovo need to know. If it is apparent that is not going to happen in a relatively quick period of time, in my judgment, we need to put forward the resolution. Hence, deadline.’ Een half jaar later roept de Albanese meerderheid de onafhankelijkheid van Kosovo uit. Eenzijdig. Pristina feest, de rest van de Balkan hapt naar adem. Vier jaar later is de onafhankelijkheid van Kosovo door 108 van de 193 VN-leden erkend, incluis Nederland.

2019

Het is 2019. Zangeres Jonida refereert in Ktheju tokës aan Kosovo: het land dat zelf nog niet meedoet, maar er nu tóch even bij is.