Jumpsuits, wijde pijpen met ruches, kimono’s, bolero’s, korte rokjes, strakke jurken, zilveren plateaulaarzen, allemaal met die onschuldige seventies-lach erboven: het succes van ABBA is onlosmakelijk verbonden met de outfits. Zowel in de kleding als de muziek zit iets hoopvols; het is flamboyant, zonder ironie. Zoals The Beatles het optimisme van de jaren zestig in muziek goten, gaf ABBA kleur aan de jaren zeventig. Van hun muziek krijg ik altijd zin in feest. Tijdens mijn bezoek aan Stockholm móét ik daarom langs bij ABBA The Museum, om alles over the Fab Four van Zweden te weten te komen en hun outfits in het echt te bewonderen.


Glad Påsk!

Op Eerste Paasdag word ik wakker in de oude binnenstad. Ik kijk door het raam van het hostel omhoog: het sneeuwt! Gelukkig heb ik mijn winterjas meegenomen. Samen met mijn geliefde loop ik langs de haven richting de boot naar het museumeiland. De eerste lentebloemen hebben er spijt van dat ze in Scandinavië boven de grond zijn gekomen en de brandganzen schuilen bij elkaar. Wit en koud kom ik aan bij het Pop House, een soort Zweedse Hall of Fame voor muziek, waar ook ABBA The Museum is ondergebracht. De Zweden zorgen goed voor hun artiesten. Buiten in de rij klinkt Mamma Mia en ik vergeet de kou meteen.


The Early Days: een baby in een witte jumpsuit

Zoals altijd met artiesten die uit het niets lijken te komen: ze waren er al. Agnetha was als tiener een Zweedse, ietwat campy versie van Françoise Hardy, Anni-Frid (Frida) werd op 3 september 1967 in één klap beroemd door de tv-show Hylands Hörna, die die avond extra goed bekeken werd wegens Högertrafikomläggningen: de dag waarop de rijrichting verlegd werd van links naar rechts. Björn speelde in het folkbandje The Hootennany Singers en Benny was orgelist in het Beatles-achtige The Hepstars. Allebei hadden ze al een nationale tour achter de rug voor Benny iets met Frida kreeg en de vier samen muziek begonnen te maken. Op een jeugdfoto in het museum is te zien dat Benny als baby rondkroop in een witte jumpsuit. Dat hij zijn beatnik-jasje snel zou inruilen voor iets frivolers, stond al vroeg vast.


Songfestival: blote buiken en blauw satijn

In 1973 deed ABBA met Ring Ring een gooi naar het Songfestival, maar het nummer eindigde als derde in de nationale competitie. Wie het nummer terugluistert begrijpt dat wel: al het goede van ABBA zit erin, maar de tekst is nét wat te generiek (‘Ring, ring, why don’t you give me a call?’) en de melodie nét wat te vlak, in vergelijking met het originele en opzwepende Waterloo. Het succes van dat nummer is onlosmakelijk verbonden met de outfits. Björn en Benny schreven het liedje, maar de kleding hebben we te danken aan Frida en manager Stig Andersson. Ontwerper Owe Sandström had even geen tijd en riep: ‘Bedenk maar iets geks!’ Dat heeft goed uitgepakt. Maar het succes kwam niet geheel onverwacht. Frida wíst dat ze ver zouden komen: ‘Niemand had zo’n uniek liedje en zulke unieke outfits.’ Op 6 april 1974 bezorgen ze Zweden in Brighton de allereerste songfestivalzege, waarna de ongelukkige bandnaam Björn, Benny, Anna & Frida eindelijk in ABBA verandert.

Alles wat goed is aan ABBA zit al in die eerste twee iconische outfits. Zowel het blauw satijnen pakje van Agnetha naast de zigeunerrok van Frida (Waterloo) als de rode tanktop van Agnetha naast de slangenprint van Frida (Ring Ring) zijn spannend, vernieuwend, vrolijk en glam. In de Waterloo-hoek kun je de echte outfits uit 1974 bewonderen. Van dichtbij ziet het er wat knullig uit, met al die broches en kettinkjes. De lijven, de blije gezichten en de podiumlampen moet je er echt bij denken. Maar, Agnetha’s broek was toch blauw en niet paars? Ik begrijp er niets van.


Thank you for the costumes

Na een korte stop bij de karaokehoek, waar het opvallend rustig is na mijn uitvoering van Take a chance on me, lopen we richting The Gold Room, met alle lp-hoezen, prijzen en originele kledingstukken. Ontwerper Owe Sandström is de man achter de kostuums. Eén van mijn favoriete outfits komt uit de laatste periode: het groene vossenjurkje (Frida) en het rode konijnenjurkje (Agnetha) van Thank you for the music uit 1983. Nu ik er vlak voor sta, zie ik dat de dierenprints met de hand geschilderd zijn. Wie loopt er nog in handgeschilderde kleding rond? Ook alle pailletten, juwelen, kralen, bloemetjes: handwerk! En toch zien de meeste kledingstukken er op een paspop in een vitrine wat onbeholpen uit. Het contrast met de glamour van diezelfde kleding op het podium, op platenhoezen en in videoclips is opvallend. Een andere belangrijke outfit in The Gold Room is de witte jumpsuit met groene cape van Agnetha naast het witte mini-rokje van Frida, bekend van Mamma Mia. Manager Stig Andersson was minder tevreden met de outfit, omdat alle aandacht niet naar de muziek ging, maar naar Agnetha’s achterwerk, dat hierin zonder obstructie te bewonderen was. Waar vind je nog managers die hiervan balen? Owe Sandström had juist gerekend op een controverse rond Frida’s rokje, dat uit niet meer dan een reeks boekenleggers bestond. Kijkend naar het rokje en de jumpsuit bedenk ik vooral hoe slank A en A geweest moeten zijn. En hoe Agnetha tegen wil en dank de cameltoe heeft uitgevonden. De witte jumpsuit is één van de minst flatterende outfits uit de geschiedenis van de popmuziek en toch (of juist daarom) heeft het kostuum veel navolging gekregen: het vormt de basis voor de outfits in de musical Mamma Mia. In de vitrines hangen verder veel paarse pakken, die ik mij niet uit videoclips kan herinneren.


Een keukenraam en een lichtgevende discovloer

Ik zou ABBA tekort doen door alleen over de kleding te schrijven. Wat ook opvalt wanneer je door het museum loopt: hoe goed ze eigenlijk konden zingen, hoe goed de melodieën waren, de harmonieën, de teksten. Neem een nummer als The day before you came: Ingmar Heytze’s Voor de liefste onbekende, maar dan anders. In het museum wordt ABBA niet alleen neergezet als een vrolijke popband uit de jaren zeventig; er is ook aandacht voor de schaduwzijde. Zo is de breuk tussen Björn en Agnetha mooi vormgegeven met een keukenraam, waardoor je één van Agnetha’s kinderen naar school ziet vertrekken. Björn en Agnetha vertellen: Agnetha wilde steeds vaker thuisblijven en een normaal leven leiden, Björn zwaait op een ochtend zijn zoon uit en realiseert zich dat hij van zijn gezin verwijderd raakt. Als beide relaties in de popgroep uiteindelijk doven, dooft ook de ABBA-magie, na meer dan een decennium. Weemoedig het museum verlaten is echter niet mogelijk: wie eruit wil moet een ronde, lichtgevende discovloer passeren. Mijn geliefde en ik dansen samen met Björn, Benny, Agnetha en Frida tot de laatste bezoekers ons angstig passeren en de bewaking ons op de schouders tikt.


Maar er zit me toch nog iets dwars. Waarom heb ik een paarse Waterloo-broek gezien en geen blauwe? Een week later, wanneer ik in West-Zweden ben, krijg ik het antwoord in mijn mailbox: de broek is gemaakt van Duchess satijn, een speciaal soort zijde dat van kleur verandert met de jaren. Ik heb dus tóch de echte Waterloo-broek gezien. Het blauw is gedoofd, maar de jaren zeventig zijn gekleurd. Dank je wel ABBA!


Alle foto’s bij dit artikel zijn gemaakt door Alexis de Roode.