Terugluisteren is leuk, met mate. Terugkijken ook. Eurovisie heeft ons hele bladeralbums van songs gegeven, en die moeten we af en toe weer eens tevoorschijn halen om te voelen wat het festival ons gegeven heeft. Dus kiezen we een jaar, luisteren er met de oren van nu naar en schrijven dan elk over onze top drie. Met steeds een korte, eigenwijze toelichting. Vandaag: 2014.


De eerste top drie is van redactielid Lars Koning:

Op 3: Noorwegen
Carl Espen, zo herinner ik mij, wordt in zijn voorfilmpje aangekondigd als een stoere Noorse timmerman, met spieren, tattoos en een baardje. En vanuit de dichte bossen, zo stel ik mij voor, schrijft hij (eigenlijk zijn neef) een heel teder lied over niet gekend en gezien worden. Iets wat totaal niet past bij zijn uiterlijk (want is hij daar niet te bonkig voor?), maar op het Eurovisiepodium staat er lief zweet op zijn wangen en breekt zijn stem zelfs even (op 1 minuut 30 gebeurt het, en direct hoor je iemand uit het publiek schaterlachen, iets wat ik die anonieme persoon nooit heb vergeven). Naar mijn idee een van de meest authentieke Noorse bijdrages van de laatste decennia. Gewoon een fijnbesnaarde man die een mooi liedje zingt. Hij heeft het gedaan, ik heb hem gezien, ik heb hem gekend, drie minuten lang.


Op 2: Nederland
Calm after the storm, een titel die staat als een torenhoog huis. Want iedereen kent het. En dan te bedenken dat dit lied ooit, in het allereerste begin, dat ietwat monotone liedje was met dat ietwat slaperige optreden bij De Wereld Draait Door, met net iets te weinig ‘oomph’ om die spiksplinternieuwe fonkel die Nederland met Anouk het jaar ervoor had gekregen te behouden. Een ieniemieniekansje om in de finale te komen, zeiden de bookmakers. Maar toen! We weten allemaal hoe het ging, dat blikkenspel met die ronddraaiende camera, en toen die tekst (die toch wel heel mooi was) en die samenzang (die toch ook wel heel prachtig was) en de rest is geschiedenis, want elf jaar later is dit een van de absolute klassiekers van Nederland op het festival of all time. Fun fact: het jaar erna in Wenen? Zeven landen met een duo. Zachte impact, dat is wat het is.


Op 1: Oostenrijk
Wat een saaie top 3, geef ik toe. Maar wat goed is hoeft niet altijd origineel te zijn, breng ik er fel tegenin. Om Conchita kan je niet heen. Ik kan me nog herinneren hoe over haar bericht werd toen ergens in het najaar van 2013 de artiest voor Oostenrijk bekend werd: ‘Oostenrijk stuurt ‘vrouw’ met baard!’ was de gekscherende kop in diverse media-outlets. Helemaal passend bij het poppenkastimago dat het Songfestival was, dachten ze. Maar toen kwam haar liedje, een filmische, orkestrale ballade over zelfoverwinning. En toen ze het ook nog eens live zong, was iedereen gevloerd: loepzuiver klonk ze, en oprecht. Onlangs had ze nog een tv-optreden bij de speciale uitzending van Jinek rondom de inzending van Claude, destijds ook van haar onder de indruk, zó onder de indruk dat er een zaadje was geplant. Innemend, gevat en wijs, zo zat Conchita daar aan tafel, als (zelfverklaarde) Eurovisie-tante. Het type persoon dat je maar al te graag jaarlijks terugziet in die fijne reünie die Eurovisie óók is. Mijn absolute nummer 1 van dat jaar.


Landen die ik ook had kunnen kiezen: Zwitserland, Albanië, Verenigd Koninkrijk, Denemarken of Duitsland.


Vervolgens de voorkeuren van redactielid Jelmer Soes:

Op 3: Finland
Ja natuurlijk, 2013 was voor ons in Nederland een belangrijk Eurovisiejaar, met Anouk die onze veel te lange droogte afsloot en een tijdperk opende waarin het mogelijk bleek weer écht goede muziek op het Songfestival te zien en horen. Maar voor mij persoonlijk kopte 2014 die voorzet van 2013 pas echt in. En dat begon met Softengine, de Finse alternatieve rockband die met Something better een keurige elfde plaats binnenhaalde. Ze sloegen een gat in de muur die voor mij altijd had gestaan tussen mijn liefde voor Eurovisie en mijn ándere liefde, die voor stromingen als alternatieve rock, punkrock en metal. Die twee konden toch niet, nóóit samen gaan? Maar een jaar later – ik kon mijn ogen nauwelijks geloven – stond Softengine gewoon op Eurosonic Noorderslag. En sloten ze hun nummer op dezelfde manier af als in die laatste seconden op het Eurovisiepodium: met een gruntende leadzanger. Ongelooflijk.


Op 2: Noorwegen
Ik denk dat stemcoaches en performance-deskundigen van alles hebben aan te merken op de drie minuten van Carl Espen. Zijn eerste noten zijn zo extreem fragiel dat ik, toen ik ze hoorde, een beetje bang werd dat Carl ieder moment van het podium zou rennen. In de tweede helft van Silent storm geeft de Noorse zanger dan juist weer zo veel gas dat hij uit de bocht dreigt te vliegen; hij begint voor de muziek uit te lopen, zijn bewegingen worden wilder, de snikken tussen woorden door lijken niet meer helemaal gepland of gecontroleerd. Maar ja, hij kondigde het zelf even daarvoor al aan:  I’m here to use my heart and my hands, Somehow the bruises changed my plans. Een stille storm binnen in hem zoekt een thuis, een plek waar hij mag zijn wie en wat hij is. En misschien is dat wat mij altijd zo raakt aan dit nummer, en dan met name de live performance: Carl Espen en zijn Silent storm zijn het grote zoeken en het hopen dat je het ooit vindt. Dat het elke seconde spannend is in al zijn bibberend ingehouden kracht, sprak blijkbaar meer kijkers en juryleden aan: hij werd achtste.


Op 1: Nederland
Ik kan niet anders: voor mij blijven The Common Linnets altijd de absolute nummer één van 2014. Nee, ik wil niet zeggen dat ze hadden moeten winnen, dat had er evengoed maar eentje kunnen zijn (en die laat ik graag aan jou, Hijlco, omdat ik gok dat Conchita Wurst ook jouw top-zoveel wel zal hebben gehaald). Maar wie had enkele weken daarvoor, toen Ilse Delange en Waylon voor het eerst bij DWDD hun nummer Calm after the storm lieten horen, gedacht dat ze zo ver zouden komen? Er werd getwijfeld over hun kansen, of ze überhaupt de finale zouden halen. Ik snapte daar niets van. De eerste keer dat ik hun prachtige, ingetogen ode aan die van je wegrijdende liefde hoorde, sloeg die een gat in mijn hart. Geen uithalen, geen vuurwerk, alleen het nagloeien van vuur dat ooit was geweest. Kilometerpaaltjes tellen op het ritme van de zachte drums. Niet ergens naartoe rijden, maar ergens van weg. En zingen over regen boven je, tranen en ruitenwissers – ieder beeld raakte me, omdat ik net een jarenlange liefde achter me had gelaten. Maar ook nu, nog altijd, worden mijn ogen zacht als ik met de camera mee rondjes draai om Ilse en Waylon heen – en dan dat briljante shot van boven, met die wegmarkering waarlangs ze elkaar misschien ooit nog terug zouden kunnen vinden. Of misschien ook niet…

Mijn uitgebreidere liefdesbrief aan deze drie minuten werd een van mijn eerste stukken ooit voor Eurostory.


Landen die ik ook had kunnen kiezen: Litouwen, IJsland, Armenië of Oostenrijk.


Ons gast-terugluisterlid is Hijlco Span, Eurovisiekenner en al jarenlang presentator van het radioprogramma Volgspot. Zijn top drie:

Op 3: IJsland
Soms heb je van die optredens op het Songfestival waar het plezier zo vanáf spat, dat je niet anders kunt dan daar zelf ook heel vrolijk van worden. 2014 was een prachtig jaar wat dat betreft. Letland bijvoorbeeld werd vertegenwoordigd door de groep Aazarmnieki ( Lets voor ‘buitenlanders’) en je moet wel een enorme zuurpruim zijn wil je niet vallen voor het enorme enthousiasme van de band en dan vooral van dat drie minuten lang blije en stralende hoofd van zanger Jöran Steinhauer.
Ook de IJslandse band Pollapönk straalde dat plezier uit, vrij vertaald ‘punk voor kinderen’.  In felgekleurde pakken en met ontembare energie brachten zij het liedje No prejudice, over een stotterend jongetje dat het zat is om daar steeds op aangesproken te worden. Maar het nummer gaat in al zijn vrolijke eenvoud verder: het is een aanklacht tegen alle soorten vooroordelen en discriminatie.  Wat zouden we een tekst als ‘Het leven is te kort voor kortzichtigheid en wie heeft er tijd voor bekrompenheid’, ook anno 2025 goed kunnen gebruiken!
Een inzending die in alles staat voor wat mij nog altijd zo raakt in het Eurovisie Songfestival: authenticiteit, betrokkenheid en de boodschap dat we het vooral sámen moeten zien te rooien in het leven.


Op 2: Nederland
Ook ik geef het grif toe: toen ik Calm after the storm voor het eerst hoorde was ik niet meteen erg enthousiast. Een degelijk nummer hoor, prima gezongen ook door Ilse Delange en Waylon. Maar misschien toch ook wel een beetje saai…
En ook voor mij geldt: pas na een paar keer luisteren raakte ik meer en meer overtuigd van Calm after the storm. Een liedje waar je misschien even de tijd voor moet nemen voordat het je weet te raken. Maar de twijfel bleef: straks op het Ssongfestival ontbreekt die tijd, horen publiek en jury het nummer maar één keer. Totdat zich dan toch het wonder van Kopenhagen voltrok. Het lied van Ilse en Waylon bleek in zijn pure eenvoud enig in zijn soort dat jaar en de perfect getroffen enscenering maakte dat je als kijker als het ware meereisde tijdens hun melancholieke muzikale roadtrip. Een reis die eindigde op een prachtige tweede plek, waarmee ook maar weer eens aangetoond werd hoe belangrijk tegenwoordig het visuele aspect is tijdens het festival. Zo zou zich dit jaar zomaar een wonder van Basel kunnen voltrekken. Wie zweert bij de voorspellingen van wedkantoren is alvast gewaarschuwd…


Op 1: Oostenrijk
Zo vaak gebeurt het niet dat alles mij raakt bij een winnend songfestivallied, dat alle elementen kloppen, om vervolgens samen te komen in drie minuten pure magie.  In 2014 was dat het geval met het winnende Rise like a Phoenix van Conchita Wurst. Op de eerste plaats is er natuurlijk die filmische compositie van Alexander Zuckowski, opbouwend naar een prachtige climax en dan ook nog eens rijk gearrangeerd. Een melodie die bovendien perfect samengaat met de tekst over iemand die zich niet langer laat kleineren, maar die zich vrij weet te vechten en als een Fenix uit de as weet te herrijzen.
Een boodschap van moed, een boodschap van trots ook, die door niemand beter vertolkt had kunnen worden dan door Tom Neuwirth als zijn alter ego Conchita Wurst. Een volstrekt autonoom karakter, waardig en strijdbaar tegelijkertijd. Dat sommigen het ietwat neerbuigend hadden over ‘die vrouw met die baard’ maakte bühnepersoonlijkheid Conchita alleen maar sterker en zelfbewuster. Een zelfbewustzijn dat dan ook nog eens geschraagd werd door een loepzuivere vertolking van het nummer, waarbij Conchita ieder woord precies de juiste lading wist mee te geven.
Kortom: een meer dan terechte winnaar en in 2014 ook mijn absolute favoriet.


Landen die ik ook had kunnen kiezen: Letland, Armenië en Zweden.