Hier stond een man die een uitgesproken liedje zong. Een liedje waarvan je hartstochtelijk houdt of dat je misschien wel even hartstochtelijk haat. Een breekbaar, beetje jazzy nummer over een verloren liefde. Salvador Sobrals Amar pelos dois viel in al zijn soberheid op tussen de vaak overdadig georkestreerde geluidsbombardementen. Luísa, de zus van Salvador, schreef en componeerde het nummer. Het behaalde de hoogste score voor een songfestivalliedje ooit en werd daarmee de allereerste Portugese winst in de geschiedenis.

Het afgelopen jaar maakte Sobral een album én kreeg hij een nieuw hart: bijna symbolisch voor iemand die zo gevoelig over hartzeer zong. In alle verbazing over de winst zou je bijna vergeten om wat voor soort liedje het gaat. Is het jazz, crossover of juist typisch singer-songerwriter materiaal? Hoe Portugees is het eigenlijk? Eurostory ontleedt de compositie minutieus met behulp van drie componisten en songwriters. Over de driekwartsmaat, het pessoanisme en over langzaampjes.


JOOST KLEPPE

Ondanks zijn klassieke achtergrond is Kleppe een trouw songfestivalkijker. Hij was blij verrast door de Portugese winst van  2017. ‘Het is een bijzonder intiem en persoonlijk liedje, met weinig toeters en bellen. Dat het gewonnen heeft, lijkt een beetje een statement tegen het formulewerk. Dapperheid en authenticiteit zijn door de jury en het publiek beloond.’

ARRANGEMENT

Voor Eurostory analyseerde Joost Kleppe het arrangement van Amar pelos dois. ‘Het intro van het nummer is al meteen heel ongewoon,’ zegt hij. ‘Er zitten drie harmonische wendingen in dat korte stukje met de strijkers. Er komen vreemde akkoorden voorbij en het is helemaal niet duidelijk naar welke toonsoort we gaan. Dat blijkt uiteindelijk F-groot te zijn. Daarna is het lied wat gewoner, maar nog steeds met akkoorden die veel spannender zijn dan in het gemiddelde songfestivallied. Het is geen vernieuwende compositie: het had ook heel goed in de jaren ’30 of ’50 van de vorige eeuw geschreven kunnen zijn. De melodie is heel aansprekend, met vrij grote melodische sprongen. Dat is anders dan in popmuziek, dat meestal vrij eentonige melodieën kent, dan zorgt het ritme voor de spanning. Het is bijzonder dat de melodie aan het eind anders wordt.  Meestal zit zo’n brug tussen het couplet en het refrein. Hier is hij aan einde geplaatst waardoor het een climax wordt die de titel van het liedje benadrukt.’

DRIEKWARTSMAAT

Volgens Kleppe is de driekwartsmaat waarin het nummer is gecomponeerd opvallend en ongewoon. ‘Bijna alle popsongs en Songfestivalliedjes staan in vierkwartsmaat. Dat is doorgaans veel geschikter om op te dansen. Een driekwartsmaat is wat zwierender en gaat meer richting de wals. De driekwart wordt soms voor Franse chansons gebruikt maar, was bijvoorbeeld ook te horen in Birds van Anouk.’

VROLIJK EN TOCH DROEVIG

‘Het liedje staat in majeur, een vrolijke toonsoort, maar lijkt toch droevig, omdat er in het refrein steeds een verwijzing naar de introverte mineur voorbijkomt. Het klassieke ‘hopeloos verliefd’-thema zal veel mensen aanspreken. Al is het hier niet zo dramatisch gebracht, weinig hunkerend en eerder dromerig. Dat is typisch Portugees: een bijna fatalistische overgave aan de weemoed. Het sprankje valse hoop komt duidelijk uit het hoofd van de aanbidder: ‘Misschien kun je langzaampjes van me gaan houden’. Het Portugese woord voor langzaam is devagar maar er wordt hier devagarinho gebruikt, en dat betekent ‘langzaampjes’. En dan vooral de conclusie: ‘Eigenlijk, als jij niet van mij houdt, kan ik dan niet voor ons allebei van elkaar houden?’ Dat werkt in de praktijk natuurlijk nauwelijks, maar het is heerlijk Portugees om op die manier op te gaan in de droom. Ondramatisch en weemoedig.

EEN KLEIN BEETJE VALS

De manier van zingen is bijna sprekend, Salvador zingt niet vanuit zijn buik. Je hoort er in terug dat hij gewend is om jazz te zingen. Amar pelos dois kent ook een klein beetje jazzinvloed.  Ik vind het een typisch pianoliedje. De piano geeft zacht stuwend de akkoorden. Als je goed naar de orkestband luistert, hoor je dat de strijkers een klein beetje vals zijn. Ik weet niet of dat zo bedoeld is, maar het verleent wel een prettige en wat rafelige charme van vergane glorie aan het liedje.’


AAFKE ROMEIJN

‘Het is geen uitgesproken goed liedje maar ook helemaal niet slecht. Het is vooral integer’, zegt Aafke Romeijn over Amar pelos dois.  Het zit volgens haar degelijk in elkaar, maar is niet heel verrassend. ‘De tekst is voor Nederlandse begrippen een beetje overdreven en zoetsappig. Typische zuidelijke romantiek waar wij in Noord-Europa iets minder mee hebben. Het nummer past wel heel erg bij de Portugese taal en daarin wordt de tekst ook precies goed gebruikt. De beeldspraken kloppen erg bij de Romaanse cultuur.’

DE EIGEN TAAL

Aafke Romeijn is er vooral opgetogen over dat Sobral in het Portugees zong. Dat benadrukt de authenticiteit van het nummer en maakt het nog geloofwaardiger, vindt ze ‘Veel meer landen zouden terug moeten gaan naar de eigen taal. Iedere taal heeft zijn voor- en nadelen om in te zingen. Maar het onderstreept wel de eigen cultuur en die veelheid van culturen maakt het Songfestival juist zo bijzonder. Er wordt gemakshalve meestal voor het Engels gekozen, al is dat helemaal niet zo’n fijne taal om in te zingen. Behalve dan dat het gemakkelijk rijmt met veel open klinkers aan het einde’.

De Nederlandse taal is relatief moeilijk om in te zingen, stelt de zangeres die zelf vooral in de eigen taal schrijft en zingt. ‘We hebben natuurlijk de harde g. Daarnaast kent het Nederlands combinaties van klinkers en medeklinkers die moeilijker zingen dan spreken. Iedere taal bevat nou eenmaal valkuilen. Het Pools bijvoorbeeld, daar staan soms zes of zeven medeklinkers achter elkaar. Dat is een ramp om in te zingen. Maar het zou geen beletsel moeten zijn. Salvador Sobral heeft bewezen dat het kan, winnen met een liedje in je landstaal. Als het maar klopt. Je moet Waylon geen Nederlandse tekst laten zingen, dat past niet goed bij zijn stijl en genre.’

UITSTRALING

Romeijn was verheugd, maar ook verrast dat Sobral er met de overwinning vandoor ging. Niet zozeer vanwege het liedje, maar vooral door zijn uitstraling en performance. ‘Het was alsof ze de eerste beste straatmuzikant van straat hadden geplukt. In een veel te groot pak van zijn vader. Schattig en een beetje onbeholpen. Je kon moeilijk iets tegen hem hebben. Hij kan niet geweldig zingen maar wat volgens mij heel belangrijk is: je gelooft hem. Daar gaat het om. Hij vertelt een verhaal en neemt de luisteraar erin mee. Het is heel ingetogen en persoonlijk gedaan en dat spreekt blijkbaar weer aan. Na een periode van gimmicks en middelmatige popsongs is er weer ruimte voor authentieke liedjes en dat is goed nieuws.’


FERNANDO LAMEIRINHAS

Lameirinhas volgt het Songfestival al een tijdje van een afstand omdat het volgens hem langzamerhand toch wat minder om het liedje zelf ging. Daarom was hij blij met de Portugese inzending. Zijn geboorteland deed volgens hem meestal te veel moeite om te winnen. ‘Ze waren vooral bezig met waar een liedje aan moest voldoen, in plaats van met het liedje zelf. Dat geldt natuurlijk voor meer landen. Daarom was het zo’n verrassing dat dit aansloeg: een liedje waarbij het louter en alleen om het liedje draait. Het was de frisse wind die het festival zo hard nodig heeft. Een grote, stille groep van kijkers heeft volgens mij een boodschap gegeven afgegeven: minder circus, meer echte liedjes.’

ONDEREXPRESSIEF

In het liedje van Salvador Sobral zit die typische Portugese heimwee, vindt Lameirinhas. ‘De heimwee naar de verloren liefde en dan het gevoel blijven koesteren dat deze op een dag zal terugkomen. Op die manier over liefde, heimwee en verdriet schrijven en zingen is erg Portugees. Natuurlijk gaat het om universele emoties, maar in Portugal is er een bepaalde manier van uitdrukken. Erg subtiel en een beetje fatalistisch ook. Zo’n tekst is eenvoudig maar tegelijkertijd ook complex. Ik noem dat wel eens het ‘pessoanisme’. Dat raakt de ziel van Portugal. Het land van de golven en de zee. Die golvende zee voel je door het nummer heen. En dan eens niet op de extraverte en dramatische fado-manier. Het is bijna Braziliaans-smooth. Je zou kunnen zeggen dat het ‘onderexpressief’ is en daardoor zo sterk. Van het kleine wordt het grote gemaakt en dat werkt erg goed. Datzelfde hoor ik in Birds van Anouk, dat was inhoudelijk ook nog eens een geweldige tekst.’

MINDER HARD

‘Het Portugees is een mooie taal om in te zingen, net als bij voorbeeld het Italiaans. Het is wat minder hard dan veel andere talen. Mede door de Joodse, Franse en Keltische invloeden. De manier waarop Sobral het liedje uitvoerde is misschien wat theatraal, maar past enorm goed. Hij interpreteerde het nummer in zijn bewegingen.’

DE PORTUGESE STROMING

Lameirinhas kende Sobral voor het Songfestival niet, maar herkent wel de stroming waar hij deel van uitmaakt. ‘Er is een nieuwe generatie van Portugese kunstenaars die een hele snelle ontwikkeling doormaakt. Ze zijn trots op hun land en willen de Portugese cultuur behouden maar vechten ook tegen de clichés. Er is meer dan de fado, dat beeld willen ze een tikje geven. Dat is een prachtige verandering. Portugal heeft een moeilijke tijd gehad, maar nu is het er stabiel en constant, waar het in de rest van Europa behoorlijk onrustig is. Daardoor is het een aantrekkelijk land voor veel mensen. Het winnen van het songfestival helpt ook om de trots terug te winnen’.


JIM VAN DER ZEE

Jim van der Zee (23) zong de Engelse versie (For us both) van Amar pelos dois bij de blind auditions van The Voice. Anouk draaide haar zin vrijwel direct om, nog voordat Jim klaar was met de eerste zin. Binnen dertig seconden waren de andere juryleden ook overtuigd. De afloop is bekend: Jim van der Zee doorliep met zijn diepe en donkere stem het hele traject en werd uiteindelijk in de finale tot winnaar gekroond.

ZONDER COMPROMISSEN

Minder bekend is dat zijn deelname aan The Voice veel met het Songfestival te maken heeft. Jim was ontdekt door een talentscout en samen stippelden ze een route uit. De zanger aarzelde of The Voice daarin een logische stap was. Hij reisde eerst een jaar door Europa en speelde veel op straten en pleinen. Terug in Nederland zag hij een Portugese zanger tijdens het Songfestival zonder compromissen een optreden verzorgen en tot zijn grote verbazing won hij ook nog. In de talkshow van Eva Jinek vertelde Jim dat dit optreden de directe aanleiding was om zich toch voor The Voice aan melden. ‘Ik zag hem dat nummer zingen in die setting en dat werkte. Dat was eigenlijk heel gek, want het was een a-typisch nummer voor het songfestival. Het was voor mij het bewijs dat ik hetzelfde zou kunnen doen.  Ik raakte overtuigd dat ik toch met The Voice mee kon doen en mezelf kon blijven. Salvador Sobral was het voorbeeld van het traject dat ik wou doorlopen.’


DE MOOISTE COVERS

Amar pelos dois heeft vele harten veroverd. We willen jullie, aan het eind van deze aflevering van Met de oren van nu, een aantal bijzondere covers niet onthouden.

SENNEK

Om te beginnen: de Belgische deelneemster van 2018, Laura Groeseneken. Zij zingt in Lissabon onder de naam Sennek en haar versie van Amor pelos dois was voor velen de eerste kennismaking met haar.

 


ALFRED

Ook Alfred, de mannelijke helft van het dit jaar voor Spanje aantredende duo Afred & Amaia zong – tijdens de Spaanse talentenjacht Operación Triunfo, een versie van Amar pelos dois, in een iets gewijzigd arrangement, en met aandoenlijk Spaans-Portugees accent.

 


ARI ÓLAFSSON

Ook de IJslandse deelnemer van 2018, Ari Ólafsson, waagde zich aan een versie: in het Engels.

 

 


LEA SIRK

De Sloveense deelneemster van 2017, Lea Sirk, ging nog een stapje verder. Ze zong niet alleen Sobrals liedje, ze verkleedde zich ook als de Portugees en deed zijn typische bewegingen na.

 

 


TRADITIONELE STUDENTEN

In Portugal en Spanje bestaat de mooie traditie van de ’tuna’- een groep studenten die serenades brengen. Dit doen ze in traditionele universiteitskleding en op traditionele instrumenten. De tuna’s ontstonden in de dertiende eeuw en zongen in vroeger tijden voor geld of eten. Nu is het om de traditie levend te houden en om andere tuna’s te ontmoeten. De ’tuna’ van de techniekuniversiteit in Porto zong en speelde in december 2017 deze ontroerende versie van Amar pelos dois.


A CAPELLA

Het negenkoppige Spell Choir is de winnaar van een Portugese wedstrijd voor a-capella muziek. Zonder instrumenten zongen ze een intrigerende versie van het Sobral-liedje.

 

 


TENSLOTTE: DE MEESTERS ZELF

Er zijn nog ontelbare andere versies te vinden van Amar pelos dois. Meer dan andere Eurovisiewinnaars heeft het liedje van Luísa Sobral artiesten van over de hele wereld geïnspireerd, of het nu instrumentaal is, op viool en gitaar, op enkel klassiek gitaar, op sax of met een brassband in kleine bezetting of met vocals, in het Hebreeuws, Pools, Duits of Nederlands.

Maar het aangrijpendst was de laatste uitvoering van Salvador Sobral zelf, samen met zijn zus, vlak voor hij de periode van zijn harttransplantatie in ging. In de Portugese stad Estoril zong hij het nog één keer – met een prachtig a-capella gedeelte, en een finale door het publiek.