Salvador Sobral (winnaar Eurovisie 2017) toert momenteel door Europa. Aan de vooravond van zijn Nederlandse concerten mocht Eurostory hem enkele ‘moeilijke’ vragen stellen.

Tijdens je concerten zien we je springen, rennen, pauzeren, concentrereren. Op welke manier is voor jou optreden vergelijkbaar met een sport bedrijven – laten we zeggen: voetballen?
Grappig, toevallig ben ik juist daar de laatste tijd over aan het nadenken. Bij voetbal ben ik heel rationeel, ik speel op een simpele manier, ik pass snel, ik probeer slimme, productieve beslissingen te nemen, ik speel verdedigend. En dat staat volledig in contrast met hoe ik op alle andere vlakken van mijn leven ben, inclusief de muziek. Ik ben superemotioneel, ik speel aanvallend, ik improviseer veel en neem beslissingen die op intuïtie gebaseerd zijn, en niet op mijn ratio.

Je lijkt ons een persoon te zijn die ook van lezen houdt, van rustig samenzijn met vrienden. Dus wat doet aandacht, applaus en lof met iemand die van dat soort kalme zaken houdt? Hoe transformeer je jezelf van die introverte kleedkamerjongen naar de extravert podiumperoonlijkheid? En andersom?
Ik houd ervan om uit elke levenssituatie het beste te halen, of dat nu een concert vol met mensen of een boek vol met betekenis betreft. De overgang tussen die twee toestanden is wat het lastig maakt. Als ik op een groot podium heb gespeeld en het concert is voorbij, dan kan ik niet rechtstreeks naar mijn hotelkamer gaan om te lezen. Daar zou ik kapot aan gaan. Ik heb het tussengebied nodig. Dat is de reden dat ik na een optreden altijd met de band ergens wat ga drinken.

Iets wat altijd opvalt in je optredens is de manier waarop je de tekst overbrengt, het verhaal van het lied. Zelfs voor niet-Portugezen. Tegelijkertijd ben je ook een jazzmusicus. Wat heeft voor jou meer belang: de muzikaliteit van de tekst, of de betekenis? En zie je jezelf ooit ‘niet-verhalende’songs zingen, waarin de klanken belangrijker zijn dan de woorden?
Het belangrijkste wapen van de zanger is het woord, iets wat geen ander instrument heeft. Ik denk daarom niet dat ik ooit muziek zal maken zonder woorden. Nu althans niet.

Nu we het over tekst hebben: welke regel uit Amar pelos dois is je favoriet? En zie je een personage voor je als je dit verhaal zingt?
Ik hou van de eenvoud van de tekst. Dat doet mijn zus [die de tekst en de muziek schreef, red.] altijd heel erg goed, het verhaal in alle eenvoud vertellen, maar toch met diepte. Als ik zing, zing ik gewoon. Ik denk nergens aan, ik zie niks. Ik zing gewoon.

We weten dat je van talen houdt. Denk je niet dat je talen met personen kunt vergelijken? Engels, zou je bijvoorbeeld kunnen zeggen, is als een elegante 43-jarige zakenman, die na zijn werk naar de sportschool gaat. Als je het daar enigszins mee eens bent, wat voor personen zouden de Portugese en de Nederlandse taal dan zijn?
Dit is wat ik denk: in elke taal nemen we een andere persoonlijkheid aan. Wat heel gek is. Ik denk dat we beïnvloed worden door dat wat ons in een bepaalde taal omringt. De mensen die we kennen die het spreken, de films die we gezien hebben. Bijvoorbeeld: ik heb het idee dat ik in het Engels veel sarcastischer ben dan in elke andere taal, omdat ik het als tiener geleerd heb toen ik naar al die Amerikaanse sitcoms keek, die leven van het sarcasme.

Op dit moment doe je in Portugal concerten met het repertoire van Jacques Brel. Als je een muziekleraar was, die een aantal beginners Brel-les zou geven, welke drie liedjes zou je ze dan laten horen?
1.Ne me quitte pas, 2. Amsterdam en 3. Vesoul.

We spraken de afgelopen jaren met een paar Eurovisiewinnaars. Onze eigen Nederlandse winnares van 1969 zei dat ze van het festival altijd een soort gouden gloed had meegenomen. Jamala (2016) daarentegen zei: ‘Ik denk dat Eurovisie iets heeft van de Olympische Spelen. Wat de leuke kanten betreft – je land wordt onmiddellijk populairder, iedereen heeft het erover. Maar er is ook een andere kant: de artiest wordt afhankelijk van het winnende liedje. In het jaar direct na je overwinning word je als het ware door je eigen liedje gegijzeld, en dat is nogal saai.’
Kun je je in een van die reacties vinden?
Eurovisie heeft me enorm geholpen bij mijn carrière. Hoe had ik anders ooit de kans gehad dat 200 miljoen mensen me tegelijkertijd zouden zien zingen? Ik voel me nu niet door dat liedje gegijzeld. Ik zing het tijdens de concerten alleen als ik er zin in heb. Soms zing ik het ook helemaal niet.