Sieneke Baum-Peeters, bekend als Sieneke (29), zong in 2010 Ik ben verliefd (Sha-la-lie) op het Eurovisie Songfestival in Oslo. Nu, elf jaar later, vertelt ze Eurostory uitgebreid over haar deelname. Over het avontuur zelf. Over wat er daarna kwam. Over de kritiek die ze te verduren kreeg. En over haar passie voor het levenslied.

Het begon allemaal met een telefoontje.
Dat was inderdaad december 2009. Ik had al een paar jaar contact met Marianne Weber omdat zij iets in mij zag. [Toen Sieneke vijftien was hadden ze elkaar ontmoet op een feestje waarop Sieneke zong, red.]
En ze zei steeds, ‘je moet geduld hebben want we moeten het juiste moment afwachten om jou te presenteren aan Nederland.’ Ik zat op de kappersopleiding dus dat geduld had ik zeker wel. En in december 2009 belde ze mij op en zei: ‘Wil je de Telegraaf gaan halen en even het kopje lezen over het Songfestival?’ Ik zeg ‘ja, is goed’, dus dat deed ik en toen las ik dus dat de TROS voor de allereerste keer in 2010 het Songfestival ging organiseren, en dat er bekende Nederlandstalige artiesten werden gevraagd om een protégé mee te nemen. Ik snapte eigenlijk nog niet zo goed waarom ik dit nu moest gaan lezen, dus ik belde Marianne terug. ‘Die protégé…’ zei ze, ‘ik wil dat jij dat bent. Dit is het moment om jou te presenteren aan Nederland.’ Dus ja, toen ik wel effe, wow!

Tot die tijd deed je de kappersopleiding. Op het moment dat je dat telefoontje kreeg, wist je toen dat je daarmee zou stoppen?
Nee, toen wist ik dat nog niet. Ik heb dat nog een hele tijd gecombineerd. Alleen, toen ik het Nationaal Songfestival won, toen werd het zóóó’n rollercoaster. Ik moest echt iedere dag dingen voorbereiden voor Eurovisie zelf, interviews, optredens, en toen was het eigenlijk gewoon niet meer te combineren. In april werd ik achttien en toen besloot ik te stoppen met de kappersopleiding. Aan de ene kant vind ik het jammer dat ik ben gestopt, dat ik geen diploma heb kunnen halen, maar het was óf de kappersopleiding óf het Songfestival… nou, die keuze was makkelijk gemaakt hoor. Ik heb wel altijd gezegd, als het zingen er niet meer is, dan wil ik de kappersopleiding wel weer gaan oppakken.

En toen ging je naar het Songfestival…
Ja.

Dat moet een hele heisa zijn geweest. Ik heb een beeldende vraag nu. Als het hele Songfestival door jouw ogen gefilmd zou worden, welk beeld staat dan nog steeds heel helder op je netvlies?
Het vertrek op Schiphol, dat weet ik nog heel goed, dat we gingen vertrekken naar Oslo en dat daar gewoon zó veel pers ons stond uit te zwaaien. Dat had ik niet verwacht, dat was gewoon zo nieuw – alles was gewoon heel erg nieuw omdat ik nét kwam kijken. Ik wist totaal niet wat ik kon gaan verwachten. De meeste artiesten die voor Nederland naar het Eurovisie Songfestival gaan hebben al een carrière opgebouwd, maar ik had dat nog niet. Dus alles was compleet nieuw. Ja, dat ik op Schiphol stond, dat de hele Nederlandse pers ons stond uit te zwaaien, dat was nogal wat.

Wat denk je dan op zo’n moment?
Nou, ja, ik weet nog dat ik tegen Marianne Weber zei: ‘Is dit normaal? Heb jij dit ook altijd?’ Ik dacht, dit heeft iedere artiest. En toen zei ze: ‘Nou, Sieneke, dit is niet normaal hoor, hier moet je echt van gaan genieten want dit maak je nooit meer mee.’ En dat besef je eigenlijk pas later. Als je er echt over na gaat denken wat je hebt meegemaakt, dan pas besef je eigenlijk van ‘Wow!’ Hoe groots het wel niet is, dat Songfestival. Iedere dag heb je een programma dat je moet gaan doen, iedere delegatie gaat met z’n eigen bus naar de arena en van de arena terug naar het hotel. Je wordt op dat moment eigenlijk geleefd. Er komen heel veel dingen op je af, en ik vond alles ook hartstikke leuk om te doen. En pas later, als je het allemaal terug gaat kijken, besef je eigenlijk wat je allemaal hebt gedaan.

Was er eigenlijk nog tijd om tijdens die weken ergens naartoe te gaan of om dingen te bekijken?
Ik weet nog dat ik één dag daar vrij had, dat weet ik nog heel goed, en toen ben ik daar lekker gaan sporten in de sportschool in dat hotel, en toen ben ik met de meiden van het koor lekker de stad ingegaan. We hebben heerlijk op een boot gevaren, gewoon echt even ontspanning. Ja, we hadden één dag vrij.

Hoe was dat contact eigenlijk met je hele entourage?
Ja, dat ging eigenlijk heel goed, het was echt zo’n gemoedelijke sfeer. Ik weet nog dat ik een kamer had precies naast Marianne, omdat het voor mij natuurlijk de allereerste keer was dat ik alleen naar het buitenland ging. We hadden een deur zodat we naar elkaar konden overlopen, en we hadden het eigenlijk iedere avond hartstikke gezellig, want de ene keer kwam de kapper, toen kwam de visagiste, dan hadden we een lekkere borrel, nootjes op de tafel, en dan zaten we lekker te kletsen.

Gewoon in de hotelkamer?
In de hotelkamer, ja, we zaten allemaal bij Marianne op de hotelkamer. Dus dat was eigenlijk wel heel gezellig, we hebben echt wel een heel leuke tijd daar gehad.

En ondertussen bereid je je optimaal voor, en dan komt het moment dat je bijna gaat optreden. Hoe was dat moment vlak voordat je ging optreden?
Ja, dat was wel heel spannend. Kijk, het fijne is, je hebt voordat je je optreden in de halve finale echt gaat doen al een aantal keren hetzelfde riedeltje gedaan. Want je hebt heel veel repetities van tevoren, ook met je kleding aan, je haar, je make-up, hoe jullie het zien op tv, zo had ik het eigenlijk al drie of vier keer gedaan. Dus dat is natuurlijk wel heel fijn, want je weet dan precies hoe het gaat en wat je moet gaan doen. Maar het is natuurlijk wel de allereerste keer dat de arena helemaal vol zit. En ik weet nog… toen ik op kwam lopen, het podium op, om klaar te staan waar ik moest gaan staan, toen keek ik die arena in, en ik zag heel veel Nederlandse fans zitten met allemaal vlaggetjes – ja, dat was echt een kippenvelmoment.

Kon je blind op het riedeltje vertrouwen, of was het wel echt even slikken waardoor je je even moest herpakken?
Ik kan me herinneren dat dat echt gewoon een kippenvelmoment was, dat ik echt dacht van ‘Wow.’ Maar ik kreeg eigenlijk een hele kick door wat ik zag, al die Nederlandse fans met al die vlaggetjes – ik zag mensen in delftsblauwe kleding, dat was zó leuk om te zien. En ik weet, als ik nu dan mijn optreden terugzie en dan denk aan de repetities… de avond waar het echt om draaide had ik ook gewoon het meeste plezier, dat zie ik ook gewoon aan mezelf, omdat ik dat zag in de zaal.

En dan heb je dat optreden gegeven en dan ga je terug naar de green room, en dan is het nog heel lang nagelbijten.
Ja, inderdaad.

En dan komen die landen voorbij die het hebben gehaald – dan zit Nederland er niet bij. Weet je nog hoe dat voelde?
Nou… Heel eerlijk, wij hadden echt wel het vertrouwen dat we naar de finale zouden gaan, omdat het liedje in die twee weken dat we in Oslo waren zo ontzettend leefde overal. Als je vroeg aan mensen uit andere landen, ‘kennen jullie de inzending van Nederland?’ dan zeiden ze al meteen ‘aaah ja! Sha-la-lie, sha-la-la!’ Ze konden het meteen meezingen, het was heel pakkend. Ja, dan is het natuurlijk superspannend als dat moment daar komt dat de envelopjes worden opengemaakt, en dan hoop je nog bij die laatste twee van ‘oohhhh, we moeten erbij zitten, we moeten erbij zitten.’ En dan is dat niet het geval… Dat was echt wel een teleurstelling. Ja, dan komt echt alles eruit, alle emoties, al die weken, de stress, gewoon echt alle emoties komen eruit. En toen heb ik echt wel een traantje moeten laten ja, absoluut.

Was dat meteen op dat moment?
Nee, eigenlijk pas naderhand. Ik weet nog… na de show stond ik bij Shownieuws, live in de uitzending. In dat interview brak ik eigenlijk. Toen kwam eigenlijk alles eruit.

Echt tijdens dat interview.
Ja, toen kwam Marianne, die kwam ook nog bij het interview, en op dat moment kwamen de tranen.

Er was ook veel kritiek op je inzending destijds.
Ja.

Hoe ging je daarmee om tijdens het Songfestival?
Ja dat klopt, er was inderdaad heel veel kritiek, en dat was eigenlijk overal op, op het liedje, op mij, op m’n kleding, op m’n haarstijl – het was overal op. Ja, tuurlijk is het niet leuk als je dat soort dingen te horen krijgt, maar ik moet wel heel eerlijk zeggen… ik was toen zó jong en naïef en eigenlijk was het heel goed dat ik toen zo naïef was. Ik had zoiets van, ‘weet je, ik trek aan wat ik leuk vind.’ In die tijd kreeg ik heel veel aanbod van stylistes en couturiers die jurken voor me wilden maken en schetsen wilden maken voor mooie pakken of jurken en stylistes die kleding voor me wilden uitzoeken, maar ik had zoiets van, ‘nee, ik wil dat eigenlijk gewoon zelf doen, ik ben veel te bang dat iemand mij straks iets aantrekt waar ik mijzelf helemaal niet prettig in voel.’ Dus ik ben toen ook gewoon met Marianne naar Parijs gegaan, en daar heb ik mijn eigen kleding uitgezocht. En dat waren de mensen niet gewend, maar ja… ik moet daar straks staan en dan moet ik mezelf prettig voelen in de kleding die ik aanheb. Dat moet ik uitstralen. Dus ja, die kritiek die daarop kwam kon ik eigenlijk wel naast me neerleggen.

En de kritiek op het liedje?
Ja, daar had ik ook zoiets van… Weet je, iedereen heeft een eigen muzieksmaak, en dat mag ook, dat is natuurlijk ook heel normaal, en ik ga nu Nederland vertegenwoordigen met de klanken waar ik van hou, en dat is het puur Nederlandse volksrepertoire. Ik wilde het echt puur Nederlands doen. En ik ben nog steeds heel erg trots dat ik dat heb gedaan. Daar heb ik echt geen moment spijt van gehad. Want ik ben zelf echt opgegroeid met Nederlandstalige muziek, met de muziek van Marianne Weber, Frans Bauer, André Hazes. Ik sta daar echt voor, voor de Nederlandse muziek. En die klanken wilde ik graag overbrengen op het Eurovisie Songfestival. Dus daar heb ik geen moment spijt van gehad.

Dus op vrij jonge leeftijd wist je al precies waar je voor stond.
Absoluut. Ik was vrij jong inderdaad, maar ik had wel een duidelijke eigen mening. En dat heeft me wel heel erg geholpen.

Raakte de kritiek je daardoor minder?
Nou, het raakte mij wel. Het raakte me zeker. Want natuurlijk, je wil het liefst natuurlijk dat iedereen het leuk vindt. Maar ja, als je erover nadenkt, niet iedereen kan het leuk vinden. Niet iedereen hoeft je ook aardig te vinden. Dus ik ging daar eigenlijk wel heel nuchter mee om, gelukkig.

En hoe was dat de jaren daarna? In de jaren na jouw deelname werden de Nederlandse inzendingen succesvoller.
Ja.

En dan wordt jouw inzending daar misschien mee vergeleken, en dat is ook wel gebeurd. Ik vond op Facebook een berichtje dat je de wereld instuurde toen jouw zoon net geboren was. Natuurlijk waren er heel veel positieve berichten en felicitaties, maar er zaten ook sarcastische en onsmakelijke reacties tussen, zoals: ‘Ja, die onvergetelijke deelname, daar konden Anouk en Waylon niet aan tippen later.’ Hoe heb je gereageerd op die stroom aan negatieve reacties die later bleef komen?
Ik zeg heel eerlijk, ik ben daar vrij nuchter in. Want ik ben er ook intussen achter gekomen dat er ieder jaar kritiek is op het Songfestival. Al stuur je de grootste artiest van Nederland naar het Songfestival, dan nog is er kritiek, er is altijd wel iets. En tuurlijk zijn er altijd wel vergelijkingen, maar ik sta zelf zo achter wat ik heb neergezet, en daar gaat het uiteindelijk om.

Heel goed.
Ja.

Nog even terug naar het Songfestival. Je ging niet door, je gaf een emotioneel interview voor Shownieuws. En toen ging je vroegtijdig naar huis… Hoe voelde dat toen je thuiskwam?
Ja, nou, ik moet echt wel zeggen dat ik een super-onthaal heb gekregen toen ik terugkwam op Schiphol. Dat was wel echt heel fijn, omdat je dan wel nog het gevoel hebt dat de mensen je steunen. En toen ik thuiskwam, ja… m’n ouderlijk huis was helemaal versierd, dus dat was eigenlijk ook weer zó fijn, om ook alles te bespreken met je dierbaren, je familie, je vrienden. En wij wisten al dat ik na mijn terugkomst uit Oslo weer meteen de studio in zou gaan om bezig te zijn met nieuwe muziek. Dat ben ik eigenlijk ook vrij direct gaan doen.

Hadden jullie dat plan tijdens het Songfestival gemaakt?
Je moet echt een planning gaan maken vóór het Songfestival en na het Songfestival, dus we hadden met het team besproken: als we terugkomen, moet er een nieuwe single klaarliggen om uit te komen. We zijn gaan werken aan een album, zodat je niet stil blijft zitten en in een gat komt te vallen. Dus dat was eigenlijk ook wel heel fijn, om direct na zo’n drukke periode de draad weer meteen op te pakken.

En er is meer gebeurd na Eurovisie, want je bent ook getrouwd.
Ja. Het is ook leuk dat ik mijn man heb leren kennen voor de songfestivalperiode, in 2009. Dus we zijn er eigenlijk samen ingerold, dat is wel heel fijn.

Jullie hebben dat helemaal samen doorgemaakt.
Ja. Ja, klopt.

Dus hij is altijd al een klankbord geweest.
Ja, absoluut, ja. We hebben dat echt eigenlijk samen doorstaan, eigenlijk.

En jullie hebben nu ook twee kinderen.
Ja.

Wat hebben al die ervaringen gedaan met jou als artiest?
Toen ik begon was ik net achttien, en toen was het natuurlijk echt wel lastig qua tekst, want waar moet ik over gaan zingen? Ik kan niet gaan zingen dat ik een scheiding achter de rug heb of dat ik al kinderen heb, want dat is niet geloofwaardig, dat heb ik nog niet meegemaakt. Dus ik zong toch meer over verliefdheid en dat soort dingen. Maar ik hou echt van het levenslied – het zware, echt het zware levenslied, weet je wel, echt de mooie ballads over zware onderwerpen, daar hou ik juist van. En hoe ouder je wordt, hoe meer levenservaring je krijgt. Je gaat trouwen, je krijgt kinderen, je krijgt heel nieuwe gevoelens die dan komen kijken. En die gevoelens lenen zich dan weer mooi voor de muziek die ik maak.

Zou je kunnen zeggen dat je repertoire je leven volgt? Dat het parallel loopt aan wat je meemaakt?
Nou, het is niet zo dat de teksten die ik zing echt over mij gaan, dat ik dat echt heb meegemaakt, dat niet. Maar ik heb bijvoorbeeld een liedje gemaakt over dat ik zwanger was, Niemand heeft je ooit gezien. Het was natuurlijk gek geweest als ik dat had gezongen voordat ik zwanger raakte, dus zo bedoel ik eigenlijk dat het wel moet overkomen als je een tekst zingt, en dat het gek is als je heel jong bent.

Schrijf je ook veel teksten zelf?
Nee. Mijn teksten worden eigenlijk allemaal geschreven. Ik zeg heel eerlijk, ik vind teksten schrijven echt een vak apart, dus ik vind het heel knap van de mensen die dat kunnen. En eigenlijk schrijft Marianne Weber heel veel voor mij.

Oké, daar komt dat lijntje weer terug.
Ja, inderdaad.

Zou je kunnen zeggen dat het persoonlijk leed dat (onder andere in je recente single Eenzaam en alleen) wordt bezongen hoort bij het genre?
Ja, iedereen kan zich natuurlijk wel in zo’n tekst inleven, en dat vind ik juist mooi aan het levenslied, je kan ernaar luisteren als je heel vrolijk en blij bent, als je iets moois meemaakt in je leven, maar je kan er ook naar luisteren als je iets heel verdrietigs hebt meegemaakt. Je kan jezelf altijd verplaatsen in de tekst. Dat vind ik het mooie aan het levenslied, dat het echt met een lach en een traan is. En Eenzaam en alleen, dat kan gaan over dat iemand je heeft verlaten – maar dat hoeft niet, het kan ook iemand zijn die is overleden bijvoorbeeld.

Misschien een gekke vraag, maar… droomde jij als jong meisje ook weleens van een internationale carrière, iets wat veel jonge meisjes doen?
Eigenlijk niet echt, eerlijk gezegd. Ik heb nooit gedacht van, ‘nou ik wil echt een internationale carrière’, omdat ik wist dat ik echt het levenslied wilde gaan zingen – ja, dan blijft het toch echt bij Nederland.

Want je had wel bijvoorbeeld in het begin een cd gemaakt met jaren-tachtighits.
Dat klopt inderdaad. Toen ik veertien was heb ik een album opgenomen met Engelstalige liedjes, maar dat is nooit echt officieel uitgebracht. Dat heb ik echt gezongen puur voor mezelf om te kijken of ik het leuk vond om Engelstalig te doen, maar ik kwam er toen eigenlijk al vrij snel achter dat het Nederlands echt veel meer bij me past.

En had je toen ook al voor lief genomen dat je met het levenslied niet heel Nederland zou veroveren?
Ja, ik snap wat je bedoelt, want het is natuurlijk wel echt een bepaalde doelgroep waarvoor je zingt. Maar dat is – kijk, mijn idool is Marianne Weber. Ik ben echt opgegroeid met het levenslied. Dus, ehm… Ja, voor mij, en jaren geleden was het levenslied ook eigenlijk meer een taboe, als je zei dat je van Nederlandstalige muziek hield, dan lachten mensen je eigenlijk nog net niet uit. Maar ik ben zo blij dat dat in de loop der jaren is veranderd en dat die doelgroep steeds groter en groter is geworden.

Absoluut.
Ja. Bijvoorbeeld, de muziek van André Hazes, die leeft nu eigenlijk nog meer dan ooit.

Ja.
De doelgroep wordt steeds groter en groter. En iedereen kent wel liedjes van Marianne Weber of Frans Bauer of André Hazes. Iedereen in Nederland kent wel liedjes van die artiesten.

En recent ook Samantha Steenwijk en Tino Martin.
Ja, precies!

Je ziet het ook steeds meer bij The Voice terugkomen, dat er heel veel aandacht is voor Nederlandstalig repertoire.
Ja! Ik vind het heel goed dat er nu veel meer podium voor wordt gemaakt en dat dat nu veel meer op de Nederlandse tv wordt gehoord, daar ben ik echt ontzettend trots op. En wat ik ook nog wil benoemen… toen ik naar het Songfestival ging wist niemand wist wie ik was. En dat was natuurlijk ook wel een dingetje waar heel veel kritiek op was, omdat een meisje dat niemand kende Nederland ging vertegenwoordigen. Maar eigenlijk vind ik het juist heel mooi dat het Songfestival ook voor nieuw talent is. Nederland kent je in één klap! Ik durf gerust te zeggen, als ik het Songfestival niet had gedaan, dan had ik niet gestaan waar ik nu sta. Dan zou daar een veel langere weg voor zijn geweest. Dus ik ben zo dankbaar dat ik dat podium heb mogen gebruiken.

Jij hebt ook een miljoenenpubliek gehad, je hebt eraan geproefd. Zou je ernaar terug willen?
Nou, als de vraag is of ik ooit weer eens mee zou willen doen aan het Songfestival – ja absoluut. Maar dan zou ik het ook gewoon weer doen zoals ik het heb gedaan.

Waar sta je nu precies? Je zou een soort jubileumjaar vieren in 2020.
Ja.

Dat is natuurlijk een beetje anders gelopen allemaal.
Klopt! Maar dit jaar is natuurlijk voor iedereen heel anders als normaal. Ehm.. Maar elf jaar later ben ik eigenlijk zo ontzettend trots op wat ik nu al heb bereikt. Ik weet nog dat ik toen alleen ‘Sha-la-lie’ had als eigen repertoire. Ik had liedjes van Marianne Weber, Corry Konings, ik had een songfestivalmedley in m’n repertoire zitten – dus eigenlijk heel veel liedjes van andere mensen, en toen was mijn droom om ooit een halfuur vol te maken met mijn eigen repertoire, dus dat ik echt geboekt zou worden om mijn eigen liedjes. En die droom is uitgekomen.

Mooi. En wat komt er nu aan? Wat voor nieuwe plannen, nieuwe singles?
Net na het Songfestival, halverwege juni, komt mijn nieuwe single uit, Wat ’n ellende. En in het najaar ben ik weer special guest tijdens de nieuwe theatershows van Frans Bauer. Ik hoop eigenlijk nu, als zo meteen alles weer opengaat, om gewoon weer optredens te herpakken en om weer het land in te gaan met m’n muziek.