Toen de Noorse groep KEiiNO in 2019 de meeste punten van de kijkers kreeg met een song waarin gejoikt werd was dat niet de eerste keer dat deze klassieke manier van zingen van het Samen-volk op een Eurovisiepodium klonk.
In 1980 ging na ruim een minuut van het liedje van de Noorse zanger Sverre Kjelsberg opeens het licht uit, de muziek viel stil, en helemaal in zijn eentje begon een jonge Samen-zanger te joiken.
Zijn naam was Mattis Hætta. Hij overleed gisteren. Nadat zijn zangmakker Sverre in 2016 al stierf, zijn nu beide stemmen van een van de meest bijzondere Noorse bijdragen ooit stilgevallen.

Protest
Al vele jaren klonk er gemor vanuit de Samen, de oorspronkelijke bewoners van Noord-Scandinavië. De Noorse overheid had maar weinig oog voor hun belangen, en toen er in 1979 een groots plan werd aangekondigd voor het bouwen van een waterkrachtcentrale, waardoor een aantal Samen-dorpjes verplaatst moest worden, was het genoeg: er werd actie gevoerd voor het parlementsgebouw – dagenlang zaten protesteerders er joiks te zingen. Een van hen was Mattis, die zelf uit Masi kwam – een van de dorpjes die onder water zouden komen te staan.

Zacht
De protesten vonden plaats in de zomer en in de herfst werd popzanger Sverre Kjelsberg gevraagd om voor een theaterstuk samen met een tekstschrijver een liedje te schrijven óver die protesten:
Een simpel wijsje, twee kleine woordjes:
Sámiid Ædnan –  Samenland!
en:
Bestaan er eisen in zachtere vorm?
maar:
Het groeide aan van briesje tot storm.

Songfestival
Een van de theatermedewerkers die de tekst leest, zegt: daar moet een joik bij. Mattis Hætta wordt gebeld. Die ziet er niks in, hij heeft het veel te druk, hij is op tournee door Denemarken. Maar dan breekt er brand uit in de bus van zijn band. De tournee wordt afgebroken en Mattis heeft tijd om Sverre te ontmoeten. Tussen de twee mannen klikt het, tijdens een lange autoreis zingt Mattis de ene joik na de andere. Halverwege horen ze opeens allebei: déze wordt het.

Punten
Ze sturen het liedje in voor de Noorse voorronde, maar die winnen Sverre en Mattis maar nauwelijks. Ze eindigen op een gedeelde eerste plek, samen met de dan nogal bekende Åge Aleksandersen + Sambandet met hun song Bjørnen sover, een lollige variatie op een bekend Noors kleuterliedje. De negen juryleden moeten opnieuw stemmen, en dan kiezen er vier voor Aleksandersen en vijf voor S + M. In Den Haag, waar dat jaar de eindronde gehouden wordt, scoren de Noren vervolgens niet al te hoog: ze worden zestiende van de negentien.

Landeplage
Maar het liedje wordt een ‘landeplage’ in Noorwegen – een door iedereen gezongen melodietje, en dat komt niet in het minst door de joik. Mattis wordt daarna vooral bekend als theateracteur, maar hij neemt ook nog een album op met popversies van andere joiks. Het liedje wordt gebruikt in de Hollywoodfilm The Thing (2011) én als voetbaltribunelied door de fans van de Britse club Accrington Stanley FC.

Kracht
Een van de tekstregels die Kjelsberg op het eind door de joik van Hætta heen zingt is: Een joik heeft grotere kracht dan buskruit. En vele jaren later concludeert een grote Noorse krant: ‘Kjelsberg en Hætta creëerden acceptatie voor de strijd van de Samen door acceptatie te creëren voor de joik als muzikaal uitdrukkingsmiddel. Door een liedje te maken dat zo fris en aanstekelijk was, zo nieuw en radicaal anders dan we kenden van het instituut “Songfestival”, dat heel Noorwegen Sámiid Ædnan mee kon neuriën.’

Nooit eindigend
Overigens is de waterkrachtcentrale er uiteindelijk gewoon gekomen. Maar ook die andere zin uit het liedje is waar gebleken: ‘En joik tar aldri slutt een joik eindigt nooit’. De joik wordt tegenwoordig veelvuldig gebruikt in op de volksmuziek geïspireerde moderne muziek, met name door jongere artiesten. En al sinds 1990 wordt er elk jaar een Sámi Grand Prix georganiseerd, een op het Eurovisie Songfestival geënte muziekcompetitie voor alleen het joik-genre.

Nalatenschap
Mattis Hætta werd 63 en stierf, zoals de Noorse omroep deze week schreef ‘vanwege ziekte’ – maar hij zal tevreden geweest zijn over de kop boven datzelfde stuk. Daarin werd hij namelijk ‘de man die Europe leerde joiken’ genoemd. En hij zal het ook opnieuw eens zijn met wat hij zelf in 2010 zei over zijn Eurovisiedeelname met Sverre Klejsberg: ‘We verloren, maar we wonnen.’