In 2015 werd Willeke Alberti zeventig jaar. Ter ere van die verjaardag blikte zij met Belinda Meuldijk terug op haar carrière, haar muziek en haar leven. Een terugblik ook op het jaar 1994, waarin zij deelnam aan het Eurovisie Songfestival in Dublin. ‘Ik had het gedaan en ik had het idee dat ik had gewonnen. Ik ben gaan zitten bij al die andere collega’s, en heb er helemaal niet meer aan gedacht dat er ook nog punten kwamen.’
Keukentafel
Een openhartig gesprek, zo zou Willeke Alberti. Een leven als een lied het beste kunnen worden omschreven. Een serie gesprekken, al dan niet aan de keukentafel, tussen twee goede vriendinnen. Belinda Meuldijk schreef het boek, en hield de tekst dicht bij Willekes directe antwoorden. De publicatie viel samen met de viering van haar zestigjarige jubileum als artiest, begin 2015 in Carré. Dat het boek eerder een liefdevol portret moest worden dan een objectieve en volledige biografie, merk je dan ook aan alles. Het is de kern van het verhaal: niet zozeer de droge feiten, maar Willekes kijk op de gebeurtenissen. Haar woorden over haar jeugd, haar vroeg startende carrière, haar vader, haar kinderen, haar huwelijken, maar vooral ook over haar liedjes.
Liedjes
Want die liedjes, die vormen de rode draad. Om de paar pagina’s vind je er weer eentje. Alle grote hits uit Alberti’s carrière komen voorbij, maar niet als losse kaders: ze zijn door Meuldijk deel van het verhaal gemaakt, verweven met de bepalende momenten in Alberti’s leven. Al zijn de meeste van die liedjes niet door haar zelf geschreven, dan nog vallen ze wel mooi samen met de persoon die ze zong en zingt. Een scheiding en een nieuwe liefde in Willekes leven zorgden voor een vertrek uit het huis waarin ze haar eerste twee kinderen had opgevoed, en daarmee tot de liedtekst van Het oude huis. Leven en muziek vallen samen tot een persoonlijk verhaal, aangevuld met tientallen nog niet eerder gepubliceerde foto’s uit Willekes persoonlijke archief.
Paul de Leeuw
In die lange en veelzijdige carrière is 1994 het jaar waarin het Eurovisie Songfestival in beeld kwam. In de zomervakantie van dat jaar waren Willeke en haar toenmalige man Sören Lerby op bezoek bij Paul de Leeuw en zijn partner in Frankrijk, toen Paul, betrokken bij het songfestival, met het voorstel kwam om Willeke naar Eurovisie te sturen. Eerst was er sterke twijfel bij de toen al gelauwerde zangeres. Rondom het songfestival hing toch een beetje het beeld van een imagokiller, ook al had Ruth Jacott het jaar ervoor (zesde plaats) laten zien dat het ook heel goed kan uitpakken. Willeke wist dat Paul de Leeuw haar bewonderde, maar wat zag hij in haar in het licht van het songfestival? Was ze ‘leuk camp’ voor hem, of misschien wel een ideale gelegenheid om een succesvol artiest van haar voetstuk te trekken?
Dublin…
Toch duurde de twijfel niet lang. Willeke Alberti zei ja. Na een selectieproces, waarbij Ruth Jacott, Harry van Hoof, Willeke zelf én het Nederlandse publiek betrokken waren, werd Waar is de zon het lied waarmee ze naar Dublin af zou reizen. Er was veel ‘gedoe’ in Nederland rondom de slagingskans van de langzaam op gang komende ballade, en vooral ook over ‘de jurk’, veel te veel over die jurk, meer dan bij een artiest als Willeke Alberti paste. Maar bij haar en de mensen om haar heen leefde de overtuiging, kijkend naar de recente successen van bijvoorbeeld Ierland en Johnny Logan in het bijzonder, dat een simpelweg integer lied het hart van de mensen kon bereiken en daarmee succes kon hebben.
Willeke vond het, ondanks alle heisa, allemaal toch ‘hartstikke leuk’. Het mediacircus om haar heen gaf haar in de aanloop naar het festival geen seconde de kans om zich voor te bereiden op tegenslagen. Ze wist wat ze kon en ze zong voor driehonderd miljoen kijkers zoals ze altijd zou zingen, oprecht en met volle overgave. Daarna zat ze met haar entourage bij de puntentelling. De rest is geschiedenis: vier punten van Oostenrijk, dat was alles. Maar dat de score zo dramatisch uitpakte, drong maar nauwelijks tot Willeke door. ‘Ik had het gedaan en ik had het idee dat ik had gewonnen, ik had het zo goed gedaan. De Engelse versie van het liedje had ik al op papier, in m’n decolleté. Ik ben gaan zitten bij al die andere collega’s, en heb er helemaal niet meer aan gedacht dat er ook punten kwamen.’
… en daarna
Willeke Alberti eindigde drieëntwintigste in Dublin. Het volgende jaar zou Nederland hierdoor niet mee mogen doen. Een dramatische uitslag, en voor de cynicus komt dan het bekende verhaal om de hoek kijken: deelname aan het Eurovisie Songfestival zou een gevestigde carrière kunnen breken, een reputatie kunnen slopen, en daarom moet je er niet aan willen beginnen. Willeke Alberti deed het wel, en was daarmee haar succes ten einde? ‘We kwamen aan op Schiphol. Ik moest huilen toen ik de menigte zag die op ons stond te wachten om ons toe te juichen.’ In de weken erna spraken mensen haar aan om haar te verzekeren dat ze voor hun nog dezelfde Willeke Alberti was. Paul de Leeuw belde de ochtend na haar terugkomst op ‘met bezorgdheid en condoleances’. Het was alsof niemand het haar kwalijk nam.
Levenslied
Voor Willeke Alberti ging het leven door, en dat gold evengoed voor haar muzikale verhaal. De lijst van successen ná haar deelname is indrukwekkend en overtuigend. Er kwam geen wraak, geen boemerang, geen diepe val. In de meest recente jaren (de jaren sinds Anouk) bevestigt de Nederlandse kijk op het songfestival wat Willeke Alberti in en na 1994 al liet zien: het songfestival breekt je niet, verpest je reputatie niet, zolang je maar oprecht bent in de muziek die je brengt.
Willeke Alberti bleef en blijft een vrouw van de wereld, zo vertelt dit boek: gouden platen, hits, een nog altijd druk bestaan in het theater, een hecht familieleven maar ook een roerig liefdesleven, talloze contacten, inzet voor goede doelen, kortom: een vrouw met een veelbewogen leven. Maar de kern van haar bestaan, zo vertelt dit boek, blijft haar muziek, haar lied. Een levenslied, dat is wat dit boek is: niet compleet, niet objectief, maar wel kleurrijk en boeiend.
WILLEKE ALBERT. EEN LEVEN ALS EEN LIED.
Belinda Meuldijk
Xander Uitgevers, 2015
291 bladzijden
Nederlands