Eurostory? Dat is die site van die stukken over goeie teksten en smaakvolle songs.
Ja, maar soms even niet.
Ook wij hebben onze geheime liefdes – en in vier afleveringen tonen we jullie onze schaamrode wangen.
Vandaag: deel één.


Põhja-Tallinn – Meil on aega veel
Voorronde Estland 2013, plek 6 van 10.

‘We hebben nog tijd’ – dat is de vertaling van de titel van deze song van Põhja-Tallinn (die groepsnaam betekent overigens ‘Noord-Tallinn’).
De band zingt: ‘Elke ochtend word je gewekt door een mobiele aardbeving.’ Goeie zin, goed beeld.
Ook de rest van de tekst gaat over het gevoel dat we in onze rug geduwd worden, over gehaast, over gestress. Maar, zegt de groep:
Niet alles volgt de klok,
een kortere route lukt niet altijd.
Alleen de tijd toont liefde,
alleen de tijd vergeeft.

En ze hebben ook een oplossing, advies en mantra in de vorm van deze terugkerende zin: ‘We hebben nog tijd, en zo niet, dan lenen we het ergens.’

Alles aan deze festivalinzending ontroert me.
Dat de clip in een onopvallend kerkje is opgenomen.
Dat de troostzinnen van het refrein (‘We hebben nog tijd, en zo niet, dan lenen we het ergens!’) ons toegezongen worden door een kinderkoortje – je ziet het in hun ogen, zij hébben die tijd en zij weten beter dan wij hoe het leven werkt.
Dat één van de meisjes zo enthousiast is dat ze de tekst van de rappers mee-playbackt.
Dat die rappers, gekleed in simpele H&M-hemdjes, zich Fate en Wild Disease noemen.

De groep deed het niet echt goed tijdens de Estse selectie. Ze kwamen de halve finale nog door, maar werden in de finale gedeeld zesde. Waar dat door kwam?
Misschien de wat wankele live-uitvoering  – en zeker het feit dat het kinderkoor niet mee mocht op het podium.

Geeft niet. Gooi je laptop dicht en zet de lange versie van deze song zo luid op dat je hele huis ervan begint te glimlachen.


La Casa Azul – La revolución sexual
Voorronde Spanje 2008, plek 3 van 10

La Casa Azul (‘Het blauwe huis’) is een band die geen band is. Guillermo Vilella Falgueras, die zich Guille Milkyway noemt, schrijft en zingt alles. Soms staan er andere bandleden op het podium, en die hebben zelfs voornamen – maar geen achternaam. De frontman noemt ze ook wel zijn ‘androids’. O, en hijzelf draagt vaak een helm. Zoals ook tijdens de Spaanse voorronde, waarin hij, helaas, niet heel vast zong.

Maar vergeet dat. Het publiek danste, en als je het liedje hiernaast afspeelt danst je telefoon ook, de toetsen van je keyboard beginnen te wiebelen en kijk, buiten heeft de zon de bof gekregen.

Dat doet La revolución sexual. Milkyway haalt zijn inspiratie bij de Beach Boys, bij Abba, bij de Braziliaanse briesjesjazz van de jaren zestig, bij het blije orkest van James Last – en alles draait om zomer en om bevrijding.

Dat lezen we ook terug in de tekst van het refrein:
Jij, die besloot dat je leven niet de moeite waard was,
dat je de neiging had je altijd slecht te voelen,
dat je je voorbereidde op een rampzalige toekomst:
vandaag voorspel je de seksuele revolutie.

Jij die besloot dat de liefde jou niet voor jou zou zijn,
dat je er de voorkeur aan gaf om je identiteit te maskeren,
vandaag bereid je je voor op de meest fantastische schok
omdat vandaag de seksuele revolutie begint!

Het is jammer dat er op het Spaanse festival geen stevigere versie werd neergezet, want dit lied had alles om een internationaal vlaggenlied van de seksuele revolutie te worden. In Spanje is het inmiddels een klassieker. Het werd gebruikt in tv-series en reclames, en kreeg een kleine Eurovisie-herkansing toen alle deelnemers aan de talentenjacht die uiteindelijk leidde naar de Spaanse inzending van 2017 samen deze vrolijkmakende versie zongen.


Roland Kaiser – Hier kriegt jeder sein Fett
Voorronde Duitsland 1980, plek 8 van 12

Eind 1980 stond er opeens een onbekende Duitser op 1 in de Nederlandse hitparades. Roland Kaiser zong Santa Maria, een schlager die je ook een überschlager zou kunnen noemen: traag, warm, sentimenteel, je oren niet uit te pulken.
Maar we hadden eerder dat jaar al kennis met hem kunnen maken – als hij de Duitse voorronde gewonnen had.

Daar deed hij aan mee met een totaal ander soort lied. Hier kriegt jeder sein Fett (‘Hier krijgt iedereen de volle laag’) is een vrolijk en venijnig lied over een uitgeblust groepje oude mannen in een buurtcafé. Een koopman, een leraar en een jurist zitten bij elkaar en geven hun mening over de wereld.

Het lied beschrijft hoe ze een broodje rauw gehakt bestellen, schnaps drinken en de wereldpolitiek bespreken. ‘Vroeger was er nog orde! De jeugd is totaal de weg kwijt!’ Dat soort teksten komen voorbij.

De tekstschrijver heeft plezier gehad, want hij levert halverwege een strofe die maar liefst vijf keer achter elkaar dezelfde rijmklank heeft:
Sie reden und schwätzen, sie geifern und hetzen,
und andre verletzen macht Spass.
Sie flüstern und petzen, es fliegen die Fetzen.
Sie machen vor Lachen sich nass, ha ha ha.

(‘Ze praten en zwetsen, ze kwijlen en jakkeren, en anderen kwetsen is leuk – ze fluisteren en roddelen, de flarden vliegen in het rond, en ze piesen in hun broek van het lachen, ha ha ha.’)

Ook de componist had lol: tijdens dit couplet laat hij de achtergrondzangers ritmisch hijgen, en daarna hardop lachen (hoe vaak zal dat voorgekomen zijn op een Eurovisiepodium?).

Uiteindelijk worden de mannetjes hitsig. Ze overleggen driftig wat beter is: blond, bruin of rood? Ook de vrouwen die besproken worden krijgen weer hun ‘Fett’, de volle laag.

Maar dan volgt de laatste strofe:
‘Het loopt tegen twaalven, ze moeten eens op huis aan.
De meesten van hen lopen niet meer zo recht.
Ze geven elkaar een arm en lallen een lied,
maar ze hebben al zo’n idee van wat er nu gaat gebeuren – want thuis zit hun vrouw in bed te wachten, en…’
Und… zingt Roland Kaiser dan vol leedvermaak,
…dann kriegt jeder sein Fett.
Dann kriegt jeder sein Fett.
Dann kriegt jeder sein Fett.
Dann kriegt jeder sein Fett.
Ja, dann kriegt jeder sein Fett.


Toše Proeski – San egzotičan
Voorronde Noord-Macedonië 2004, plek 8 van 8

Tijdens zijn laatste concert herhaalde Toše Proeski het nog een paar keer: ‘Ik ben Macedonisch en zal nooit ergens anders gaan wonen.’ Een paar dagen later verongelukte hij om half zeven in de ochtend. De auto waarin hij lag te slapen botste tegen de achterkant van een vrachtwagen en daarna tegen de vangrail. Zijn manager en de chauffeur bleven ongedeerd, maar de 26-jarige Proeski was op slag dood. Hij kreeg een staatsbegrafenis, die behalve door veel van zijn collega’s ook door de president, de premier en de Amerikaanse ambassadeur werden bijgewoond.

Maar al lang voor die tragische gebeurtenis was Proeski een superster. Hij werd ‘de Elvis Presley van Macedonië’ genoemd, en er bestond een reeks strips waarin de hoofdpersoon ‘SuperToše’ was – een het kwaad bestrijdende held die als twee druppels water op hem leek.

In 2003 won hij de voorronde van (toen nog) Servië-Montenegro, maar het land mocht vanwege teveel deelnemers nog niet aan Eurovisie meedoen. In 2004 debuteerde Noord-Macedonië als zelfstandig land en als eerste vertegenwoordiger werd uiteraard gekozen voor Toše Proeski. In de voorronde zong hij acht songs, en Life werd uitgekozen, waarmee Proeski veertiende werd in Istanbul.

San egzotičan (Сон Егзотичен) kreeg het minste aantal punten in de voorronde, en toch vind ik dat lied, door zijn vreemde broerigheid, deinende ritme en gekke instrumentatie het leukst.

En de tekst? Tja, die leidt naar een raadsel.
De vertaling van de titel is ‘Exotische droom’, en Proeski beschrijft een soort visioen:
‘Een vreemde droom, geelgekleurd,
in een land ver weg,
een bedwelmende geur,
zand, sporen…
De winden fluisteren me iets toe.
Ik volg ze, om erachter te komen waar jij je bevindt …
Als sterrenstof ben je ergens verdwenen.’

De ik-persoon is dus op zoek naar – waarschijnlijk – een geliefde. Vindt hij die ook, aan het eind van het verhaal? Wel, daar verschijnt dat raadsel dus. Want de laatste zinnen luiden:
‘Met die droom is een nieuwe dag aangebroken,
maar zonder jou.
“Vergeef me”, zei je.
Ik zag iets glanzen in mijn haar.’

Ik zag iets glanzen in mijn haar? Wat bedoelt Proeski hier? Begon hij te dromen van goudgekleurd zand doordat er een haarlok voor zijn ogen viel en daar toen even de zon doorheen glom? Deed dat glanzen van zijn eigen haar aan het glanzen van háár haar denken?
Hoe het ook zij: die eruit springende laatste zin geeft dit lied zélf een glimmering.


Svante Thuresson – Johan B. Lund
Voorronde Zweden 1977, plek 2 van 10

Wie is Johan B. Lund?
Wacht, dat komt zo.

Eerst de jazz-zanger die we hier horen: Svante Thuresson. Hij is inmiddels 84 jaar oud, maar in 1966 stond hij samen met Lill Lindfors op het Songfestival met het heel geinige, maar ook werkelijk krankzinnige Nygammal vals (hip man svinaherde). Het duo werd tweede, en het lied ging over – hou je vast – een varkenshoeder (Thuresson) en een prinses (Lindfors) die besluiten van baan te ruilen, en er was ook nog iets met een braadpan, nou ja, lees dat maar terug in ons boek.

Wie is dan die Johan B. Lund?
Wacht.
Eerst dit:
Thuresson raakte verslingerd aan het Songfestival. Hij probeerde namelijk nog zeven (!) keer mee te doen, wat nooit lukte.
Op een rij:
1966 – Hej systrar, hej bröder (7de van 10)
1967 – Förlåt min vän (9de van 10)
1968 – Du är en vårvind i April (2de van 10)
1968 – Här kommer pojkar (samen met Östen Warnebring, nooit uitgebracht) (5de van 10)
1969 – Sommarflicka (6de van 10)
2007 – Första gången (met Anne-Lie Rydé) (6de van 8 in de halve finale).

Maar veruit de leukste poging stamt uit 1977. Toen werd hij tweede met het swingende Johan B. Lund.
Maar wie is dat?

Dat vraagt Thuresson zich ook af. Letterlijk in de eerste zin:
‘Johan B. Lund, wie is Johan B. Lund?’

En in de rest van het lied geeft hij er antwoord op:
Hij is de gids naar dromenland, die je als je slaapt met zijn jet-bromfiets meeneemt en ervoor zorgt dat de tijd uit de pas loopt, dat je sterrenglans ziet, dat je in je dromen rijk wordt en prachtig kunt zingen. Det fixar Johan B. Lund. (‘Dat fixt Johan B. Lund’)

De man is dus een soort Klaas Vaak. Maar waarom hij Johan heet, en waar die B. voor staat blijft een mysterie.

Nu is dat natuurlijk geen bezwaar bij het meezingen. Ook wie geen Zweeds spreekt kan heus wel twaalf keer de naam ‘Johan B. Lund’ mee-lipsyncen. En meedansen kun je vast net zo goed als dit Zweedse jongetje.
Maar pas echt leuk wordt het bij het allerlaatste woord. Dan zingt Thuresson dat Lund er in de ochtend weer vandoor gaat en zijn droomparaplu met zich meeneemt. En laat dat woord in het Zweeds nu ongeveer hetzelfde klinken als in het Nederlands, dus:
adem in en galm die laatste noot net zo lang uit als Thuresson:
‘Drömparapluuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuu!’