Wie in de beginjaren als kind al fan werd van het Songfestival is nu ergens in de zeventig. Stel het je voor: dan heb je dus zowel Assia als Abba meegemaakt, zowel Leandros als Lordi en zowel Conchita B. als Conchita W.
Oud worden in Eurovisie: het kan probleemloos. Je hoeft niet kras te zijn om mee te neuriën met Arcade, wie een rollator heeft kan zich evengoed verheugen op The Roop als wie zich zorgen maakt over de Cito-toets.

35
Maar dan hebben we het over passief deelnemen. Hoe zit dat met de actieve kant? Jan Smit zei afgelopen week dat hij nooit als zanger naar Eurovisie zou gaan, want ‘dat is voor jonge mensen’. Jan Smit is 35. Wie naar de cijfers kijkt, moet hem trouwens gelijk geven. De Nederlandse vertegenwoordigers van de laatste vijf jaar waren gemiddeld 25,3 jaar oud, en de winnaars van de laatste vijf jaar 27,4.

De bodem
Eurovision is a young person’s game – dat kunnen we wel stellen. En toch. Soms boren oudere uitvoerders opeens gaatjes in de bodem. Dan zien we pensioengerechtigden en bijna-pensioengerechtigden terug in voorrondes, en soms zelfs in eindrondes.
Vaak gebeurt dat trouwens niet: de laatste keer dat artiesten op leeftijd daadwerkelijk het Eurovisiepodium haalden was in 2013:
Bonnie Tyler (61) zong voor het Verenigd Koninkrijk. Ze werd negentiende.
Bij de groep Takasa (Zwitserland) speelde Emil Ramsauer op de bas. Met zijn 95 jaar is hij de oudste die ooit op het festivalpodium gestaan heeft – de groep kwam niet door de halve finale.
Een jaar daarvoor hadden de dames van Buranovskiye Babushki uit Rusland (waarvan de oudste 86 was bij deelname) overigens wel succes. Ze werden tweede.
Maar Engelbert Humperdinck uit het Verenigd Koninkrijk (76) werd in datzelfde jaar ook tweede, alleen dan van onderaf.

70
Op de Russische grannies na waren er dus weinig hoge scores, en sindsdien bleef het dan ook bij jonkies. Hoewel – in alle vier Scandinavische voorrondes van dit jaar zagen we toch weer oudgedienden. In alle gevallen ging het om deelnemers die het in het verleden al vaker geprobeerd hadden, en de betreffende zangers en zangeressen waren samen gemiddeld 70 jaar – oftewel: de dubbele leeftijd van Jan Smit.

Waarom?
In hun respectievelijke voorrondes eindigden ze stuk voor stuk laag, dus de vraag blijft: als duidelijk is dat zestigers, zeventigers, tachtigers en negentigers geen kans maken op Eurovisiewinst, is hun nummer dan alleen maar een lolligheidje? Of misschien een rustpunt, een soort pauze-act? Dienen de artiesten met al die jaren ervaring dan als clown? Of als nestor? Kortom: waarom worden ze ingezet door selectiecommissies? Laten we, om die vraag te beantwoorden, Noorwegen 2021, Zweden 2021, Denemarken 2021 en Finland 2021 eens langslopen.


Noorwegen-oud: Ketil Stokkan (64 jaar) – My life is OK

In het Noorse Melodi Grand Prix van dit jaar zagen we Ketil Stokkan met zijn duim omhoog. Hij zong My life is OK, droeg een zonnebril en knipoogde naar vroeger: hij deed heel even zijn eigen huppende dansje uit 1986 na.
1986? Ja, want toen stond hij met het geestige Romeo op het Eurovisiepodium. Hij werd twaalfde en schreef geschiedenis door met zijn achtergronddansers als eerste – ver voor Conchita – drag te introduceren.
Overigens ging hij in 1990 nog een keer, maar werd toen een-na-laatste met Brandenburger Tor.

En dit jaar? Hij ging roemloos ten onder in een halve finale. Zo ‘OK’ vonden de kijkers zijn lied dus niet, en dat is misschien ook niet zo vreemd: de over-simpele melodie van het lied ademde gedateerdheid en kon niet gered worden door de boodschap over viering-van-verschillen of door de video-achtergrond met cute, diverse, jonge mensen.
Die vergrootten eerder het contrast met de weliswaar sterk zingende, maar toch ook wat gedesoriënteerd bewegende Stokkan.

Bewondering is wel op zijn plaats voor Stokkans zelfspot, want in de tekst van zijn liedje anticipeerde hij al op welk oordeel dan ook:
Some say that my music is bad –
I say: ‘No way, my music’s okay.’

en:
Some say that I’m losing my soul –
I say: ‘No way, my soul is okay.’


Zweden-oud: Eva Rydberg & Ewa Roos (respectievelijk 77 & 71 jaar oud) – Rena rama ding dong

Deze twee dames kwamen tot de herkansingsronde, wat in Zweden lang niet slecht is. De titel van hun lied valt te vertalen als ‘Gewoon helemaal knettergek’ en dat geeft al aan wat de toonzetting is: joligheid.

Hier geen ongeoliede danspasjes – met name Rydberg, de oudste van de twee, schmiert er lekker op los. Ze draait bijna hoelahoepend met haar heupen, en dat strookt met de tekst:
Kom, wiebel met je voet
de knieën volgen vanzelf.
Kom, wiebel met je heup –
voel je je al wat beter?

Dat hier alleen maar gekkigheid bedoeld wordt toont zich vooral aan de act – de achtergronddansers zijn verkleed als onhandige oude mensjes. Met wandelstokken en grijsbruine regenjassen voeren ze de instructies uit de tekst uit. Het wordt steeds hahaha-achtiger, een van de dansers doet een bejaarden-spagaat en krijgt acuut steken in zijn rug. De hele song eindigt in een slagveld: de nepbejaarde dansers liggen uitgeteld op de vloer.

Maar Eva & Ewa staan nog overeind, en daarmee zijn de rollen vrolijk omgedraaid. Eerder in het lied steken ook de dames zelf de draak met het feit dat ze hier op vergevorderde leeftijd aantreden: ze doen tussen twee coupletten door in een gesprekje alsof ze vergeten zijn wie waar moet gaan staan.
Rydberg is daarbij het grappigst. Niet zo gek, want ze heeft een rijke carrière als comédienne achter de rug. Met Charlie-Chaplin-achtige motoriek werkt ze zich door het lied – en ook dat is niet verwonderlijk. Bij haar enige eerdere voorronde-ervaring, in 1977, werd ze derde met een liedje dat heette… Charlie Chaplin.


Denemarken-oud: Mike Tramp (60 jaar oud) – Everything is alright

Tieneridool was hij, op zijn zeventiende. Met hoogblonde haartjes nam hij als puppy deel aan het Eurovisie Songfestival van 1978. Na jaren van afwezigheid – omdat de Deense omroep het niveau van het festival abominabel vond – besloten de Denen terug te keren en het jongensbandje Mabel, met Tramp als leadzanger, zong Boom boom. Een in die tijden gangbaar soort Eurovisietitel, met een tekst over hoe hun harten sneller waren gaan kloppen, hoe zou dat nou toch komen, waren ze ziek? (Afloop: het was love.)

Mabel werd zestiende van de twintig, probeerde het een jaar later nog een keer, maar werd niet opnieuw gekozen. Toch bleef de groep een paar jaar heel populair, en, nog knapper misschien: na het uiteenvallen van Mabel kroop Tramp, die eigenlijk Trempenau heet, ook weer succesvol onder dat vroege succes vandaan. Hij verhuisde naar Amerika, en later naar Australië, en zijn muziek verhuisde ook: van songfestivalpop naar rock naar hardrock. Veel hits, optredens, bands en albums volgden.

Maar loopbanen blijken soms in rondjes te gaan. Als vroege zestiger stond Tramp nu opeens opnieuw in de Deense voorronde. Hij bracht een rustig gitaarrocknummertje en wat we zagen was een getaande man, tegen een achtergrondprojectie van kaalgeblazen woestijngebied. Zijn song eindigde niet in de top (behalve de eerste drie liedjes werd de volgorde niet vrijgegeven), maar zet Tramp-1978 en Tramp-2021 naast elkaar en je ziet het vervlieden van een leven. Van springerig naar gelaten, van hartengebons dat de keel uit jumpt naar ‘everything is alright’.


Finland-oud: Danny (78 jaar oud) – Sinä päivänä kun kaikki rakastaa mua

Danny Lipsanen (geboren 1942) heeft een carrière van zestig jaar achter de rug, met ontelbare successen, met compilatiealbums (‘Zijn 100 beste songs’, dat soort werk), en met negen songfestivalvoorrondedeelnames, overigens zonder ooit een keer te winnen:
1966 – Pieni sana (achtste van negen)
1967 – Sua kutsun, Marit (tweede van acht)
1967 – Keskiyöllä (vierde van acht)
1973 – Galileo Galilei (vijfde van twaalf)
1974 – Jos maailmassa vain ois kahva (zevende van acht)
1975 – Seikkailija (tweede van negen)
1986 – Ninja (achtste van negen)
2004 – Seven times seven (gedeeld laatste)
En dit jaar (zesde van zeven).

Maar Sinä päivänä kun kaikki rakastaa mua is niet alleen de langste titel die hij ooit aanbracht, het is ook de meest serieuze. Gezeten op een kruk zong hij over… zijn begrafenis. Of, zoals de vertaling van de titel luidt: ‘De dag dat iedereen van me houdt’:
Besteed niet teveel geld aan waar je me in wegbrengt,
ik wil ook wel in een kartonnen kist gaan liggen.
[…]
Laat de gieren die de paparazzi binnen proberen te smokkelen maar flink betalen,
zo niet dan beloof ik dat ik jarenlang bij je kom spoken.
Eén wens – ik wil graag in stijl vervoerd worden,
een zwarte Benz, dat moet mijn laatste ritje zijn.
[…]
Niet verdrietig zijn, trek witte kleren aan als dat je opvrolijkt.
Kies een foto uit en doe die in een lijst, maar zorg dat ik er goed uitzie,
wanneer deze jongen voor de laatste keer het avondjournaal haalt.
[…]
Als je zoals ik het leven van wel vier man hebt geleid, en dan eindelijk aan het kortste eindje trekt,
dan zal mijn aardse lichaam vervagen –
maar de echo van mijn stem zal nog altijd opklinken
uit mijn liedjes.


Dat wat eindigt
Vier verschillende manieren om oud te zijn in Eurovisie – dat is wat deze Scandinaviërs laten zien. Je kunt, zoals Stokkan, je vast proberen te klampen aan hoe het was, aan wie jij was,
je kunt, zoals Rydberg en Roos, gewoon een partijtje lol proberen te maken, waarin je vooral jezelf en al je leeftijdsgenoten vrolijk te kijk zet,
je kunt als Tramp het hoofd buigen voor de tijd en berusten in hoe je ouder, wijzer, vermoeider en kalmer geworden bent,
en je kunt doen wat Danny deed: het einde werkelijk onder ogen zien.

Contrast
Is het jammer dat we hen, en andere zestigplussers, niet op het internationale podium zien? Misschien niet. Eurovisie gaat toch vrijwel altijd over beweging, kracht en straling. Aan de andere kant: wérkelijk oud zijn, en aandacht voor stilstand, kwetsbaarheid en terugkijken, dat zou als kleur in het songfestivalpalet toch niet misstaan?
Maar dan moet het niet een seniorendeelname zijn zoals we die tot nu voornamelijk zagen. De meeste van de ouderen op het Songfestival benadrukten juist dat Eurovisie voor onder de veertig is, doordat ze zichzelf als ‘grappig’ lieten kenmerken, als ‘geinig oudje’. Ze dienden als contrast tegenover alle jeugdigheid, waardoor de jeugdigheid nog jeugdiger werd.

Unicum
De keuze voor een artiest als de Finse Danny had een ander soort tegenwicht kunnen bieden. Hoe bijzonder was dat geweest: naast alle liedjes over dat wat begint, een tekst over hoe alles ook weer ophoudt. Het had een unicum kunnen zijn: een handleiding in afscheid nemen. Gezongen door iemand die dat op dit moment – trots en sterk – doet.