Jeangu Macrooy (27) zingt Birth Of A New Age op het Eurovisie Songfestival 2021. Voor de afgelaste editie van 2020 schreef hij Grow. In een uitgebreid gesprek vertelt hij aan Eurostory hoe beide nummers tot stand kwamen. En of er een activist in hem schuilt. En of hij met optimisme naar de toekomst kijkt.
Grow schreef je in één grote vlaag, vertelde je vorig jaar. Ging het bij Birth Of A New Age net zo soepel?
Ten eerste: het is heel erg fijn dat ik alsnog Eurovisie mag doen dit jaar, veel kandidaten die vorig jaar mee zouden doen komen niet terug. Maar Grow schreef ik niet per se met het Songfestival in mijn hoofd, ik wist toen alleen: ik zou op een bepaald moment iets aan de selectiecommissie kunnen laten horen. En dit jaar wist ik: één van de liedjes die ik schrijf gaat sowieso naar het Songfestival. Dus ik ben met mijn producer de studio ingegaan en we zijn gewoon heel veel nieuwe songs gaan maken. Birth Of A New Age is heel laat in het schrijfproces ontstaan, pas in december, dus op een gegeven moment zat er wel flink wat druk op. Maar tijdsdruk en druk om iets te maken wat goed is brengen altijd twee opties: het lukt niet of het lukt wel. En het moest gewoon lukken.
Je had, net als de andere terugkerende artiesten, ook de kans om een tweeluik te maken. Om twee verschillende kanten van jezelf laten zien. Heb je er op die manier over nagedacht?
Nee, ik ben niet gaan schrijven met het idee dat het iets moest worden wat tegenovergesteld was aan Grow. Wel wilde ik iets maken wat anders was. Wat een ander verhaal vertelde. Maar ik weet niet of dat zo bewust is geweest. Ik ben gewoon gaan maken wat ik voelde. En er zijn eigenlijk heel veel verschillende dingen uitgekomen, ook songs die wat meer in de buurt kwamen van Grow.
Heeft al dat schrijven je een nieuw album opgeleverd?
Ja, ik heb nu zoveel songs dat ik er een album van zou kunnen maken, maar ik ga nog doorschrijven. Ik heb geen haast, ik denk dat er pas volgend jaar een nieuwe plaat komt.
Je vertelde ook dat je op de ochtend van de decemberdag waarop Birth of a new age ontstond voelde: nu gaat het lukken.
We waren laat in het proces, de tijd drong, we gingen de studio in en de energie van ‘we gaan het doen’ was er. Meestal nemen we de tijd en maken we op zo’n dag één song, maar die dag waren het er twee. Birth Of A New Age was de tweede. In de week ervoor was ik al bezig geweest met de tekst. Ik had als basis een soort opzetje gemaakt en Perquisite [Jeangu’s producer en mede-songschrijver, red.] snapte die gewoon heel goed. Toen begonnen we en ik kwam in een creatieve flow waarbij de tijd vliegt en je zoveel ideeën hebt dat het bijna teveel wordt. Het was een hele fijne studiodag.
Maar het begon dus met de tekst?
Ja, de tekst was er het eerst, bijna als een soort gedicht. Die las ik aan Perquisite voor, zodat hij ook een idee had waar ik het over wilde hebben. Soms begin je aan een nummer in de studio en dan moet je ontdekken waar het over gaat door de muziek, door de dingen die op dat moment in je hoofd komen. Maar bij dit nummer wist ik het al. Dus toen zijn we eigenlijk dingen op hun goeie plek gaan zetten. Puzzelen.
Weet je nog welke zinnen van de tekst er het eerst waren?
Ja, dat is een goeie vraag. Dat moet ik even helemaal terughalen. Ik weet het niet precies meer. Ik denk dat het wel begon met de eerste zin, ‘Skin as rich as a starlit night’. Ik kan het me niet precies meer voor de geest halen, maar ik weet nog wel dat dat gedicht weer gebaseerd was op een ander ideetje dat ik afgelopen zomer had opgeschreven. Ik vind het lastig om me dat nog voor de geest te halen, omdat het zo is doorontwikkeld.
Er zijn natuurlijk twee kernzinnen: ‘Your rhythm is rebellion’ en ‘Yu no man broko mi’, de zin in het Sranantongo. Stonden die er ook meteen al in?
In het gedicht? Ja, die stonden er allebei al in.
En het feit dat ze zo belangrijk werden, dat ze steeds herhaald worden. Ontstond dat dan in de studio?
Dat was inderdaad deel van het proces waarin we onderzochten waar we extra gewicht op wilden leggen.
Er zitten zinnen in die technisch heel ingenieus zijn, met binnenrijm en met letters die terugkomen. Kwamen die gewoon zo, of zoek je verder en verder tot het steeds beter klinkt?
Dat laatste. En dat is misschien ook weer het verschil met Grow. Grow is vanuit een stream of consciousness ontstaan en bij dit lied bleef ik eraan werken totdat ik wist: dit klinkt zoals ik wil dat het klinkt en dit is het beeld dat ik wil schetsen.
Het is misschien moeilijk om te zeggen wat voor jouzelf de mooiste zin is, maar als je het goed vindt zal ik zeggen wat ik de mooiste vind. Dan kun jij zeggen of ik een beetje in de richting zit. Dat is: ‘We are the fruit, adorning the legacy of every forgotten revolutionary, born in resilience, proud like a lion’.
Dat is ook mijn favoriete zin! Ook om het gevoel dat erin schuilt, die trots, dat optimisme.
Er zit ook zoveel klankrijm in: adorning/born, legacy/revolutionary. Daarbij is het woord ‘adorning’, wat ‘versieren’ betekent, bijzonder. Waarom heb je precies dat woord gebruikt?
Vanwege het feit dat we nu privileges hebben waar mensen die voor ons kwamen alleen maar van konden dromen. En dat dat een reden is om sterk in je schoenen te staan en om je stem te laten horen.
Zit er voor jou boosheid in de tekst?
Er staan natuurlijk wel een paar heftige zinnen in, maar ik weet niet of ik het boosheid zou noemen. Ik benoem zware dingen. Daardoor zit er altijd wel wat boosheid in vermengd, maar ik zing het hopelijk meer vanuit een bemoediging: ‘Dit is jou aangedaan, maar vergeet niet…’
Je bedoelt dat de tekst zich vooral richt op de bevrijding?
Precies. ‘They spat on your crown and they poisoned your ground’ – dat stukje kun je wel zien als ‘dat is jou aangedaan, het is onrecht en daar kan ik boos van worden’. En inderdaad, als ik dat zing, dan voel ik dat ook zo. Maar het gewicht ligt toch meer op het bemoedigende van zinnen als ‘Your voice will echo all their names.’
Als je het hebt over ‘forgotten revolutionaries’, denk je dan aan specifieke ‘revolutionaries’?
Als ik er vanuit mijn eigen identiteit op in ga, dan denk ik vooral aan mijn Surinaamse voorouders. Ik kan me zo indenken dat er in die eeuwen van slavernij heel veel mensen waren die bijzondere dingen deden om in leven te blijven of überhaupt hoop en een gevoel van eigenwaarde te blijven houden. Dat zijn denk ik de mensen die een community, hoe klein die ook is, in stand houden en helpen te ontstijgen aan de dingen die hen zijn opgelegd. En niet al die mensen worden herinnerd – veel van hen zijn gewoon in de vergetelheid geraakt. Maar het bewustzijn dat er voor alle vrijheden die ik nu heb gestreden en geleden is, dat ik daardoor nu vrij ben en kan zeggen wat ik wil – dat bewustzijn leeft voort in mij. En het besef dat hun daden niet voor niks zijn geweest, zolang ik me er bewust van ben en zolang ik altijd mijn kracht blijf vieren.
Ik moest aan twee dingen denken: aan de ene kant een gesprek dat jij ooit hebt gehad met Barrie Stevens, de oude danser, over mensen in de LHBTQIA+-geschiedenis die voor hem en jou belangrijk zijn geweest. En ik moest denken aan het nummer van je broer Xillan, Mother (zie rechts), dat specifiek over een overgrootmoeder van jullie gaat, een van de marrons die zich van de slavenhouders bevrijdden. Ze stichtte in de binnenlanden van Suriname een eigen dorp.
Dat zijn hele goeie voorbeelden. Het zijn mensen die niet per se in de geschiedenisboeken terechtkomen, maar die wel iets hebben betekend. Maar aan de andere kant wordt de mensen die wel in de geschiedenisboeken terechtkomen ook niet altijd rechtgedaan. Nadat het nummer uit was had ik een gesprek met Xillan en Milaisa [Breeveld, vaste backing bij Jeangu] over bepaalde dingen die we hebben meegekregen in onze lessen op school. Dan leerden we over bekende marrons als Baron, Boni en Jolicoeur, maar het enige wat je onthoudt is dat ze alle drie geëxecuteerd zijn in Paramaribo, op een wrede manier. Waar wij het over hadden is dat die drie mannen in onze herinnering vooral ‘bad guys’ waren. We vroegen ons af: werd het wel duidelijk genoeg gemaakt dat zij eigenlijk verzetshelden waren? Soms gaat het ook om op een andere manier kijken naar wat je is verteld.
Je vertelde dat het eerste idee voor de tekst uit de zomer van 2020 stamt. Dat was natuurlijk de zomer van corona, maar ook van de protesten rondom Black Lives Matter. Hebben die twee dingen er iets mee te maken?
De tekst gaat over het overwinnen van onrecht en dan zijn er meerdere bewegingen waar je naar kunt kijken. Ik vind het heel tof dat we in een tijd leven waarin dingen niet meer worden weggeslikt, waarin mensen hun plek gewoon claimen en zeggen ‘ik verdien het om gezien te worden en ik verdien het om gerespecteerd te worden’. Maar, ja, het zaadje voor het nummer was eigenlijk wel de Black Lives Matter-beweging. Omdat die ontzettend veel impact heeft gehad op mij. We stonden op de Dam bij de demonstratie en waren overrompeld door hoe druk het uiteindelijk werd. Ik keek om me heen en was zo blij dat ik een heel diverse groep mensen zag. Volgens mij is de boodschap aangekomen dat racisme een probleem van ons allemaal is en niet alleen maar van zwarte mensen. En ik zag ook heel veel jonge mensen en dat geeft mij heel goede hoop dat het uiteindelijk goedkomt.
Vandaar dat het lied vooral ook een viering is van de mensen die zich uitspreken.
Precies, want je kan denken ‘er zijn zoveel spanningen en het komt niet meer goed, dit zijn dingen waarvoor we zestig jaar geleden ook al op de barricades stonden’. Maar ik ben zelf vrij optimistisch ingesteld en ik hou me liever vast aan de dingen die me hoop geven.
Je hebt vorig jaar veel persoonlijke reacties hebt gehad op Grow. Kreeg je nu ook respons?
Grow ging vooral over de strijd met jezelf en met het leven. Ik heb toen heel veel reacties gehad van mensen die vertelden over hun mentale gezondheid en dat ze steun vonden in dat nummer. Bij Birth is dat een beetje anders. Maar ik kwam laatst een meneer tegen die vertelde dat hij elke zondag naar het Museumplein ging om tegen de coronamaatregelen te demonstreren. Hij zei dat hij het een tof nummer vond, want, zei hij, ‘ik sta daar elke zondag ook om waar ik in geloof’. Ik vond dat heel grappig, want het kwam uit een totaal andere hoek dan waar ik voor sta. Maar hij voelde zich empowered, en dat is mooi. En er zijn ook nog andere interpretaties. Iemand die net verhuisd was zei tegen me: ‘Toen mijn vriend en ik het hoorden werd ik haast emotioneel, want ik sluit dit hoofdstuk af en ik ga ook aan een nieuw tijdperk beginnen.’ Ik ben heel blij als mensen iets vinden in de tekst wat betekenis voor ze krijgt.
Zelfs als het corona-ontkenners zijn?
Zelfs als het corona-ontkenners zijn.
Ik zag op Twitter een aantal reacties van mensen die geraakt waren door het feit dat jij Sranantongo als taal aan het Songfestival toevoegt.
Ik heb heel veel reacties gekregen over het feit dat ik die taal gebruik. Dus dat vind ik echt wel heel mooi.
Zie je een bepaalde inhoudelijke ontwikkeling in je teksten?
Het is lastig om dat overzicht over je eigen werk te hebben. Ik kan niet iets zeggen als ‘ik merk dat ik die en die kant op ga.’ Daarvoor is mijn schrijven te intuïtief.
Ik heb wel het idee dat je teksten nog preciezer worden, gedetailleerder. In bijna elke zin van Birth Of A New Age zit wel een sterk beeld.
Ik denk dat het bij dit nummer voor het eerst was dat ik het op die manier heb gedaan. Het was ook heel bewust een uitdaging voor mezelf. Ook omdat ik iets wilde schrijven wat niet per se over één ding ging, maar waarin meerdere beelden zitten die je op verschillende manieren kunt interpreteren. Dat is me wel bevallen. Het is dus een andere manier van schrijven dan bij Grow of andere nummers. Daarbij ging ik zitten, ze ontstonden vanuit een gevoel en daardoor was de tekst misschien wat directer. Maar ik probeer constant bezig te zijn met de manier waarop ik klink, waarop ik schrijf, hoe ik iets vertel. Ik probeer dat te verdiepen en ik probeer te experimenteren.
In deze tekst zit misschien inderdaad meer poëzie?
Grow was confessional: iemand zegt wat hij op dat moment voelt. En ik denk dat in de eerlijkheid ook de kracht ligt. En ik heb dus wel heel wat nummers gemaakt het afgelopen jaar, maar met het schrijven van deze tekst heb ik iets in mezelf aangewakkerd. Ik wil wat meer op deze lijn doorgaan, meer denken vanuit de tekst, en kijken wat er dan ontstaat.
Zit er ook ontwikkeling in je activistische kant? Je spreekt je steeds duidelijker over dingen uit.
Gold was mijn eerste single, dat was ook al een vrij duidelijk statement. Maar toen kenden minder mensen me en kon ik minder makkelijk op de radio of bij een televisieprogramma aanschuiven. Zie ik mezelf als een activist? Nee. Ik denk dat je, als je activist bent, daar elke dag mee bezig bent. Ik heb na Gold of na Bad Skin gedacht: wil ik een album schrijven dat activistisch is? Tot nu toe is het antwoord in mijn hoofd altijd nee geweest. Ik ben ook echt na gaan denken over mezelf als artiest en in hoeverre je mee wilt doen aan een politiek debat als privé-persoon. Ik denk nu meer in de richting van ‘ik ben een artiest’. Ik wil vooral dat het werk spreekt, dat het werk namens mij debatteert. Maar ik heb eigenlijk vanaf het begin wel af en toe de behoefte gevoeld om iets te zeggen over hoe het gaat, over hoe onze samenleving eruitziet.
Je hebt je bijvoorbeeld uitgesproken over hoe in Nederland de afschaffing van de slavernij wordt gevierd tijdens Keti Koti, en je hebt onlangs in het tv-programma Adieu God over religie gepraat. Maar begrijp ik het goed dat je niet wilt dat je boodschap voor je muziek komt te staan?
Ik wil dat mijn boodschap in mijn muziek zit. Dat geldt eigenlijk voor alle nummers die ik schrijf. Ik vind het niet altijd nodig om er daarna in detail over te gaan vertellen. Of het nou gaat over iets in de liefde, over religie, over het leven als gekleurd persoon in Nederland, als queer persoon of over het koloniale verleden. Ik zou nummers willen maken die autonoom zijn, die los van mij iets vertellen. Volgens mij kom ik steeds meer in de richting.
Dat vermoed ik ook – en dan niet alleen in tekst, maar ook in beeld. De clip bij Birth Of A New Age bevat allerlei sterk visuele momenten. Bijvoorbeeld als jij opkijkt naar de Surinaamse vrouwen die boven je op de galerij staan. Of het ontroerende einde, waarin jij met water begoten wordt door diezelfde vrouwen, bijna als een soort doop.
Dat heeft dan ook weer echt te maken met weten waar ik vandaan kom. En weten dat ik, zoals ze zeggen, op de schouders van reuzen sta. Het heeft te maken met die ‘forgotten revolutionaries’. En met ‘we are the birth of a new age’: dat we de kracht hebben om anders naar de wereld te kijken en vervolgens dingen te veranderen. Die kracht zit gewoon in ons.
Ik zag dat laatste stukje, die doop, ook een beetje als ‘wij hebben het tot nu toe gedaan, maar hier laten wij onze geschiedenis over jou heen stromen’.
Dat is ook een hele mooie interpretatie. Ik ben echt heel blij met Kevin Osepa, de regisseur en bedenker van de videoclip, omdat hij werkt met al die symboliek en al die metaforen. Er zitten zoveel lagen in zijn beeld, er zijn zoveel manieren waarop je ze kunt interpreteren. Ik denk dat daarom de clip zo goed aansluit bij de tekst.
Want daar zitten ook zoveel lagen in. Mijn laatste vraag gaat over je toekomstplannen op andere vlakken, naast de muziek. Ik denk bijvoorbeeld aan je liefde voor mode.
Ik zie mode echt als onderdeel van mijn expressie. Ik kan daar best avontuurlijk in zijn. Ik trek aan waarin ik me krachtig voel. Ik heb niet specifiek plannen om een kledinglijn te gaan beginnen of zo. Ik ben eigenlijk nog op zoek, net als met de muziek. Je probeert dingen, je gaat op je gevoel af, en dat maakt het spannend.
En wat voor toekomst zit er nog in je tekenwerk?
Door corona heb ik eindelijk weer wat kunnen doen, wat heel leuk was. Mijn vriend Sebas houdt ook van tekenen en schilderen, die was bezig met een cursus. Elke maandag deden we dat dan samen. Ik ben ook weer gaan schilderen. Dat was soms een beetje frustrerend omdat ik merkte dat ik er vroeger, toen ik er elke dag mee bezig was, iets beter in zat. Ik ben op zoek naar een atelier in Amsterdam om er echt weer mee aan de slag te kunnen gaan. Het zal wel een studiootje slash atelier moeten worden, waarin ik dus muziek kan maken en schrijven, maar ook een penseel oppakken en op een doek gaan kliederen. Ik vind het altijd spannend om te bedenken hoe je twee werelden bij elkaar brengt. Ik ben heel benieuwd wat er zou gebeuren als ik het creëren van nummers zou combineren met het creëren van tekeningen of schilderijen. Dat de muziekrelease gelijk verbonden is aan iets visueels wat ik ook heb gemaakt. Als ik nadenk over hoe ik die twee dingen kan verenigen word ik helemaal enthousiast. Maar dat komt later, alles is in ontwikkeling.