Geestig doen en geestig zijn – het kan nogal een verschil uitmaken. Sowieso valt het onderwerp humor in dezelfde categorie als familiaire verantwoordelijkheden, restzetels en brandnetelsoep: zet zeven mensen aan een discussie en het eindigt in meppen met venijn. Toch probeerden veel songfestivalartiesten in het verleden met lolligheid te scoren. We zagen een achtergrondkoor bestaande uit kartonnen dieren, piraten met ooglapjes, een vrouw die met God telefoneerde en kale mannen die een boa droegen en joggend probeerden te zingen. Eurostory probeert echter aan deze klatsbam-jokers voorbij te gaan en speurde in plaats daarvan naar de waarlijk komische teksten. U las hier en hier al onze eerdere suggesties en vandaag: twee nieuwe opvissingen.


IERLAND 2011

Jedward – Lipstick, 8ste plek.
Tekst: Lars Halvor Jensen, Dan Priddy, Martin Larson

Later zullen we een breder stuk wijten aan de wonderlijke (en de wonderlijk vrolijke) Ierse tweeling John en Edward Grimes, samen: Jedward. Ze deden twee keer mee aan het songfestival, in 2012 met Waterline en in 2011 met Lipstick.

Eerst, slechts slightly off topic: Jedward was lange tijd een van de grappigste en in elk geval absurdste Eurovisieacts op Twitter. Om in de stemming te komen móéten we hier een kleine bloemlezing van hun raarste tweets kwijt:

-‘Jedward want a Kid from each country and enter them all in the Olympics!’
-‘It’s raining Oh no it’s raining? How else do the swimming pools get there food! Rain = swimming pool party food.’
-‘Eating carrots! if we had pet rabbits they would be having carrots too at the same time! we would be one with the rabbits.’
-‘Just found our old clothes from when we were 9! They look so small we could use them as Dental Floss!’
-‘Food cannot talk but if it could it would say that our mouths smell like bubble gum.’
-‘Always do the craZy thing! What would Jedward do?…. Protection from the Ordinary!’
-‘Some where OooOoooOoOver the RainBow there is a Cooool waterslide!’

Maar goed, we hadden het over hun songfestivalliedje, tevens een van hun grootste hits: Lipstick.
Lipstick gaat over de blikseminslag die verliefdheid kan zijn en is niet vooroverslaand grappig, zelfs niet glimlach-funny, maar er zit een zeker plezier in de tekst die de gebeurtenis (het plotseling verliefd worden) aanstekelijk verwoordt.

Dit is het refrein:
She’s got her lipstick on, here I come, da da dum.
She’s got her lipstick on, hit and run, then I’m gone.
Check my collar, hey hey, check my collar.

Oftewel: Ze heeft lippenstift op en ik kom eraan. Ze heeft lippenstift op, een aanrijding, een botsing en weg ben ik weer.

De liefde wordt dus vergeleken met een carcrash, dat woord wordt in een van de refreinen ook genoemd. De plotselinge liefde is als een ravijn, als een enorm gat in weg (‘I’m about to fall in, head first’ zingen de jongens), maar wel een fijn ravijn, een aantrekkelijk gat in de weg, een crash waar je naar op zoek bent, want – de laatste zin van het refrein – check my collar, kijk even naar mijn kraag. Daar zitten ongetwijfeld lipsticksporen op, en dat is het bewijs: ik ben aangenaam aangereden.

Ze zijn nogal zeker van hun zaak, John en Edward – althans, in dit lied. Want een van de best rijmende zinnen ooit, uit welk Eurovisieliedje dan ook, staat in het eerste couplet. Het meisje dat binnenkort in het liefdesravijn zal vallen (of het liefdesravijn vormt) is nog niet helemaal juist opgevoed, vinden de heren: ‘You must’ve been miseducated by all the guys that you dated.’

Hoe dan ook –
samen met de vrolijkheid van de tweeling, hun rechtopstaande haren, de springerige melodie en de video-loopings die tijdens het optreden getoond werden, zorgde deze tekst voor een lied met fizz.
Net zoals hun tweets voor fizz zorgen.
Je krijgt er zin van. In absurdisme, in bruisdrankjes en in tegen iemand opbotsen, wegdansen en dan stuiterend aan de hele wereld je kraag laten zien: kijk, er zit een kusafdruk op!

(Toegift: nog twee Jedwardtweets:

‘Shoutout to everyone sleeping right now! Think about it somewhere in the world someone is sleeping in a tree! Wish our hotel had monkeys!’
-‘What do you guys think of towels?’)


Israël 1987

Lazy Bums – Shir habatlanim, 8ste plek.
Tekst: Zohar Lazkov

Daar stonden ze, twee buikige mannen van middelbare leeftijd, die wel even een liedje kwamen zingen. Ze leken wat op de Blues Brothers en werden aangekondigd als de Lazy Bums: de luilakken. Dit doet vrezen voor de veel te opgezette koddigheid waar we in onze inleiding over schreven, maar wacht even –

luister eerst naar wat ze ons vertellen (dat deden ze in het Hebreeuws, de tongval dient bij de hiernavolgende vertaling mee te klinken in uw hoofd):

’s Ochtends word ik tegen tienen uur wakker,
ik wil naar de zon kijken, maar de luxaflex zit dicht,
dus ik doe de luxaflex open, maar ik zie de zon niet,
want die wordt afgeblokt door een rijtje gebouwen.
Goed, ik maak koffie en neem een sigaret,
ik ga naar het balkon en eet wat zonnebloempitten.

Tot zover niks bijzonders. Een alledaagse luie ochtend. Maar dan wordt het raar:
Er komen vogels in de balkonplanten zitten 
en die heffen met mij het luilakkenlied aan.

Het luilakkenlied? Dít luilakkenlied dus, een refrein in een refrein, als een Droste-effect, de Lazy Bums beginnen te zingen: ‘Hoepa-hoela-hoela-hoela, hoepa-hoela-hoela-hoela, hoepa-hoele-hoele-hoelala.’ (Lullig dansje en droge blikken in de camera.)

Het verhaal gaat verder:
Tegen twaalven stuur ik de hond 
met een mandje eropuit om boodschappen te doen.
Als hij terug is maak ik lunch voor ons tweeën,
want de vogels hebben alle zonnebloempitten opgegeten.
Er wordt aangebeld: iemand aan de deur.
Ik doe open, het is de buurvrouw,
die verlegen – hopelijk ontrieft het u niet – 
vraagt of ze even met mij
het luilakkenlied mag zingen.
(‘Hoepa-hoela-hoela-hoela, hoepa-hoela-hoela-hoela, hoepa-hoele-hoele-hoelala.’)

Willen we weten hoe de dag afloopt? Dat willen we weten.
’s Middags ga ik met de hond
een luchtje scheppen in een park in een buitenwijk.
De vogels fladderen vrolijk naar de hemel
en ik ga op mijn rug op een bankje liggen, 
om na te denken over het leven. 
Mijn werkelijkheid is geweldig. 
Ik zwem in een zorgeloos kolkende zee.
Ik snap niet hoe mensen hun leven op een andere manier kunnen leiden,
en moe van al die gedachten val ik in slaap.

En tenslotte, eind van het lied, hoepa hoela, wordt de cirkel nog even netjes rond gemaakt:
Het wordt avond, de maan komt op,
ik wil naar de maan kijken, maar de luxaflex zit dicht,
dus ik doe de luxaflex open, maar ik zie de zon niet,
want die wordt afgeblokt door een rijtje gebouwen.

Je zou kunnen zeggen dat deze komieken (want dat waren het, dit duo bestond uit Natan Datner en Avi Kushnir) wel erg opzettelijk hun best deden om grappen te maken, maar ze deden het zo onderkoeld dat het een van de weinige wérkelijk komische acts op het songfestival was en bleef.

Tot slot nog een poll om te bepalen wat het grappigst was aan deze bijdrage:
a) Dat ze subtiel – tijdens het gedeelte over het met de hond gaan wandelen in het park – hun been tien centimeter optrokken.
b) Dat de Israëlische minister van cultuur dreigde het lied terug te trekken omdat hij vond dat het van wansmaak getuigde.
c) Dat de zangers voor het eind van het lied wegliepen, en nou ja, toch nog even terugrenden voor de laatste noot.
d) De zin: Mijn werkelijkheid is geweldig.

Wat wel jammer is: helaas hebben we deze poll uit luiheid niet werkelijk aangemaakt.