Hij is wereldberoemd, antropomorf, draagt een matrozenpak en er is altijd die rode strik om z’n slungelige nek. Bekend staat hij om zijn temparement en onhandigheid en het was dan ook hij die scheef en ondersteboven in het tijdschriftenrek van de Zweedse supermarkt Coop Konsum aan de Odengatan lag. Kalle Anka, in het Nederlands gewoon Donald Duck. Maar hier was iets bijzonders aan de hand: we zagen een zingende Donald met op de achtergrond de Duckstadversies van Songfestival-presentatoren Måns Zelmerlöw en Petra Mede (ze hebben beiden een snavel).
Sla je hem open, dan zie je op pagina twee en drie niet meer de keurige lezersbrieven (‘ik lees jullie tijdschrift graag’, ‘Dagobert is een smerige gier’ of ‘de Zware Jongens moeten aan de TBS’) van weleer. Wél is er een teaser die de lezer lekker maakt voor pagina 47. ‘Eenden in Melodikarnevalen: Met het nummer Oh Duckstad, je bent mooi vertegenwoordigen Kwik, Kwek en Kwak dit jaar hun stad op het internationale Melodikarnevalen. De finale vindt dadelijk plaats in Stockholm. En hoewel alles prima begint, is er geen Melodikarnevalen zonder schandaal.’ Het is de opmaat naar een loeispannend verhaal met als titel Knatte, Fatte & Tjatte – de Zingende Detectives. Scandinavian tension guaranteed, daar kunnen Borgen en Wallander nog een puntje aan zuigen.
Wat er gebeurt: dit jaar wordt het internationale Melodikarnavalen gehouden in Zweden. Als Knatte, Fatte & Tjatte op het vliegveld van Stockholm zijn geland, besluiten ze een kijkje in de stad te nemen. Er is een beveiliger die het supertrio herkent en aangeeft dat hij hun inzending al honderden keren heeft geluisterd. Op het moment dat het gezelschap in de trein zit, tuurt er een duister figuur de coupé binnen: ‘Ahaa! Zien we elkaar weer, kleine eendjes. Deze keer loopt het voor jullie minder gelukkig af.’ Knatte, Fatte & Tjatte hebben geen idee wat hen te wachten staat en stappen bij halte Gamla Stan uit. Eenmaal daar moet oom – en tevens manager – Kalle/Donald direct aan de bak: de fans zijn niet weg te slaan. Ondertussen zijn ook de Zware Jongens – verkleed als toeristen – het verhaal binnengewandeld. Hun missie: de bokaal van Melodikarnavalen stelen. Verkleed als geluidstechnici maken ze hun opwachting in de Globen Arena waar de Duck Brothers druk aan het repeteren zijn. Oom Donald staat strak van de spanning en zegt dat z’n neefjes geen schijn van kans maken als ze geen kostuums, special effects of windmachines gebruiken. Donald ontdekt een paneel vol knoppen die speciale effecten kunnen toevoegen aan de act. De knopjes ‘milde lenteregen’ en ‘droomgolven’ slaat hij over maar zijn vingers landen wel op ‘dichte mist’. Binnen no time is de hal gevuld met waterdruppels en ziet niemand nog een hand voor ogen. De Zware Jongens zijn door het dolle heen, zeggen dat het geluk aan hun zijde is en sprinten weg met de bokaal. Knatte, Fatte & Tjatte vangen nog nét een glimp van het vreselijke trio op en besluiten een achtervolging in te zetten die hen naar het dak van de Globen Arena brengt. Daar wacht schurkenbaas Bängelbert Klumperfinck de Zware Jongens op in een luchtballon. Maar als het gevaarte opstijgt, grijpen Knatte, Fatte & Tjatte de touwen vast en laten ze het ventiel leeglopen. De ballon van Bängelbert stort naar beneden en het boevengezelschap wordt ingerekend. Door de heldenactie van Knatte, Fatte & Tjatte is de bokaal weer terug in de Globen Arena.
Voor wie Knatte, Fatte & Tjatte de trofee terug naar Globen hebben gebracht, is nog onduidelijk. Rond middernacht zien wij of de Russische Sergey, de Australische Dami Im of toch de Oekraïense Jamala het gevaarte de lucht in tilt. Of om het in zijn Duckstads te zeggen: de Rus Snater Lazerev, de Australische Eendje Im of toch de Oekraïense…..ehm… Jamala.