Een gebroken hart. Het zijn de eerste woorden van Duncan Laurence’s Arcade. Hij is niet alleen; in de finale van het Eurovisiesongfestival, acht liedjes na Nederland, komt dat gebroken hart nog eens terug. Het wordt gescand, geprojecteerd, geanalyseerd, gediagnosticeerd. Het subject op de onderzoekstafel: zanger Chingiz uit Azerbeidzjan. Dit is wat je vanavond gaat zien:

Een man staat rechtop, stil. Twee robotarmen aan weerszijden van zich lichaam, even groot als hij. Een witte (blauwe?) laserstraal gaat van de linker-robotarm recht naar het hart van de man. Hij scant. Langzaam ontstaat, in grote lijnen, het hart.

I’m in the mirror
So freaking bitter
But I’ve gotta get through
I’m gonna get through

De linker-robotarm scant hoe groot het hart van buiten is, hoe klein van binnen, waar de littekens zitten. De rechter-robotarm richt zich, met een rode waaier, een nevel van kleine laserstralen, op de inhoud van het hart. .

Keep it together
Be cool under pressure
Cause she wants to break you
She wants to break you

Het 3D-model is bijna af, in rode lijnen. Het hart pulseert nu ook. Het leeft.

Drink till I forget
She’s on to the next

Scan voltooid. De stralen gaan uit.
De upload wordt gestart.

And when the ghost starts screaming
Right when they resonate
Hear my heart confess

Dan, floep, krimpt het 3D-hart ineen tot slechts een lichtpuntje. Tot ook het lichtpuntje weg is. Licht uit. Stilte.

It’s been so hard to bear
So shut up about it
shut up about it

De upload is voltooid. Op het grote scherm het resultaat: hetzelfde hart, nu levensgroot. Het klopt, maar niet in regelmatig tempo, het is instabiel. Een tijdbomhart.

It’s just too hard to hear
So shut up about it
shut up about it

De bom barst: het hart spat uiteen, in tientallen stukken. Hoe kon het zo snel breken?

Out of the mirror
It’s getting clearer
Then out of the blue
She crashes the room

Onmiddellijk, kolossaal, verschijnt daar het gezicht van de geliefde. In grove lijnen, maar herkenbaar: zij is het, met wie de ik-persoon sliep, met wie de ik-persoon liep. Hij ziet haar, hoort haar, voelt haar – dat is allemaal nog wel te dragen, maar die geur… Daarmee komt de herinnering terug, van alles wat je samen had, die geur is niet meer weg te krijgen.

Gotta remember
She is a killer
With that freaking perfume
Girl, it’s too soon

Alles komt weer terug: de onzekerheid wanneer de ik-persoon bij haar was, de vele keren dat hij zich afvroeg waar hij haar aan had verdiend, en – natuurlijk – de angst om haar te verliezen. Hij dacht dat hij die was vergeten, maar nu weet hij het weer: voor vergeten is het nog veel te vroeg.

It’s been so hard to bear
So shut up about it
shut up about it

Einde analyse. De brokstukken van het hart worden bijeengeveegd. Start diagnose, een moment geduld alstublieft. Herinneringen omsingelen de ik-persoon als vuur dat om zich heen grijpt.

I don’t need
I don’t need the truth

De ik-persoon is nu één met het vuur. Hij sluit zijn ogen en ontstijgt zichzelf. Dat is fijn: hij voelt niets meer, hij is bevrijd. Heel even stijgt hij op,

I don’t need
I don’t need the truth

maar dan daalt hij weer. Want dat is wat dit is: een pijn waar doorheen gegaan moet, een gewicht dat elke dag gedragen moet, en na verloop van tijd voelt de ik-persoon (en wij ook, als we zelf ook degene zijn die weleens met een overkokend hart ‘Shut up about it!’ geroepen hebben) dat het iets minder zwaar wordt. Iets.

Diagnose: liefdesverdriet.