Ook dit jaar staat Montaigne uit Australië niet op het Eurovisiepodium in Rotterdam vanwege de huidige coronamaatregelen. Wrang, omdat haar lied Technicolour juist draait om de kracht van samenkomen en verbinden én geïnspireerd is op alles wat er het afgelopen jaar gebeurd is.

Op dinsdag 20 april maakte de Australische delegatie bekend dat het niet verantwoord was om naar Rotterdam af te reizen. Via Instagram live gaf Montaigne meer uitleg hierover. Er was een onafhankelijk bureau ingeschakeld om te kijken of alles veilig kon verlopen. Dat was niet mogelijk: er kon te veel misgaan tijdens de reis, in de hotels en tijdens het optreden en de delegatie wilde niet degene zijn die het coronavirus weer naar Australië bracht.

Activisme
Zo’n besluit is misschien moeilijk en droevig, maar het past wel bij de activistische Montaigne: het grotere geheel is belangrijker dan je eigen succes. Zelf zegt ze hierover: ‘De invloed die een beroemdheid heeft, is onnatuurlijk, onnodig en overdreven, tenzij je die invloed gebruikt om iets goeds te doen voor anderen.’ Bij grote evenementen laat ze daarom ook vaak haar stem horen over sociaal-maatschappelijke onrechtvaardigheid en politieke kwesties, zoals uitbuiting door grote bedrijven en klimaatproblematiek. Ze laat bijvoorbeeld zien hoe ze over deze kwesties denkt met leuzen op haar lichaam en gezicht.

Collectief hand-vasthouden
Komt dit activisme ook terug in Montaignes inzending? Misschien wel. Net als haar inzending van vorig jaar, Don’t break me, schreef Montaigne deze zelf, maar waar haar vorige inzending vooral een klein verhaal vertelt over een relatie die op het punt staat uit elkaar te vallen, vertelt Technicolour een groter verhaal over verbinding en verandering. De gebeurtenissen van het afgelopen jaar spelen daar een grote rol in, legt Montaigne in een interview uit: ‘Het lied is geïnspireerd op ongeveer alles wat er het afgelopen jaar gebeurd is: de pandemie, de zelfisolatie en lockdowns, de Black Lives Matter-beweging en lokale en mondiale sociale rechtvaardigheidscrises. Wat me inspireerde, was de manier waarop groepen mensen samen kwamen en elkaar konden helpen: een soort collectief metaforisch hand-vasthouden.’

Een emotioneel telefoongesprek
Eerlijk toegegeven: een boodschap over verbinding is niet nieuw bij het Songfestival. Toch brengt Montaigne deze boodschap op een bijzondere manier. Neem nu alleen al de eerste twee regels: I want to be close to my mother / I want to belong to the world. Hierin kun je echo’s van zelfisolatie en corona horen: ik wil bij mijn moeder zijn en ik wil bij de wereld horen, maar je kunt de regels ook als contrasterend zien: ik wil me verbonden met mijn moeder voelen (maar) ik wil ook bij de wereld horen. Als je het zo bekijkt, kunnen de regels ook gaan over conflicterende waarden tussen jou en je naasten. Montaigne zelf laat in het midden wat ze met deze regels bedoelt; het enige wat ze in een interview vertelt, is dat ze geëmotioneerd raakte van een telefoongesprek met haar moeder en dat daarna de eerste regels vanzelf kwamen. Via die persoonlijke gebeurtenis kon ze vervolgens het grotere verhaal vertellen dat ze wilde vertellen over alles wat er het afgelopen jaar gebeurd is.

Weg met je vermomming
Ook in de muziek klinken de gebeurtenissen van afgelopen jaar door. Het begint volgens Montaigne in een emo-sfeer, maar in de opbouw naar het refrein verandert het lied van kleur: van melancholische popballad naar powersong. De zin die tussen de opbouw naar het refrein en het refrein zit, is daarbij een interessante: Time to take off your cloaks. Tijdens de debuutuitvoering van het lied op het Sydney Gay and Lesbian Mardi Gras werpen de achtergronddanseressen ook echt hun mantels af bij deze zin. Vervolgens baden ze met een krachtige choreografie in het gekleurde licht. Dit contrasteert met het eenvoudige licht en de rustige choreografie uit de coupletten. Tekst, muziek, inhoud en choreografie komen samen en daardoor krijgt het woord cloaks ook zijn metaforische betekenis naast de letterlijke: je kunt je vermomming afdoen om in een veelheid van kleur te stralen.

Queer superhelden
Dit klinkt misschien vergezocht, maar het past bij wat Montaigne met haar lied wil vertellen. Ze zegt hierover: ‘In mijn hoofd werd het een soort-van verhaal over queerjongeren die als superhelden overdag op school ploeteren, maar ’s nachts hun saaie kleren uittrekken en met spectaculaire outfits onrecht bestrijden.’
In dat licht krijgen sommige regels uit het lied ook een andere kleur. Neem bijvoorbeeld de regels: Ik wil geloven in een toekomst / waar ik naartoe kan leven / en toch, ik beloof jullie, nare gastjes / ook zonder jullie zekerheid vind ik de pot goud aan het eind van de regenboog. Met een beetje goede wil kun je hier een aanklacht tegen het patriarchaat in horen; de mannen met macht worden hier op een effectieve manier klein gemaakt en buitenspel gezet.

Balsem en verbondenheid
Muziek heeft een bescheiden én belangrijke rol hierin, vindt Montaigne. Volgens haar is muziek niet per se het beste medium om mensen te laten nadenken over hun rol in een veranderende maatschappij; boeken en goede gesprekken zijn daar bijvoorbeeld geschikter voor. Muziek biedt daarentegen wel balsem voor de ziel in moeilijke situaties, zodat mensen die met herwonnen kracht kunnen aangaan. Daarnaast is muziek politiek gezien perfect om onbekenden zich met elkaar verbonden te laten voelen. Dat is belangrijk, zegt ze, vooral als je verandering wilt bewerkstelligen: ‘Gemeenschap, verbondenheid en solidariteit: die dingen zijn nodig om de maatschappij te beïnvloeden. Muziek is datgene wat samenkomen faciliteert, vooral in de publieke ruimte.’

Met dit in het achterhoofd wordt het extra wrang dat Montaigne niet in Rotterdam aanwezig zal zijn. Ze brengt haar boodschap van verbinding en verandering via een eerder opgenomen performance. Gelukkig is er wel contact met Montaigne in de Green Room, en hoewel ze daarvoor om vijf uur ’s ochtends in de studio moet zitten, heeft ze zo ook tijdens de liveshow de ruimte om haar kracht in een regenboog van kleur te laten zien.