Om je warm te maken voor het nieuwe Eurovisieseizoen deelt Eurostory een aantal tips – artiesten en liedjes uit nationale voorrondes die goed, intrigerend of op een andere manier opvallend zijn. Deze keer: Cláudia Pascoal uit Portugal met het lied Nasci Maria.
Terugkeerders
Met alleen de terugkeerders zou je dit jaar een complete Eurovisie-avond kunnen vullen. Een greep uit de artiesten die al eens eerder meededen en het dit jaar opnieuw proberen: Tom Dice (2010) in België,
Sunstroke Project (2010, 2017), Pasha Parfeny (2012) en Aliona Moon (2013) in Moldavië,
Monika Linkytė (2015) in Litouwen,
Damir Kedžo (2020) in Kroatië,
Tijana Dapčević (2014, toen voor Noord-Macedonië) in Servië,
Kate Gulbrandsen (1987), Stig Van Eijk (1999), JOWST (2017) en Ulrikke (2020) in Noorwegen,
Anna Oxa (1989) en Marco Mengoni (2013) in Italië
Victor Crone (2019, toen voor Estland) en zelfs niemand minder dan Loreen (2012) in Zweden.
En in Portugal zien we Cláudia Pascoal voor de tweede keer.
!
Cláudia trad aan in eigen land in 2018, nadat Portugal voor de eerste en voorlopig laatste keer gewonnen had met Salvador Sobral en zijn Amor pelos dois. Cláudia zong er het tedere liedje O jardim (zie kader), maar werd laatste.
Dit jaar is het tijd om de boomerang opnieuw, en nu wat verder te gooien. Cláudia is intussen 28, en na Eurovisie besloot ze haar eigen muziek te gaan schrijven. Dat resulteerde bijvoorbeeld in een album met de geinige titel !. (Ja, uitroepteken dus.)
Pizza Hawaii
Cláudia is op een frisse koers. Een paar maanden geleden was er de heerlijke song Eh para a frente, eh para trás (En… vooruit, en… achteruit), waarin ze praat over de adviezen die haar oma haar gaf (‘Gebruik je hoofd, want je kont is om op te zitten!’) en waarin ze bijvoorbeeld het kwade oog van de duivel vergelijkt met… een pizza met ananas. Ritme, humor en sterke vrouwen – dat is de mix van die song én de mix voor haar Eurovisiesong.
Pikkie
Die heet Nasci Maria (vrij vertaald ‘Geboortenaam: Maria’), die gaat over alle generaties vrouwen van wie sloven en braaf zijn werd verwacht:
We zijn amper geboren of er schreeuwen al zoveel stemmen ons toe hoe een vrouw hoort te zijn: deugdzaam, getrouwd, geliefd.
En daarna zingt Pascoal – in naam van alle Maria’s uit de geschiedenis – ‘Ik wou dat ik een pikkie had!’
Waf!
Dat woord, ‘pikkie’, (in het Portugees ’tringalha’) erin zal nog niet vaak op het songfestivalpodium geklonken hebben. Maar we hebben ook nog niet vaak een hond horen blaffen, dwars door een liedje heen. Bij Pascoal gebeurt het na 34 seconden. En er zijn meer geestige geluidseffecten:
een smachtende man die ‘O, Maria…’ mompelt (op 53 seconden),
toeterende auto’s (op 1:08),
nog een keer een blaf (op 1:29),
een rinkelende telefoon (op 1:50)
en op precies twee minuten begint een dame opeens een heel ander liedje te zingen – het bekende volksliedje Oliveirinha da serra, over de olijfbomen in het binnenland van Portugal.
Maria’s
Met die quote brengt Cláudia Pascoal het verhaal nog eens duidelijk naar alle oudere Maria’s uit de geschiedenis van haar land. Maar Nasci Maria eindigt zoals het begon, namelijk met de vraag die zoveel jonge Maria’s aan hun moeder stellen:
‘Mama, wat kan ik worden?’
En het antwoord op die vraag, daarom draait het in dit vrolijke, maar serieuze liedje natuurlijk écht.
Wint Cláudia Pascoal dit keer opnieuw de Portugese voorronde voor het Eurovisie Songfestival 2023? De eerste voorronde voor Festival da Canção – die waar Cláudia in zit – is op 25 februari, en de finale op 11 maart.