Dat de IJslandse Sigurjón Brink (‘Sjonni’ voor vrienden en fans) ooit een gooi zal doen naar deelname aan het Eurovisie Songfestival, staat al vast als hij halverwege de jaren negentig zijn eerste bandje opricht. Nadat hij steeds vastere voet aan de koude grond van de IJslandse muziekscene krijgt, doet hij in 2006 voor het eerst mee aan Söngvakeppni Sjónvarpsins, de populaire IJslandse nationale voorronde voor het Eurovisie Songfestival. Een tweede keer in 2007 en zelfs een derde en vierde in 2010 volgen. Een plek in de finale wordt steeds gehaald maar een overwinning blijft uit.

Some say I’m a bit of a fool.’

Sjonni geeft niet op (en er bestaat vast een IJslandse versie van het gezegde ‘meedoen is belangrijker dan winnen’). Hij pakt pen, papier en gitaar bij de hand en zet zijn zinnen op Söngvakeppni 2011, met een nummer dat tot hem kwam tijdens het gitaarspelen en als werktitel Countryside heeft.

But oh oh oh, it’s time to go.’

Probleem is echter dat het nummer nog niet af is. Met nog maar vierentwintig uur te gaan tot de deadline verstrijkt is het een race tegen de klok. Samen met zijn vrouw Thorunn (ook een songwriter) werkt Sjonni aan de rest van het nummer. Dat geldt voor zowel de Engelstalige versie als een IJslandse, wat een vereiste is. Twee nummers in één dag. De laatste seconden tikken weg, de demo wordt opgenomen en dankzij dit knap staaltje echtelijk teamwork wordt het resultaat, dat de titel Aftur heim (Coming Home) krijgt, net op tijd ingestuurd.

Het is een vrolijk, midtempo nummer geworden, met country-invloeden en een vleugje jaren ’20/’30. Sjonni zingt over de tijd die hij niet thuis bij zijn geliefde is: bij zijn vrouw, maar ook hun vier kinderen. Een tijd van gemis waarin alles om hem heen aan hen herinnert. Het geluid van de ruisende bomen waarin hij hun lach hoort. De wind die zachtjes ’My love is you’ fluistert (een referentie naar een tekst uit een nummer van John Lennon). Hij kan niet wachten om de volgende dag weer thuis te zijn, om ze te vertellen wat hij altijd wilde zeggen. ’I can’t wait for tomorrow. To say the things I wanna say’. Want niemand weet hoeveel tijd je nog hebt.

I can’t wait, I’m coming soon.’

Het nummer wordt geselecteerd voor Söngvakeppni en Sjonni bereidt zich voor op zijn vijfde poging om het grote Eurovisie-podium te betreden, dat dit jaar in Düsseldorf staat. Hij treedt aan in de derde voorronde. De voorbereidingen zijn in volle gang, styling en staging worden verfijnd, met hulp van Thorunn, die met haar medewerking aan een potentiële inzending voor het Songfestival ook een langgekoesterde droom in vervulling ziet gaan.

Cause no one knows his where or when,
when my time on earth comes to an end.’

Het is 17 januari. Sjonni is thuis, in Garðabær, een stadje onder de rook van Reykjavik, en dan, een kleine twee weken voor de show, slaat het noodlot toe. Sjonni wordt getroffen door een beroerte. Hij overlijdt ter plaatse, op de leeftijd van slechts 36 jaar.

Iedereen is geschokt door deze plotselinge gebeurtenis maar met weinig tijd te verliezen is Sjonni’s begeleidingsband (die tevens zijn beste vrienden zijn) vastbesloten om zijn lied het podium te geven dat het verdient. Samen met Matthias Matthíasson op lead vocal besluiten ze onder de naam Vinir Sjonna (Sjonnis friends) hun vriend postuum te eren en in zijn plaats Coming home te zingen.

I just wanna see your face again.’

Sjonni’s Friends winnen de pre-finale en in de finale van Songvakeppni 2011 ontvangen ze de meeste stemmen van de televoters. De wens van Sjonni en Thorunn gaat in vervulling: ‘hun’ nummer gaat naar het Eurovisie Songfestival en krijgt er een miljoenenpubliek!

De reis die het nummer heeft gemaakt om in Düsseldorf te geraken is bitterzoet. Toen Sjonni Coming home schreef, had hij nooit kunnen denken dat de tekst deze dubbele lading zou krijgen. Een lied over de liefde maar ook over verlies. Over een tijd waarin alles aan een persoon herinnert, zonder dat die er is, maar waarin je hem of haar toch hoort. Over een tijd waarin je niet wil wachten tot morgen, want niemand weet hoeveel tijd je nog hebt.

Met eenzelfde vrolijkheid en positivisme als Sjonni zou hebben getoond staan zijn beste vrienden op 10 mei in de halve finale op het immens grote podium van de Esprit Arena. Uniform gekleed in grijze gilets en pantalons, witte overhemden, zwarte stropdassen en met een brede glimlach op de gezichten. Op het vel van de grote trom van het drumstel prijkt dikgedrukt de tekst ‘LOVE IS YOU’.

Sjonni’s Friends worden knap vierde en weten zich daarmee te kwalificeren voor de finale, waarin ze uiteindelijk op de twintigste plaats eindigen. Maar het doel is bereikt. De hele wereld heeft Sjonni’s nummer gehoord.

Coming home is misschien geen absolute muzikale hoogvlieger maar tien jaar na dato maakt het, in al zijn eenvoud, nog steeds indruk door wat het heeft doorstaan. Een drie minuten durende ode aan doorzetten en herinneren, weerzien en gemis, liefde en vriendschap, verdriet en – aan het eind van de reis – de glimlach.


Corrie Wouters:Overdag werk ik als grafisch vormgever op een marketingafdeling. ‘By night’ ben ik een reislustige tv- en muziekliefhebber met een overmatige interesse voor het Eurovisie Songfestival, welke zijn oorsprong vond toen ik in 1988 ontdaan raakte van de puntentelling (ik was tien, het Verenigd Koninkrijk was mijn favoriet). Ik schrijf er in mijn vrije tijd graag over en bestook vrienden en familie – vaak ongevraagd – met liedjes en feiten, in de hoop zo veel mogelijk mensen voor mijn passie te interesseren. Want het Songfestival is zo veel meer dan wat de meeste media doen lijken!’