Nadat we, zonder gebruik te maken van een TomTom, landkaart en kennis van het Cyrillische schrift, tegen iedere verwachting in toch Lviv hadden bereikt, waren Michel en ik meer dan opgelucht. Onze couchsurfhost Orest, een blije Oekraïner van 21, haalde ons op, we dumpten onze spullen in zijn huis en een kwartier later zaten we in de kroeg met een hele club jonge Lviv’ers. Het eerste wat ons opviel, was dat iedereen geweldig Engels sprak.
‘De meeste jongeren hier zijn nogal westers georienteerd,’ zei Orest. ‘Ze hebben genoeg van de bemoeienis van Rusland met Oekraïne en hopen dat we binnen een paar jaar worden toegelaten tot de Europese Unie. Ik bedoel, het is 2009, ons land moet met haar tijd mee, weg met onze status als Oostbloknatie.’
‘Ja,’ zei een andere vriend, Alex, ‘Poetin leidt een dode staat. Geen geld, geen leger, geen macht. De toekomst ligt in het Westen.’
‘Maar,’ begon ik, ‘ik dacht (want dat las ik net in de Lonely Planet gids) dat een goed deel van jullie land toch heel erg georiënteerd is op Rusland? Dat een deel van jullie bevolking zelfs Russisch als eerste taal heeft?’
Orest maakte een wegwuivend gebaar, maar Alex boog zich naar ons toe. ‘Dat is het hele probleem. Ons land bestaat uit twee volken: de ene helft wil een onafhankelijk Oekraïne en alle banden met Moskou lossnijden, de andere helft zou het liefst zien dat we weer een Sovjetstaat worden. Die mensen voelen zich veel meer Russisch dan Oekraïens.’

In de gesprekken die we voerden, onder het genot van nogal wat wodka en kvass, werd duidelijk dat we ons bevonden in een gespleten land. Eigenlijk was het een wonder dat de Oranjerevolutie van 2004, die draaide om minder corruptie en meer democratisering van Oekraïne, niet op een burgeroorlog was uitgelopen. Het land was verdeeld in tegenpolen. Het zusje van Orest, de zachtaardige Maria, zei dat iedere Oekraïner die niet geloofde in de grootsheid van hun land maar moest ophoepelen. Even later vertelde ze me dat ze van plan was het wapen van de Oekraïne op haar borst, ter hoogte van haar hart te laten tattoeëren (ik verzin dit niet). Ze kreeg hiervoor veel bijval. Het gesprek begon een grimmige toon aan te nemen, waardoor ik maar de Vraag der Vragen stelde:
‘Wat vinden jullie van het Songfestival?’
En toen werd het feest.

*volgende week het slotdeel van deze reissaga!*