Dit was de week van de Tantaluskwelling, je weet wel, wanneer iets waarnaar je verlangt nabij lijkt, maar alsnog onbereikbaar is, dat wat het Nederlands elftal momenteel ervaart met het naderende EK. Míjn kwelling begon met het verlangen om te weten met welk nummer Douwe Bob ons land op het Songfestival zal vertegenwoordigen, en het leed begon afgelopen zondag.
Het toeval wil dat een van mijn vriendinnen een vriendje heeft. Dat hebben ze wel vaker (ze zijn allemaal ook zo leuk), maar deze heeft een vriendje dat in de band van Douwe Bob speelt. Al weken probeerde ik haar te dwingen iets los te laten over het nummer, maar ze zweeg als het graf. Tot we zondag op een feestje waren, en ze de ene na de andere cocktail achterover sloeg. Op een gegeven moment zwalkte ze op me af, en begon ze zacht te neuriën. Ik had aanvankelijk geen idee waar ze mee bezig was, tot het tot me doordrong dat het misschien weleens HET nummer zou kunnen zijn. Toen ze zag hoe ik opvloog, moest ze zo hard lachen dat er geen woord, laat staan een toon, nog uit kwam. De volgende dag was ze weer nuchter en discreet.
Het geheugen is een hond die zelf bepaalt waar hij gaat liggen, en mijn geheugen was een chihuahua met add die geen noot had onthouden van het dronken gemurmel van de voormalige vriendin. En net terwijl ik van die teleurstelling aan het herstellen was, kondigde Douwe Bob vanmiddag opeens vanuit het niets aan dat hij twintig seconden van zijn Songfestivallied zou laten horen op 3FM. Ik drukte me meteen tegen de radio aan, gereed om aantekeningen te maken. Zou het een uptempo nummer worden? Of toch een ballad? Zal het een boodschap hebben? Kloppen de geruchten dat er een trombone in zit? De daaropvolgende twintig seconden maakten aan iedere hoop een gewelddadig einde. Ik hoorde a-ritmisch geram op een halfdode gitaar, terwijl een paar mensen die aan een gehoorapparaat toewaren de tekst ‘Songfestivalnummééér…..Songfestivalnummééér!!” ten gehore brachten.
Natuurlijk was het een grapje, maar iedereen wiens computer de geest gaf op het moment dat hij net de eerste teaser-trailer van het zesde seizoen van Game of Thrones wilde bekijken, zal weten hoe ik me hebben gevoeld. Al maanden zie ik naar het nummer uit, niet alleen om mijn nieuwsgierigheid te kunnen bevredigen, maar ook om onze inzending te kunnen inkaderen. Er zijn inmiddels tweeëntwintig nummers bekend die in Stockholm ten gehore zullen worden gebracht, en na een paar keer luisteren zitten er voor mijn gevoel muzikaal nog geen echte uitschieters bij, op de inzendingen van Letland (een bijzonder verslavende minimal track) en IJsland (een opzwepend nummer met een opzwepende zangeres) na. Het is allemaal gezellig klinkende Europop, mid- tot uptempo, met de nodige bliepjes en af en toe een electronische cello. Het klinkt allemaal wel okay, maar er is tot dusver weinig wat mij van mijn kruk heeft gekieperd.
Natuurlijk hebben we nog geen flauw idee waar Douwe Bobs nummers over zal gaan, maar we mogen wel aannemen dat het zal bestaan uit de effectieve mix van folk, pop en blues die zijn eerdere hits kenmerken. Als zijn nummer (speculeer, speculeer) er ook zo zal uitzien, zullen we ons ten opzichte van alle andere inzendingen so far zeker onderscheiden, en dat kan alleen maar in ons voordeel werken. Maar verder dan deze voorspelling kom ik niet.
Het is aftellen tot het nummer op vrijdag eindelijk bekend zal worden gemaakt. Daarna begint het echte werk pas: kijken hoe tekst en muziek zich verhouden tot de rest, hoe hitgevoelig het is en ga zo maar door. Eigenlijk zou ik deze laatste dagen van onwetendheid moeten koesteren, want het zal vanaf vrijdag een gekkenhuis worden. Misschien moet ik genieten van deze Calm before the Storm, voordat de drukte losbarst. Maar stiekem heb ik liever hectiek, dan nog langer te moeten lijden onder deze Tantaluskwelling, die steeds heviger vormen aanneemt.