Autointerieur. De jongen staart met vermoeide ogen voor zich uit. Zwarte snelweg, zwarte nacht, zwarte verte. Het meisje naast hem – ze draagt een vest met veertjes, af en toe waaien er een paar op in de luchtstroom uit de airco – leunt, afgewend, met haar voorhoofd tegen het zijraam. Misschien telt ze de kilometerpaaltjes. Er schieten witte onderbroken strepen onder hen door, het is alsof ze voortgescrolld worden. Maar dan, opeens, lijken die strepen te veranderen in zacht bassende vloertonen. Ze worden hoorbaar. Ze worden ongeduldige gitaaraccenten, die vragen om een eerste zin, van wie dan ook, van haar, van hem. De stormende ruzie is achter de rug. Wat kapotgegooid is lijmt zich toch niet meer aaneen. Nu het al een tijdje kalm is, en ze toch nog steeds samen ergens heen rijden, valt er misschien iets terug te sprokkelen van wat ze vroeger voelden? Het meisje tilt haar hoofd een klein stukje op. De jongen heft zijn hand heel even van het stuur. En dan – dan draaien ze zich naar elkaar toe. Ze kijken elkaar aan, halen adem, zeggen iets, en zie je wel, het is net als altijd: precies tegelijk.

Dit zagen we met z’n tweehonderdmiljoenen gebeuren. Of we nu in Qazax in het oosten van Azerbeidzjan woonden, of in Djupivogur, in het oosten van IJsland: we begrepen na tien seconden al de setting van de kleine vertelling die Ilse en Waylon (zij waren het meisje en de jongen) voor ons uitrolden. Een drie-minuten-story, laat op de avond van de tiende mei, 2014. Uit de eerste tonen, de eerste zinnen, de opstelling van de microfoons, de lichtstand, de oogopslag, de stemmen, de vloerprojectie en uit de muziek zelf pikten we het op. Het bracht ons terug naar al die momenten dat wij ook in zo’n positie waren: in een auto na pijnlijke woorden.

Natuurlijk zal niet iedereen het narratief van Calm after the storm zo uitgebreid begrepen hebben, maar een hint ervan kregen we mee, in dat zo mooi geregisseerde Common Linnets-optreden. En dat is, als je de laatste jaren bekijkt, wat alle succesvolle inzendingen, naast dat ze origineel zijn en goed uitgevoerd, gemeen hebben: ze zijn een Zeer Kort Verhaal. Vrouw smeekt of de harde woorden die gevallen zijn ongedaan gemaakt kunnen worden (Zweden 2014, derde plaats), vrouw met baard verkondigt stralend het onverslagen zijn (Oostenrijk 2014, eerste), jongen brengt ode aan de helden die oog hadden voor minder stoere vriendjes (Zweden 2015, winnaar).

Omgekeerd: zodra de kijkers niets begrijpen van wat er in de eerste maten gebeurt (dame rukt oogmasker af en zingt in een ondefinieerbaar decor het woord ‘waarom’, Nederland 2015) haken ze af. Binnen een paar tellen dien je de aandacht van de tweehonderdmiljoenen zien te krijgen omdat je met overtuigende stem aan een vertelling begint. Dus zo zal het ook dit jaar moeten zijn, laat op de avond van de tiende mei. Het songfestival als bundel ZKV’s. Douwe Bob als A.L. Snijders. Opdat er in Qazax en Djupivogur zal worden gezegd: ‘Stil, stil, luister naar die Nederlandse jongen – hij heeft een verhaal.’