Een Eurovisiewinnaar op een Hollandse camping – dat gebeurde in Ermelo in de late herfst van 2021. Tussen zijn Nederlandse concerten door (zie verslag daarvan hiernaast) trok Salvador Sobral (Portugal, 2017) naar de Veluwe, waar hij voor de ‘In de rimboe’-sessies een liedje zong van zijn laatste album bpm.

Laadbak
Op camping In De Rimboe vinden af en toe piepkleine akoestische muzieksessies plaats. Een artiest klimt in een laadbak en zingt met minieme begeleiding één enkel liedje. Sobral stapte met gitarist André Santos in een auto, klom er in het bos weer uit, hopte op de kar en bracht een van de zelfgeschreven liedjes van zijn laatste plaat, het Spaanstalige Canción vieja.

Oud liedje
De titel betekent: ‘Oud liedje’ en moet eerder overdrachtelijk worden opgevat: ‘het aloude liedje’. Dat blijkt ook al meteen uit de eerste zin: ‘Als in het oude liedje beroofde jij mij van de illusie – en fluister nu niet die altijd weer hetzelfde preek in mijn oor.’
Tja, dan weten we het meteen: dit liedje gaat waar bijna alle liefdesliedjes over gaan. Hier wordt een droom beëindigd en een liefde doodgeruzied.

Dit, dat
Het leukst is het refrein. Je hoeft alleen maar naar Sobrals mimiek te kijken en je weet het: zo ziet het eeuwige gekibbel eruit. Dit is dan ook de tekst:
‘Het is weer dat “jij-altijd”,
het is dat “ik-nooit”,
dat “zwijg niet”,
dat “zeg maar niks meer”,
dat “het is teveel”,
dat “het is genoeg”.’
Kortom: alle tegenstrijdigheden die zich in de wanhoop van het einde van een relatie een weg naar buiten vechten.

Einde?
Maar is het wel het einde? Misschien niet. De laatste zin van het refrein, de mooiste ook, steekt namelijk een lichtje aan: En un concierto como este, cuando venga la tormenta, juntos le haremos frente. Oftewel: In een concert als dit, bieden we de storm, als die opsteekt, toch samen het hoofd.’
Hoe aangenaam rond maakt die ene regel alles: er is hoop én het oude liedje verjongt zichzelf. En dat allemaal vanaf een camping in Ermelo die op zijn eigen website schrijft: ‘De geluiden van een gezond bos verhogen het geluksgevoel.’