Jeangu Macrooy zingt Grow in de finale van het Eurovisie Songfestival 2020. Daar zal het een van de meest persoonlijke bijdragen zijn – dat is nu al duidelijk. Maar waar gaat Grow over? Wat is precies de vertelling die er in dit gloeiend intense liedje schuilt?

Diaprojector
Het liedje begint met terugdenken. In de clip ligt Jeangu plat op een harde houten vloer, arm berustend over de borst, een al even eenzame koptelefoon een eindje weggesmeten. We horen een zacht klik, herlaad. Klik, herlaad. Klik, herlaad. Waar kennen we dat geluid toch van? O ja, van zo’n oude diaprojector – stierven die niet rond 1991 uit?
Klik, herlaad – het is een spannende sample die gelukkig ook in de studio-opname klinkt. De montage verspringt naar de dia-lade. Naar witgerande raampjes die een voor een het apparaat in geschoven worden om beelden van vroeger op de muur te laten verschijnen. Kijk, die dia: we zien twee jongetjes. Ze zitten allebei – detail – op iets wat een verhuisdoos lijkt.

Zelfportret
De eerste zin die Jeangu dan al gezongen heeft luidt: ‘When I’m sad I am unreasonable – just like a little kid, mad at the world.’ Sterke opener. In de tweede regel bouwt hij dat beeld uit. (Vertaald) ‘Als ik alleen ben ben ik weerloos, net als het jongetje dat ik was, bang in het donker.’
Die eerste coupletten zijn als het begin van een verhaal, waarin we kennismaken met de hoofdpersoon en al een beetje weten hoe hij zich voelt. Veelbetekenend glijdt de camera langs een schrijfboekje, een oude identiteitsfoto en een door Jeangu getekend zelfportret – hetzelfde dat hij gebruikte voor zijn eerste EP Brave enough. Al die beelden bij elkaar geven Jeangu’s intentie aan: deze vertelling is eerlijk, ik ben in dit lied mijn meest oprechte zelf.

Portret van ons
Maar het gekke aan persoonlijke teksten en persoonlijke songs is dat die juist méér raken dan algemene teksten en algemene muziek. Dat blijft het fijne geheim van de kunst: als je het hart van iemand anders van dichtbij mag zien lijkt het vaak op dat van jou. En dus is wat Jeangu in de volgende regels, die van het refrein, vertelt (‘I’m getting older and it ain’t what I thought it would be’) een verwoording van wat iedereen weleens voelt: is dit nu alles? En: hoe gaat dat eigenlijk, gelukkig worden?

Spatten
We weten door interviews het een en ander van Jeangu Macrooy. Hij groeide op in Suriname, samen met zijn tweelingbroer Xillan. Ze vormden een bandje dat steeds succesvoller aan het worden was, maar na een kort verblijf in Amsterdam wist Jeangu dat hij zijn vertrouwde omgeving, broer, familie, carrière, achter moest laten om op een nieuw canvas opnieuw te leren schilderen (denk even aan dat detail op de dia: die verhuisdozen – later deed Xillan namelijk precies hetzelfde!)
Jeangu zamelde geld in voor de reis, schreef zich in voor een muziekopleiding in Hengelo, ontmoette zijn grote liefde, ontmoette ook producer/componist/manager Perquisite, maakte eerste albums – en alles spatte op, alles lukte, alles schuimde, met nu, dit jaar, Eurovisie Twintigtwintig als hoogtepunt.

Planeet
Maar dat betekent niet dat elke seconde gelukzalig is. En precies dat, herkennen we. Die stomme constatering dat je niks te klagen lijkt te hebben, en toch (quote uit Grow) ‘draait de planeet iets te snel’ en heb je soms het gevoel dat je de controle verliest. En dan moet je dus aan je geliefde, je vrienden en je familie uitleggen dat het feit dat het aan de buitenkant goed met je gaat niet altijd wil zeggen dat dat aan de binnenkant ook zo is.

Binnenjongen, buitenjongen
Die constatering wordt prachtig verbeeld in de clip. Jeangu staat voor de spiegel (bekijkt dus vanuit zijn binnenkant zijn buitenkant), maar draait het oppervlak een slagje. Opeens zien we nóg een Jeangu. En terwijl het prachtige arrangement laagje op laagje stapelt zien we de twijfelende hoofdpersoon moed vatten, zijn jas aantrekken en het huis uitgaan. Ook dat herkennen we – toch? Dat we een binnen-ik hebben, die op de grond in de kamer ligt na te denken, en een buiten-ik die de ogen van anderen tegemoet loopt?

Uitweg
Om dat te verbeelden doet de muziek iets onverwacht prachtigs. Het woord ‘satellites’ breekt vrij uit de melodie, het wordt meerstemmig gezongen en lijkt een dakraampje open te stoten. In de clip kijkt Jeangu precies op dat moment hoopvol omhoog. Naar buiten, naar boven – de uitweg uit het gepieker!

Arrangement
Die briljante vondst van het net even anders zingen van dat ene woordje, geeft het genie van deze song aan. Bovendien richt het onze aandacht op het subtiele arrangement van Grow:
hoe vanuit één strakke begeleidingstoon (in het begin van het lied) overgegaan wordt naar
(bij ‘personally’) goedgekozen ondertonen op het orgel,
en dan
(bij ‘most of the time’) hummende achtergrondzang,
plus
(na ‘in the sky’) een klimmende noot die de boel filmisch een stukje de lucht in tilt,
tot aan
(na het tweede refrein) een mini-pauze,
met tenslotte
(in de afsluiting van het lied) community gospel-singing, een bassende beat, stuwende akkoorden en handgeklap.

Groeien
In dat einddeel wordt aangegeven hoe je via anderen uit dat getob kunt komen. We zien Jeangu door de nachtelijke stad lopen, op weg naar lotgenoten. Even later zit hij in een kring van vriendelijke mensen (we zouden er zo tussen willen zitten), die praten, luisteren, lachen. Heel bijzonder: dit gedeelte van de clip is niet geacteerd – Jeangu zong zijn liedje a capella en sprak er daarna met precies deze mensen over. Want de tekst zegt hier, vertaald: ‘Hoe meer ik leer, hoe minder ik weet. Door de pieken én door de dalen zal ik … groeien.’

Verrassend einde
Zo mooi: we willen meezingen, we willen opstaan, als in een kerk in het Amerikaanse zuiden, we willen getuigen dat de enige weg naar het geluk de ander is, de gemeenschap.
Alleen heeft Jeangu nog een laatste zet. Hij breekt het blije-gospelgedeelte na twee keer herhalen van de eindzin vrij abrupt af. Het slot van de song is plotseling bereikt, en het laatste woord ‘grow’ blijft in de lucht hangen.
We zien in de clip nog dat het meisje aan Jeangu’s linkerkant haar hand op zijn arm legt, en dat de jongen aan zijn rechterkant waarderend naar hem knikt. Maar de laatste toon is, opnieuw, eenzaam. Alsof Jeangu ons wil zeggen: uiteindelijk zul je dat groeien alleen moeten doen.

De beste song
Jeangu Macrooy biedt ons met Grow niet alleen zijn pijn aan, niet alleen zijn uitweg, niet alleen zijn eindconclusie, maar hij laat ons met de melodie en het arrangement ook van alles voelen, terwijl hij door de tekst ons van alles laat denken.
Zelf zei hij in een interview: ‘Dit is de beste song die ik ooit schreef’. Doordat alles bij dit lied in elkaar grijpt, valt dat oordeel alleen maar te beamen. Grow is precies introvert én extravert genoeg, en dan komt daar straks Jeangu’s charismatische live performance nog bij. Oké, oké, een slechte startplek kan nog nadelig uitpakken. Maar eigenlijk doet dat er niet toe. De selectiecommissie zag het scherp: Grow is zo waarachtig dat verliezen niet meer mogelijk is.

 


Meer verhalen horen én Eurovisie-artiesten zien optreden? Kom naar onze avond op 10 april. Details en ticketverkoop – zie artikel rechts.