Over ABBA, de bekendste Eurovisiewinnaar ooit, worden nog altijd nieuwe boeken, films en musicals gemaakt. Zo besprak Eurostory vorig jaar nog de toen net verschenen biografie van Agnetha Fältskog. Ook dit jaar een ABBA-boek, en wel van de Vlaamse journalist Stany Van Wymeersch. Hij stelde een bijzondere hommage samen: een serie interviews met ABBA-fans over hun fascinatie met de Zweedse band. Zomaar wat fans? Nee, natuurlijk niet: hardrockers, punkers, klassieke dirigenten, fotografen en beeldend kunstenaars. En niet de minste.

ABBA rockt
In de tijd dat ABBA roem vergaarde, werd vanuit de ‘serieuze muziek’ nogal eens schamper gepraat over die hitjesmachine. Nu, enkele decennia later, schaamt een zichzelf respecterend muzikant zich er niet meer voor om ABBA als inspiratiebron te noemen. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de vele interviews die Van Wymeersch had met rockartiesten – een genre waar je niet meteen ABBA bij associeert. Een bekend voorbeeld zijn de Sex Pistols, die voor hun nummer Pretty vacant de basriff van ABBA’s S.O.S. zouden hebben gebruikt . Glen Matlock, destijds bassist en schrijver van Pretty vacant, nuanceert die mythe in het interview met Van Wymeersch, maar geeft onmiddellijk toe dat de Sex Pistols altijd met bewondering en respect naar hun Zweedse tijdgenoten hebben gekeken. ‘Ik waardeer ze ook nu nog, meer nog als muzikanten dan als het megasucces dat ze zijn geworden. Veel anderen in onze scene deden alsof ze het niks vonden, maar als ze in de disco stonden en ABBA werd gedraaid, dansten ze. Allemaal.’

Glamrockster Suzi Quatro, die zelf Does your mother know coverde, beaamt dit. ‘Het was populair in de rockscene om ze niet te mogen. Ze waren niet cool. Het heeft veel tijd nodig gehad, maar diezelfde critici geven ABBA nu alle mogelijke sterren. Ze hebben de tand des tijds doorstaan.’ En zo zijn er nog veel namen die in We all love ABBA hun steentje bijdroegen: Sweet-gitarist Andy Scott, Terry Uttley van de band Smokie, en, niet in de laatste plaats, Queen-legende Brian May: ‘Veel mensen zeggen dat ABBA geen rock & roll is,’ aldus May in gesprek met Van Wijmeersch. ‘Maar als je een geweldig nummer schrijft, is dat voor eeuwig een geweldig nummer.’

Symfonisch ABBA
ABBA, dat zijn toch die makkelijke popdeuntjes met oppervlakkige tekstjes? Zeg dat niet tegen Walter Proost, artistiek leider en dirigent van het European Philarmonia, dat in 2016 een uitvoering van ABBA-muziek bracht met tientallen muzikanten en een groot koor. In een uitgebreid interview maakt Proost gehakt van het ABBA-vooroordeel. ‘ABBA is misschien geen klassieke muziek, maar het leent zich wel uitstekend voor een groot orkest. De kracht van ABBA zit hem in de slimme melodieën, en in het charisma van de twee zangeressen. Dat laatste konden we natuurlijk niet nadoen, maar wij hadden wel honderd koorleden ter vervanging.’

Ook bandleider en componist James Last, die verschillende malen ABBA-muziek naar instrumentale medleys vertolkte, roemde de arrangementen die door Björn en Benny werden gemaakt. ‘Het leek soms haast alsof ze nooit voor een band, maar rechtstreeks voor een orkest waren geschreven,’ aldus Last, die niet lang voor zijn dood nog met Van Wymeersch sprak.

ABBA & de wereld
Artiesten uit talloze muziekstijlen komen voorbij. Van het Britse synthpopduo Erasure, dat met de EP ABBA-esque bijdroeg aan een opleving van de ABBA-liefde in de jaren negentig, via chansonnier Philippe Elan die de jazz-invloeden van ABBA onder de loep neemt, tot aan Liz Mitchell van de Duitse discogroep Boney M. die op haar tijd met ABBA terugblikt.

Heen en terug in de tijd gaat het, maar ook in genres en disciplines. Behalve muzikanten komen ook fotografen aan bod, die hun licht laten schijnen op het fotogenieke van de vier Zweden. En bijvoorbeeld de Vlaamse illustrator Maarten Vanderwiele, die op zoek was naar het licht in zijn werk en tot de graphic novel ABBA zoekt Frida kwam. En Ad Visser, Lone van Roosendaal, Luv – allemaal spraken ze over hun liefde voor ABBA, schreven ze speciaal voor dit boek brieven aan Björn en Benny, bewonderden Agnetha of Anni-Frid of allebei. Voor even zijn de artiesten zelf pure fans.

Waterloo
Tot slot: Eurostory zou Eurostory niet zijn als we niet in het bijzonder geïnteresseerd waren in wat er over het Songfestival valt te lezen. Natuurlijk, over Waterloo is al eindeloos veel geschreven. We all love ABBA duikt ook weer in die beroemde Eurovisie-editie van 1974, door veel mensen uit de inner circle rond ABBA aan het woord te laten. Ook Maggie MacNeal, die dat jaar met Mouth & MacNeal derde werd voor Nederland, wordt geïnterviewd, maar veel nieuwe inzichten levert dat niet op.

Interessanter zijn de hoofdstukken die verbanden met ABBA en Waterloo leggen zonder letterlijk over die avond in Brighton te gaan. Zo wordt Neil Sedaka geïnterviewd, verantwoordelijk voor de enige keer in het gehele ABBA-tijdperk dat Björn, Benny en hun vaste producer Stig Anderson met een andere schrijver samenwerkten. Sedaka schreef de Engelse tekst voor Ring Ring, dat liedje dat bijna-maar-net-niet het jaar ervoor naar Eurovisie ging. Als ABBA wél al in 1973 Melodifestivalen had gewonnen, hadden ze dan evenveel succes gehad? Was het net zo’n goed liedje? Sedaka twijfelt er niet aan. ‘De muziek van ABBA overstijgt tijden en talen.’

Op fraaie wijze weet Van Wymeersch de cirkel vervolgens rond te krijgen. Sedaka’s doorbraak was Stupid Cupid, een lied van zijn hand dat in 1958 werd uitgevoerd door de Amerikaanse zangeres Connie Francis. Francis op haar beurt was weer een van de grote voorbeelden van Agnetha Fältskog. Van Wymeersch interviewde de toen 77-jarige Francis in West-Hollywood. Ze weet van Agnetha’s bewondering, en is daar op haar beurt weer door vereerd. Het interview met haar is een voorbeeld van het feit dat niet alle delen van We al love ABBA even diepgravend of interessant zijn, maar mooi is wel dat iedereen zo eventjes in beeld komt.

Want van West-Hollywood gaat het door naar Stockholm, naar Per Herrey, die met Herrey’s tien jaar na ABBA opnieuw het Songfestival voor Zweden won. ‘Dat ABBA won gaf ons in Zweden enorm veel zelfvertrouwen: het kon dus! En dat terwijl ik hun inzending van het jaar ervoor, Ring ring, eigenlijk veel beter vond. Maar ze wonnen! Ik was zestien en zag het op tv. Het voelde als het winnen van de Olympische Spelen.’

Revival
En dan, tot slot, een sprong in de tijd, dwars door het gehele ABBA-oeuvre heen, ver na hun successen, hun afscheid, de revival in de jaren negentig en deze eeuw, tot 2014. Een bijzondere vrouw weet het Eurovisie Songfestival op haar naam te schrijven, met een sterk lied en een nog sterkere boodschap over gender, identiteit en acceptatie.

Conchita Wurst komt op een van de laatste pagina’s aan het woord. Ze onderschat het belang van ABBA’s overwinning niet. ‘Misschien is het wel de redding geweest voor Eurovisie. ABBA liet zien dat het mogelijk is enorm succes in de popmuziek te hebben na het winnen van het Songfestival.’

En dat is de belangrijkste boodschap van het boek: ABBA bracht verandering in het Songfestival, verandering in de muziek en in de popcultuur, verandering die tot de dag van vandaag blijft voortduren. Dat, en meer, leest de echte ABBA-fan in We all love ABBA, een boek dat de moeite waard is, door de soms openhartige gesprekken, het mooie beeldmateriaal (vaak van topfotografen), en de verrassende perspectieven die Stany Van Wymeersch verzamelde tijdens zijn wereldreis door ABBA’s erfenis.


WE ALL LOVE ABBA
Stany Van Wymeersch
175 blazijden
Engels
www.stanyvanwymeersch.com