Lief dagboek,
Onze hersens zitten als het goed is in onze schedel. We bepalen het grootste deel van ons leven waar die schedel uithangt. Over wat er ín die schedel zit is gaan we niet altijd. Soms duikt er vanuit het niets opeens een onpraktische gedachte op, zoals wanneer je net met een soort porno bezig bent en je opeens moet denken aan de flauwe grap over teckels die je vader altijd maakte. En dan zijn er ook nog indrukken die zich schijnbaar onopgemerkt nestelen in je hoofd en daar fermenteren tot ze op een gegeven moment weer naar boven komen, als koren in een kaftzeef. Dat je opeens merkt dat de scherven op hun plaats vallen en je het totaalplaatje door krijgt.
Als dat je overkomt kan je niets anders dan schoorvoetend toegeven dat je het grootste deel van de tijd slechts half leeft, maar goed, de meesten om mij heen gaan halfbewust door de dagen, aangenaam beneveld door het ego, vrijwillig verblind omdat weinigen het aankunnen om hun bestaan echt onder ogen te komen.
Daarom denk ik er liever niet al te vaak aan dat ik geen idee heb van wat er allemaal in mijn hoofd zit, welke torrents er aan het werk zijn, welke virussen er broeien. Maar soms zie, hoor of voel je iets waarvan je weet: dit moet even composteren in mijn hoofd, hier is iets mee, maar het moet even weken in het onderbewustzijn.
Met dat gevoel klapte ik gisteravond na het Songfestival mijn laptop dicht nadat ik een half uur lang Douwe Bobs optreden tijdens de Halve Finale had teruggekeken. Ik wist dat daar iets was, iets geweldigs, maar ik kreeg het maar niet uit mijn subego gehengeld. Ik was doodop en zo overprikkeld als iemand die ten val was gekomen in een cactusgroothandel. Bedtijd.
Pas vanmiddag, na een nacht vol kalmeringsmiddelen, kwam het bovendrijven, iets wat na even pendelen in Google nog niemand anders was opgevallen, en wat een extra laag aanboorde in de performance van Slow Down.
Wanneer het optreden begint wordt er van bovenaf gefilmd. We zien een klok die terug begint te tikken. Maar vanaf welk tijdstip? Twaalf uur? Nee. De klok begint terug te tikken vanaf vijf voor twaalf. Het kostte me twintig uur voor dat gegeven, en de bijbehorende betekenissen kwam bovendrijven. Mijn bewondering voor Douwe Bob is nu alleen maar toegenomen. Waarom? Geduld. Stop dit gegeven maar even in je cerebrerum, als een kapje in een broodrooster. De betekenis zal er vroeg of laat, gegaard en wel, uit opkomen, tezamen met een groot applaus voor de regisseur van dit jaar.