Het is niet de bedoeling dat politiek een rol speelt in het Eurovisie Songfestival. Maar af en toe doet het dat toch. Bijvoorbeeld wanneer een land deel wil gaan nemen – maar niet erkend wordt door een aantal andere Europese landen. De Noorse journalist Steinar Even Østmoe ging speciaal voor Eurostory naar Pristina om er achter te komen wat het belang van een eerste Kosovaarse inzending zou kunnen zijn – en of toetreding binnenkort te verwachten valt.
ERKENNING
Tijdens het festival van 2016, in Stockholm, kondigde de European Broadcasting Union, in een poging om politiek en amusement gescheiden te houden, aan dat een aantal vlaggen tijdens de finale niet toegestaan werd. De Catalaanse en de Schotse vlag werden als te controversieel beschouwd, vanwege de associatie met afscheidingsbewegingen in die regio’s. De zwart-witte vlag van de Islamitische Staat stond ook op de lijst – én de vlag van Kosovo. Die noch een regionale, noch de vlag van een terroristische beweging is. Het spreekt vanzelf dat de Kosovaren daar niet gelukkig mee waren. Ook al werd de maatregel teruggetrokken, toch werd het afkondigen ervan ervaren als een stap terug, en dat in een jaar dat het land zijn eerste gouden Olympische medaille won en toegelaten werd tot de FIFA en de UEFA, de internationale en de Europese voetbalbond.
De strijd van Kosovo voor onafhankelijkheid staat nog in de kinderschoenen. Tot op heden hebben 114 landen Kosovo erkend. Dat klinkt als een behoorlijk groot aantal, maar bedenk: de Verenigde Naties kent 194 lidstaten. Al die landen erkennen Nederland en bijna al die staten erkennen Kosovo’s buurland Montenegro. Dus ongeveer de helft van de leden erkent Kosovo niet. Dat geldt, vanzelfsprekend, voor Servië, maar ook voor zwaargewichten als Rusland of China. Of lidstaten van de Europese Unie: Spanje, Roemenië en Griekenland. Die laatste twee zijn zelfs buurlanden van Kosovo. Tijdens mijn verblijf heb ik begrepen dat het gebrek aan internationale erkenning een grote impact heeft op het dagelijkse Kosovaarse leven. En dat verklaart weer dat deelnemen aan een televisieshow die soms afgedaan wordt als een grap en in sommige landen niet serieus genomen wordt, van groot belang kan zijn voor een land dat vecht voor zijn onafhankelijkheid.
DE FANS
Ik ontmoette de mensen achter Eurovision Kosovo, de populairste Eurovisie-fansite van Kosovo. Albert Limani, initiatiefnemer, is samen met zijn vrienden Gëzim Sahiti en Erdin Janovali, verantwoordelijk voor de Facebookpagina, voor het Twitteraccount en voor het blogaccount. Alle drie zijn het twintigers, met een grote liefde voor het Eurovisie Songfestival. Ik sprak ze in een van de druk bezochte, rokerige café’s, niet ver van de Moeder Teresa Boulevard, de hoofdstraat van Pristina. We spraken over Eurovisie en over Kosovo en dronken macchiato’s, de nationale drank.
Albert richtte Eurovision Kosovo in 2010 op als meer dan alleen een fanclub. Albert keek als kind elk jaar naar het festival en zijn bedoeling met de community is om het festival in eigen land te promoten en op die manier bij te dragen aan de mogelijkheid dat de wereld Kosovo, ooit, net als ieder ander onafhankelijk Europees land, op het Eurovisiepodium zal zien.
De vriendengroep is heel, heel gemotiveerd en bijzonder goed op de hoogte van het festival. Ze geven aan tot de kern te behoren van een kleine groep hardcore fans. Via internet blijven ze op de hoogte van het laatste nieuws en houden ze contact met liefhebbers uit heel Europa. Elk jaar reizen ze gezamenlijk naar Tirana voor de Albanese nationale voorronde. Soms interviewen ze artiesten voor hun blog. Ze zouden graag ook de nationale finales in andere landen verslaan, maar dat is niet simpel. Van hen drieën heeft alleen Erdin al eens internationale eindrondes bezocht: die in Malmö (2013) en het jaar erna in Kopenhagen.
Financiën zijn een probleem. Albert vertelt dat ze al eens een beurs hebben aangevraagd bij het Kosovaarse ministerie van cultuur, maar zonder succes. Ze hebben ook met de Zweedse ambassade contact gehad over geldelijke steun voor een reis naar de finale in Kyiv, dit jaar. Het feit dat ze dat verzoek bij de Zweedse ambassade neerlegden lijkt verrassend, maar eerder al stemde de ambassadeur in met het hosten van een Eurovisie-party, ten tijde van de 2016-finale in Stockholm.
Een beurs van de ambassade om de reis te bekostigen lijkt haalbaar, maar zelfs mét financiële ondersteuning is er nog het probleem van de daadwerkelijke toegang tot Oekraïne. De regering in Kyiv erkent de onafhankelijkheid van Kosovo niet en de douane zou hun paspoorten kunnen weigeren. Sommige landen die Kosovo niet erkennen, Spanje bijvoorbeeld, en Roemenië, schijnen Kosovaarse paspoorthouders regelmatig wél toe te laten, dus helemaal onmogelijk hoeft het ook weer niet te zijn. Zelfs Rusland liet Kosovaren toe tijdens de Olympische Spelen van Sotsji, en verklaarde dat bij toekomstige internationale evenementen opnieuw te zullen doen. Maar: toen de fanclub vorig jaar contact op nam met de Oekraïense autoriteiten, gaven die aan om veiligheidsredenen geen garanties te kunnen geven. Met weinig hoop om het land binnen te komen, is het lastig om een realistische plan en een realistische begroting op te stellen, en voor een beurs van de ambassade is juist dat een vereiste.
PLANNEN EN ARTIESTEN
Meer succes heeft Eurovision Kosovo bij het promoten van het festival in eigen land. Hun artikelen en blogs worden steeds beter gelezen en Albert, Gëzim en Erdin zijn het erover eens dat bij jonge mensen de aandacht voor Eurovisie toeneemt. In 2014 werd het festival onder grote belangstelling op een enorm scherm bij de Amerikaanse ambassade geprojecteerd. Toen Conchita Wurst het festival won, oogstte de dame met de baard veel negatieve aandacht en Erdin maakt melding van een paar extreem beledigende commentaren onder hun nieuwsberichten, maar tegelijkertijd moesten veel mensen toegeven dat ze het liedje wel konden waarderen. En door Conchita raakten ook mensen geïnteresseerd die dat voorheen niet waren, in elk geval is de belangstelling sinds 2014 behoorlijk toegenomen.
Gevraagd naar de vooruitzichten voor het houden van een Kosovaarse nationale finale, maken de drie ogenblikkelijk duidelijk dat er in Kosovo genoeg talent is, en evenzo onder de vele Kosovaren die in het buitenland wonen. Het beroemdste voorbeeld is Rita Ora, die op jonge leeftijd met haar ouders naar Engeland verhuisde, maar in Kosovo geboren werd. Of anders Dua Lipa, die nu in Londen woont en de laatste twee jaar veel aandacht genereerde in de muziekscene. Op 17 februari komt haar eerste album uit. Als ze zouden moeten kiezen uit artiesten die op dit moment in Kosovo wonen, noemen de mannen Era Istrefi. Vaak vergeleken met Rihanna en Sia, en haar track Bonbon had vorig jaar meer dan 250 miljoen views op YouTube.
Trots zijn ze op het feit dat er al verschillende Kosovaarse artiesten deelnamen aan de Albanese voorronde. Over het algemeen presteren ze daar goed. Rona Nishliu won zelfs en belandde in Bakoe, in 2012, op de vijfde plek, het beste resultaat voor Albanië tot nu toe. Ze maakte veel indruk met haar indrukwekkende zangkwaliteiten, en met haar opvallende kapsel. Volgens Albert zou zij een sterke kandidaat zijn om als eerste artiest Kosovo te mogen vertegenwoordigen.
Om aan te geven hoe belangrijk zo’n eerste inzending zou zijn, noemt Erdin de gouden medaille die judoka Majlinda Kelmendi behaalde tijdens de Olympische Spelen van Rio. Zij bemoedigde daarmee het hele land en wordt als een rolmodel voor jonge mensen gezien, iemand die aantoont dat internationaal succes mogelijk is, zelfs in een wereld waar de sterren niet gunstig lijken te staan. Volgens Albert zou een mooi resultaat op het Eurovisie Songfestival, ook als dat niet meteen de winst is, eenzelfde effect kunnen hebben.
Ondanks al die getalenteerde artiesten, zijn de drie het erover eens dat het niet waarschijnlijk is dat Kosovo binnen afzienbare tijd zal deelnemen. Gëzim en Albert verwachten dat we Kosovo niet voor 2018 in een halve finale zullen zien, en Erdin denkt dat het wel eens 2020 zou kunnen worden. Hij legt uit dat zelfs iets eenvoudigs als stemmen tot voor kort een probleem was, omdat het land tot december 2016 geen eigen internationale landcode had. Mensen hadden een Sloveens of Monegaskisch telefoonnummer, wat betekende dat twee vrienden die elkaar opbelden allebei roaming moesten betalen, bovenop de normale gesprekskosten. Om lid te worden van de European Broadcasting Union is zo’n landcode een vereiste. Maar zelfs nu Kosovo er een heeft blijven er obstakels. Zo moet eerst een Kosovaars televisiestation lid zien te worden van de EBU.
DE OMROEP
Radio Television of Kosovo (RTK) is het nationale televisiestation van Kosovo. RTK is wettelijk verplicht zowel in het Albanees als het Servisch uit te zenden. Albert heeft een ontmoeting georganiseerd met Lorik Arifaj, hoofd televisie.
Volgens Arifaj heeft RTK in Kosovo een grotere rol dan vergelijkbare zenders in andere landen. In Kosovo zijn snelle internettoegang en streaming services niet zo wijdverspreid als in West-Europa, en dus zijn veel mensen voor hun nieuws en entertainment voornamelijk aangewezen op de televisie. Toen Kosovo mee mocht doen aan de Olympische Spelen en lid werd van de UEFA en de FIFA, zaten de café’s op en om de Moeder Teresa Boulevard vol met mensen die naar de wedstrijden kwamen kijken. Datzelfde zou gebeuren als Kosovo onderdeel werd van Eurovisie.
Hoewel Arifaj het belang van politieke onafhankelijkheid benadrukt, is RTK recentelijk juist beschuldigd van partijdige betrokkenheid bij de huidige regering. Die kritiek kwam vooral van de partij Vetevendosje, die streeft naar vereniging van Kosovo met Albanië. Er hebben zich in augustus 2016 twee gewelddadige incidenten voorgedaan, die gericht waren tegen RTK. Niemand raakte gewond, maar Arifaj meent dat deze aanvallen bedoeld waren om een tegen journalisten gerichte vijandige sfeer te creëren. Toch is er volgens hem geen reden om aan te nemen dat er rondom een Nationaal Songfestival sprake van dreiging zou zijn. Zelfs tegenstanders van de regering zouden trots zijn om nationaal talent Kosovo te zien vertegenwoordigen op een wereldpodium.
RTK is momenteel bezig met het proces om een volwaardig lid van de EBU te worden. Tijdens ons gesprek toont Lorik Arifaj een zeer uitgebreide brief die hij aan de Eurovision Committee zal sturen, over het toelaten van Kosovo tot de EBU. Hij noemt daarin het feit dat Australië deelneemt aan het festival, ook al is het geen ‘member’ maar een ‘associated member.’
Vorige zomer heeft hij overleg gehad met de EBU in Budva in Montenegro en RTK’s pleidooi voor deelname werd ondersteund door veel van de overige Balkanlanden (uitgezonderd Bosnia en Hercegovina en Servië). De afgevaardigden van de EBU gaven daarbij aan dat zij niet tegen een songfestivaldeelname van Kosovo zouden zijn, indien het organiserende land het toestond. Dit gaf Arifaj hoop op toetreding in 2017, totdat duidelijk werd dat de UEFA-match tussen Oekraïne en Kosovo in Polen gespeeld moest worden, en niet in Kyiv. Maar hij heeft nog altijd goede hoop voor 2018 – tenzij Oekraïne opnieuw wint.
ORGANISATORISCHE PROBLEMEN
Toch zou het niet simpel zijn voor RTK om een nationale selectie te organiseren, laat staan een internationale finale. De bouw van het stadion van Pristina, dat wellicht een groot bezoekersaantal zou kunnen ontvangen, is nog lang niet klaar, en voltooiing wordt in de nabije toekomst ook niet verwacht. De studio’s van RTK zijn over twee locaties verspreid, en daartussenin loopt een straat waaraan ook de grootste kruideniersmarkt ligt. Het personeel moet steeds met camera’s en ander materieel die straat aflopen, wat, gezien de recente aanslagen, gevaarlijk zou kunnen zijn. Bovendien staat het terrein waarop veel van de studio’s liggen tijdens hoosbuien regelmatig onder water. Dan is er nog de kwestie van het budget, niet enkel om in de kosten van het festival te voorzien, maar er is ook geld nodig voor nieuwe materialen en het ontwikkelen van nieuwe programma’s. Sommige van de camera’s die nu nog worden gebruikt zijn in 1999, toen RTK opgericht werd, door een Duitse en een Japanse zender geschonken. Toen Kosovo lid werd van de UEFA en de FIFA, had RTK geen geld gereserveerd om de wedstrijden aan te kopen of te becommentariëren. Bij de Olympische Spelen moest voor de rechten van de judomatches onderhandeld worden met de Servische televisie.
Gelukkig is er wel steun vanuit de overheid. Toenmalig Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, Petrit Selimi, tweette in mei 2015 dat hij er zeker van was dat Kosovo aan het songfestival van 2016 zou gaan deelnemen. Ook al is dat niet waar gebleken, toch geeft het hoofd van RTK aan dat hij het gevoel heeft dat de regering de omroep steunt. Helaas hebben politici drukke agenda’s en betekent mondelinge steun nog niet meteen financiële steun.
EN DUS?
Ook al zouden de vooruitzichten voor Kosovo rooskleuriger kunnen zijn, toch keren we naar de Moeder Teresa Boulevard terug met voorzichtig goed nieuws voor de fanclub. De EBU lijkt positiever tegenover een entree van Kosovo op het songfestival te staan dan verwacht , dus helemaal uitgesloten is het niet dat Albert en Gëzims voorspelling voor 2018 uit zal komen.
Nawoord
Uiteraard vroeg Eurostory de European Broadcasting Union om een reactie. Die reageerde op 20 januari 2017 als volgt:
‘Deelname aan het Eurovisie Songfestival is voorbehouden aan leden van de EBU of speciaal daartoe uitgenodigde Associate Members. Kosovo voldoet niet aan de criteria voor een lidmaatschap of een status als Associate Member. De statuten van de EBU geven aan dat een land lid moet zijn van de International Telecommunications Union of van de Council of Europe. Kosovo is geen van beide.’
Dat lijkt vooralsnog dus weinig mogelijkheden te bieden. De EBU voegt nog wel toe:
‘De EBU heeft in 1999 geholpen bij het opzetten van Kosovo’s publieke omroep RTK en zal in nauwe samenwerking met RTK doorgaan om de publieke media te beschermen.’
Eurostory houdt u op de hoogte als er nieuwe ontwikkelingen zijn.