De afgelopen weken ging Eurostory op zoek naar verschillende antwoorden die mogelijk zijn op de vraag Hoe politiek is het Eurovisie Songfestival in Tel Aviv? In het eerste deel van dit drieluik van verschillende meningen laten wij Ghada Zeidan aan het woord, oprichtster van de organisatie Palestine Link.
Ghada, jij bent de oprichtster van Palestine Link. Wat doet die organisatie?
In het publieke debat gaat het regelmatig over Palestina en de Palestijnen, zonder ook maar één Palestijn aan het woord te laten. Als wij een opiniestuk insturen, krijgen wij van kranten vaak de respons: ‘We hebben al genoeg over dit onderwerp gepubliceerd.’ Terwijl ze ons wél altijd weten te vinden als er weer eens sprake is van onenigheid tussen Palestijnen onderling. Uit die onvrede is Palestine Link ontstaan, een organisatie van Palestijnse Nederlanders die zich inzet voor rechtvaardigheid en vrede in Palestina. Een organisatie die de Palestijnse belangen behartigt én schendingen van mensenrechten door de staat Israël aan de kaak stelt.
Is het Eurovisie Songfestival in Tel Aviv een politieke aangelegenheid?
Jazeker. Het Songfestival is een vorm van artwashing. Door het Eurovisie Songfestival in Tel Aviv te organiseren, hoopt Israël haar ware gezicht als bezetter en onderdrukker te verhullen en de apartheid tegen de Palestijnen weer een beetje weg te kunnen poetsen. Aan de andere kant zijn wij blij dat er, overal in Europa, zóveel weerstand klinkt. Dat geeft hoop.
Waaraan merk jij dat er sprake van weerstand is?
Aan verschillende dingen. Zo verscheen er, onlangs nog, een brief in The Irish Times waarin meer dan 100 Palestijnse artiesten zich direct tot hun collega’s richtten met de oproep om af te zien van deelname. Met als slotzin: ‘De geschiedenis van de deelnemers is nog niet geschreven. Wij roepen hen op die te schrijven.’ En ook in het Britse dagblad The Guardian verscheen een oproep die ondertekend was door modeontwerpster Vivienne Westwood, schrijver Yann Martel (van de verfilmde bestseller Life of Pi) en de band Wolf Alice. Je merkt het, verschillende mensen roepen op tot een boycot of een kritische kijk op Israël. Er is zélfs door allerlei Israëlische kunstenaars een statement afgegeven waarin zij verklaren een boycot van het Eurovisie Songfestival in Tel Aviv – maar al te graag – te ondersteunen.
Hoe wordt er op dergelijke brieven gereageerd?
In Palestina werd er erg positief op gereageerd. Een duidelijke solidariteitsverklaring voor het Palestijnse non-violent verzet en een sterk signaal tégen de Israëlische bezetting. Een steun in de rug dus. Het mooie is dat er in Londen zelfs een alternatief Songfestival wordt georganiseerd op zaterdag 18 mei, de avond van de finale. Het heet Not the Eurovision Party for Palestine en is op touw gezet door de Palestine Solidarity Campaign. De artiesten die er optreden (Wolf Alice, voormalig Faithless-gitarist Dave Randall en rapper Mic Rickless) stellen heel duidelijk dat het monsterlijke gezicht van apartheid en bezetting niet verhuld mag worden door alle glitter en glamour die het Eurovisie Songfestival met zich meebrengt.
En toch gaat het evenement door en zullen er straks – in mei – 200 miljoen mensen voor de buis zitten en naar het muziekevenement kijken. Hoe voelt dat?
Ik ben ervan overtuigd dat een deel van de mensen níet gaat kijken. Alleen al vanwege het feit dat het Eurovisie Songfestival onder deze omstandigheden in Israël plaatsvindt. Dat Nederland – ondanks alle kritiek en verschillende oproepen tot boycot – wél deelneemt, vind ik erg teleurstellend. Op deze manier doet Nederland proactief mee aan het artwashen van bezetting en apartheid. Het liefst had ik gezien dat Nederland haar verantwoordelijkheid had genomen, maar door deel te nemen staat Nederland onherroepelijk on the wrong side of history. In tegenstelling tot IJsland. Die IJslandse jongens hebben Benjamin Netanyahu meermaals publiekelijk bekritiseerd, hem zelfs uitgedaagd voor een ludiek potje worstelen en ook zeiden zij: ‘If Eurovision 2019 is not a political affair, then the Likud Party is a pop band and Netanyahu is the lead singer.’ Ondanks het feit dat óók IJsland aan de start verschijnt, geeft het land wel een duidelijk signaal af. Ik vraag mij trouwens weleens af: hoeveel landen zouden er aan het Eurovisie Songfestival hebben meegedaan als het in Zuid-Afrika had plaatsgevonden, ten tijde van de apartheid? Hoeveel protest had er dan geklonken?
Vanwege de winst van Dana International ging het Eurovisie Songfestival van 1999 naar Jeruzalem. Is er een verschil waarneembaar tussen eind jaren ’90 en nu?
Het écht grote verschil is dat de BDS-beweging veel sterker en effectiever is dan toen. De afkorting BDS staat voor het Engelse Boycott, Divestment and Sanctions en is eigenlijk een wereldwijde campagne die oproept tot verzet tegen de staat Israël. Met als doel een einde aan de bezetting te maken en Israël te forceren haar verplichtingen op het gebied van mensenrechten nou eens na te komen. En er zijn social media! Met behulp van bijvoorbeeld Facebook wordt het lot van de Palestijnen steeds zichtbaarder. Evenals de Israëlische schendingen. Zo werd eind maart de achttienjarige Sajid, ondanks het dragen van een medisch vest, in de buik geschoten. Kort erna overleed hij. Hadden we dat anders geweten?
Terug naar het Eurovisie Songfestival. Welke hoop spreek jij uit?
Ik hoop dat IJsland als eerste eindigt… haha! Dat zal zeker een duidelijk signaal afgeven. En ik hoop dat de artiesten straks beseffen wáár ze zullen zingen. In 1948 vond namelijk Al-Nakba plaats, in het Nederlands ook wel ‘catastrofe’ of ‘ramp’ genoemd. Wat velen niet weten, is dat de Palestijnen gebukt gingen onder een catastrofe: meer dan 400 dorpen werden met de grond gelijk gemaakt terwijl Joodse milities bloedbaden aanrichtten. Ongeveer 700.000 Palestijnen werden daardoor verdreven of sloegen noodgedwongen op de vlucht om plaats te maken voor de stichting van de staat Israël. Het feit dat het Eurovisie Songfestival nagenoeg samenvalt met het herdenken van Al-Nakba is veelzeggend. Illustratief.
En dan nog even over Tel Aviv. Wat betekent deze stad voor de Palestijnen?
Vóór 1948 fungeerde Tel Aviv als buitenwijk van Jaffa. Jaffa was toentertijd een grote Palestijnse stad, veertig kilometer ten noorden van Gaza, die ook wel ‘de bruid van de zee’ genoemd werd, de mooiste van allemaal. In het voorjaar van 1948 werd de havenstad aangevallen en verlieten duizenden inwoners de stad, per boot of te voet. Met het verstrijken van de jaren zijn de rollen omgedraaid en is Jaffa een buitenwijk van Tel Aviv geworden.
Verwacht jij een Palestijns protest tijdens het Eurovisie Songfestival?
Met het op poten zetten van zo’n Not the Eurovision Party for Palestine komt er een nieuwe vorm van activisme los. Een positieve vorm die de BDS versterkt en een extra slinger krijgt door social media. Het verzet van de Palestijnen reikt echter verder dan enkel het Eurovisie Songfestival. Zij hebben namelijk wel hevigere dingen aan het hoofd. Om je een beeld te geven: ik ben verschillende keren in een Palestijns vluchtelingenkamp in Libanon geweest. Het is hartverscheurend om te zien hoe kinderen, die in het vluchtelingenkamp geboren zijn, de naam van het geboortedorp van hun opa als geboorteplaats mededelen. De afschuwelijke geschiedenis die hun voorouders met zich mee moesten zeulen, leeft zó enorm bij die kinderen. Bezoek je een begraafplaats in de buurt van zo’n kamp, dan lees je op iedere steen wel een Palestijnse naam. Van een dorp dat niet meer is, of van een dorp dat toegeëigend is. Zij wonen niet in Palestina maar Palestina woont wél in hen. Generatie op generatie. Zij hebben het recht om terug te keren en zullen dat recht nooit en te nimmer opgeven.