Waar draait het Songfestival tegenwoordig om? Als je kijkt hoe de Nederlandse media omgaat met het evenement, zie je dat het duidelijk niet draait om de muziek, en ook niet om de show eromheen: het gaat in de eerste plaats om wat voor grappen ze erover kunnen maken. Toen ik het afgelopen jaar met een groep vrienden (die géén fan zijn) naar het festival keek, was het vooral een wedstrijdje moppen tappen geworden. Als je de tweets van Nederlanders tijdens het festival leest, lijkt het vooral een wedstrijdje-leukste-oneliner-maken.

Toegegeven, er valt natuurlijk wel wat af te lachen, maar zodra men massaal grappen over iets gaat maken, is er ook iets aan de hand. Er is een ongemak waarmee moet worden omgegaan, een vreemdheid die moet worden bezworen. Vooral in Nederland is het festival een lach-of-ik-schiet-spektakel geworden. In andere landen valt dat behoorlijk mee. De commentatoren in Zweden nemen het een stuk ernstiger dan wij, en in Duitsland staan de bladen vol met serieuze artikelen over het festival. In het voormalig Oostblok vind je de berichtgeving in de krant tussen al het andere nieuws uit het buitenland.

In andere landen ligt de nadruk niet op het zo snel mogelijk zo grappig mogelijk zijn. Hoe kan het dan dat wij in Nederland zo de slappe lach krijgen? Als we de klassieke filosofen erop naslaan (zijn zij ook eens nuttig), is het antwoord meteen duidelijk.

Volgens Aristoteles is de mens vooral geneigd om te lachen om wezens waar hij zich superieur aan waant. Geen wonder dat we massaal de stuipen krijgen als Donald Trump zijn mond opentrekt. Maar in het geval van het Songfestival komt daar nog iets bij: gekwetste trots. Want, laten we wel wezen: Nederland heeft het, op Anouk en The Common Linnets na, deze eeuw erg slecht gedaan. We lachen bij wijze van een vorm van zelf-applaus: we zijn gelukkig niet dat rare Balkanland, leve onze eigen cultuur. We scoren dan wel niet op het Festival maar hey, wij hebben tenminste geen corrupte president.

Natuurlijk zijn er aspecten aan het Songfestival die iets lachwekkends hebben. De meeste deelnemers zetten alle zeilen bij om een blijvende indruk te maken, en om iets briljants te doen, moet je soms het risico nemen dat je belachelijk overkomt. Napoleon, om nog maar een filosoof te nemen, zei het al: het is een kleine stap van het sublieme naar het belachelijke.

Waarom lachen we tijdens het Songfestival? Natuurlijk, omdat sommige acts echt om te lachen zijn. Maar we trekken de moppentrommel ook open om ons superieur te voelen ten opzichte van een festival waar we het echt niet goed doen. Het verraadt dat we ons wel degelijk beter voelen, ondanks het feit dat we nog steeds doen alsof we allemaal gelijk zijn.