In mei trekt het Eurovisie Songfestival naar Oekraïne. Maar wat weten we van dat land? Natuurlijk, de verschrikkelijke MH17-tragedie vond er plaats. En verder? Iets met oorlog. Iets met een referendum. Iets met de Krim. Nu valt geen enkel land te reduceren tot een reeksje ‘iets mets’,  maar zeker Oekraïne niet. In ons Dossier Oekraïne proberen we de komende maanden via allerlei invalshoeken een breder beeld te schetsen.

Hét kernboek als het om Oekraïne-kennis gaat is het in 2014 voor het eerst verschenen Grensland. Een geschiedenis van Oekraïne van dr. Marc Jansen. Het werd overladen met sterrenrecensies. In deze weken (februari 2017) komt daar een herziene editie van uit, en Eurostory mag de inleiding uit het boek voorpubliceren. Daar zijn we heel trots op – want wie het leest krijgt een eerste idee van het antwoord op de vraag die Vladimir Poetin in 2008 aan George W. Bush stelde: ‘Wat is Oekraïne?’

WAT IS OEKRAÏNE?

Wie een geschiedenis van Oekraïne schrijft, staat eerst voor de vraag wat nu eigenlijk het onderwerp is. Geografisch gezien is er geen probleem. Oekraïne is met ruim zeshonderdduizend vierkante kilometer na Rusland in omvang het tweede land van Europa, uitgaande van de Oeral als continentale grens. Ook gemeten naar het aantal inwoners hoort het met meer dan 45 miljoen mensen tot de grote landen van het werelddeel. Het is aangesloten bij de belangrijke internationale organisaties en onderhoudt diplomatieke betrekkingen met de meeste andere landen in de wereld, Nederland inbegrepen.

Maar als dat alles is, gaat de geschiedenis van Oekraïne niet verder terug dan tot 1991, het jaar waarin de onafhankelijkheid werd uitgeroepen. Voor die tijd maakte het territorium waarover we spreken deel uit van andere rijken en landen, zoals het Russische rijk, de Sovjetunie, het Habsburgse rijk, de Oostenrijks-Hongaarse Dubbelmonarchie, het Pools-Litouwse Gemenebest en het Ottomaanse rijk. Je zou dus kunnen concluderen dat de Oekraïners behoren tot wat wel wordt genoemd de geschichtslose Völker. Dat ze, bij gebrek aan een eigen staat, geen eigen geschiedenis hebben.

DE GRAANSCHUUR VAN RUSLAND

In de eeuwen voorafgaand aan het onafhankelijkheidsjaar 1991 vielen de gebieden die nu samen Oekraïne vormen met hun bewoners in de schaduw van machtiger buren. In de eerste plaats waren dat de Russen. In hun ogen is Kiev altijd de moeder der Russische steden geweest, Odessa de Russische hoofdstad van gangsters en humoristen en de Donbas samen met Krivoj Rog het centrum van de Russische steenkool- en metaalindustrie. In de zomermaanden trokken de Russen massaal naar hun stranden van de Krim waar zich aan de zuidwestkust de Russische heldenstad Sebastopol bevond.

Als de bewoners van ‘Ruslands graanschuur’ ten zuiden van de 52ste breedtegraad al verschilden van de Russen, dan kon je ze desnoods Klein-Russen (Malorossy) noemen. En het ‘dialect’ dat ze spraken, noemden de Russen grootmoedig: Klein-Russisch. Russen, Klein-Russen en Wit-Russen zijn in deze visie één grote, Russische pot nat. Oekraïners en Oekraïne bestonden niet, en voor veel Russen bestaan ze nog steeds niet echt, net zoals de Schotten voor de Engelsen geen aparte natie vormen.

ONAFHANKELIJKHEID

Maar Moskou heeft het niet langer voor het zeggen in het deel van de wereld waarover dit boek gaat. Sinds 1991 zijn de inwoners staatsburgers van onafhankelijk Oekraïne (om te laten zien dat het een echt land is, is het lidwoord officieel geschrapt) en is Oekraïens de staatstaal: een afzonderlijke taal die verwant is aan, maar afwijkt van het Russisch, ongeveer zoals het Nederlands afwijkt van het Duits.

Voor veel mensen, ook in het land zelf, kwam de Oekraïense onafhankelijkheid als een verrassing. De verwachting was eerder dat het gebied met zijn inwoners steeds meer met Rusland zou versmelten. Het onvoorziene ontstaan van dit nieuwe land heeft de hoofdbrekens over zijn identiteit dan ook niet doen verdwijnen. Een op de vijf Oekraïners heeft de Russische nationaliteit, die net als in de Sovjetunie wordt onderscheiden van het staatsburgerschap. Een op de twee spreekt zeker zo goed Russisch als Oekraïens, zo niet beter. Het schiereiland dat in de Zwarte Zee uitsteekt, de Krim, huisvest een Russische meerderheid, die liever naar Moskou luistert dan naar Kiev, terwijl de Krim-haven Sebastopol onderdak biedt aan de Russische Zwarte-Zeevloot en zijn bemanning.

HET OEKRAÏENS COMPLEX

Veel Oekraïners zijn zelf behept met een ‘Klein-Russisch complex’, zoals de socioloog Mykola Rjabtsjoek het noemt: de stellige overtuiging dat ze slechts een door kwade historische krachten afgescheurde tak van de Groot-Russische boom vormen, die niet wezenlijk verschilt van de grote broer, maar er wel volkomen inferieur aan is.

Moskou heeft Oekraïne ook niet helemaal losgelaten. ‘Op de puinhopen van onze Grootmacht/ Bevindt zich een enorme paradox van de geschiedenis:/ Sebastopol – stad van Russische glorie,/ Maar… niet op Russisch gebied’, schreef een Russische dichter wiens naam er hier niet toe doet begin jaren negentig geschokt. ‘Je begrijpt toch, George, dat Oekraïne niet eens een staat is?’, zei de Russische president Vladimir Poetin in april 2008 tegen zijn Amerikaanse ambtgenoot George Bush in de wandelgangen van het topberaad van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) in Boekarest waar hij als gast was uitgenodigd. Op de agenda stond onder meer de kwestie of Oekraïne lid mocht worden; Bush was voor, veel Europese regeringsleiders hadden ernstige bedenkingen.

POETIN

Voor Poetin was de Oekraïense onafhankelijkheid, om zo te zeggen, een vergissing van de geschiedenis. ‘Wat is Oekraïne?’, vroeg hij aan Bush, en hij gaf zelf het antwoord: ‘Een deel van het gebied behoort tot Oost-Europa, en een deel, een aanzienlijk deel, is door ons geschonken.’ Mocht het bij de NAVO komen, zo gaf hij dreigend te kennen, dan zou Oekraïne ‘ophouden te bestaan als staat’. In dat geval zou Rusland de Krim en Oost-Oekraïne aanmoedigen zich af te scheiden. Dat waren blijkbaar de stukken die in Poetins ogen eigenlijk door Rusland ‘geschonken’ waren. Voor hem was dat dus meer een vorm van uitlenen onder bepaalde voorwaarden. De Westerse mogendheden schoven een NAVO-lidmaatschap van Oekraïne wijselijk op de lange baan.

Niet alleen de Russische staat, ook de Russische kerk maakt aanspraak op Oekraïne. Een deel van de orthodoxe gemeenschap in Oekraïne heeft zich na de onafhankelijkheid afgescheiden van het Moskouse patriarchaat van de Russische Orthodoxe Kerk en zich onder het geestelijke gezag van een eigen patriarch in Kiev gesteld. Toen de Moskouse patriarch Kirill in 2009 ‘ons gemeenschappelijke Jeruzalem’ (Kiev) bezocht, greep hij de gelegenheid aan om deze gelovigen de les te lezen. Pleitend voor het behoud van de ‘geestelijke ruimte’ van de kerk, sprak hij de verwachting uit dat ‘God de staatsmacht en diegenen onderrichten zal, die zich uit onwetendheid, vergeetachtigheid en verstarring hebben afgesplitst’. Inmiddels weten we dat Poetins uitspraken letterlijk genomen moesten worden. Een kleine kwart eeuw na Oekraïnes onafhankelijkheid schond Rusland eerst op de Krim de territoriale integriteit van het land, om daarna Kievs gezag in de oostelijke provincies te ondermijnen.

GRENSLAND

Oekraïne betekent letterlijk ‘grensland’. Die grens kan op verschillende manieren worden opgevat. De oostgrens van het Westen, de westgrens van het Oosten, of een ongespecificeerde ‘grijze’ bufferzone. In meer dan één opzicht is Oekraïne inderdaad een scheidslijn te noemen: tussen steppe en bos; tussen katholicisme, orthodoxie en islam; tussen het autocratische Russische rijk en zijn democratischer Europese buren; tussen communisme en kapitalisme; tussen de Sovjetunie en het oostblok; tussen Rusland en de Europese Unie.

POLEN

Ooit vormde het de grens tussen Rusland en Polen. Net als de Russen hebben ook de Polen een eigen Oekraïense identiteit lange tijd moeilijk kunnen accepteren. ‘Oekraïne bestaat niet, heeft nooit bestaan en zal nooit bestaan’, verklaarde een katholieke Poolse parlementariër in de jaren dertig van de vorige eeuw. Net zomin geloofde hij in een Oekraïense taal; het was ‘een dialect van knechten en dienstmeisjes, bestemd voor paardenstallen, mest en modder’. Eeuwenlang was het gebied ten westen van de Dnepr, de machtige rivier die Oekraïne doorklieft, Pools bezit, en ook in tijden dat het staatkundig niet bij Polen hoorde, waren de Polen er de baas.

Noemden de Russen Oekraïne ‘Klein-Rusland’, voor Polen heette het ‘Oost-Klein-Polen’ (Małopolska Wschodnia). Was het Oekraïens in het oosten sterk beïnvloed door het Russisch, in West-Oekraïne wemelde het van de Poolse woorden. Maar hoe traumatisch het na de Tweede Wereldoorlog voor de Polen ook was om afstand te moeten doen van hun stad Lwów, anders dan de Russen hebben zij zich sindsdien bij de situatie neergelegd. Polen is nu zelfs een van de grootste voorvechters van internationale acceptatie van een onafhankelijk Oekraïne, dat als buffer met Rusland kan dienen.

DE REST VAN DE WERELD

En de rest van de wereld? Die had eigenlijk geen idee. Zeker vóór 1991 bestond in het Westen nauwelijks belangstelling voor Oekraïne als een gebied dat zich van Rusland onderscheidde. Oekraïnologie was het domein van de Oekraïense diaspora. Wat westerlingen ervan meenden te weten, was vaak weinig vleiend: karpatenkoppen, provinciale boerenpummels in geborduurde hemden en antisemitische oorlogsmisdadigers zoals Ivan Demjanjoek, de bewaker in het vernietigingskamp Sobibór.

Slechts een paar weken voor het uitroepen van de onafhankelijkheid in augustus 1991 drukte de Amerikaanse president George Bush senior in Kiev het Oekraïense parlement op het hart toch vooral geen ‘hopeloze koers van isolement’ te volgen. Een wereld zonder een Sovjetunie waarvan Oekraïne deel uitmaakte, kon hij zich ook toen nog niet voorstellen. Pas eind twintigste eeuw en vooral na de ‘oranje revolutie’ van 2004 begon tot de internationale gemeenschap door te dringen dat Oekraïne een afzonderlijke staat was. Maar men wilde het in politieke zin nog steeds niet tot Europa rekenen. Opnieuw was het op zijn best een grensland tussen Europa en Eurazië. Zelfs de gedachte van een eventueel toekomstig lidmaatschap van de Europese Unie kon Oekraïne beter uit het hoofd zetten. Voor Brussel hield Europa op voorbij Polen.

OOST EN WEST

Intussen is Oekraïne in een crisis beland die de territoriale integriteit zo niet het pure voortbestaan van het land bedreigt. Op de Krim en in ’s lands oosten is het tot een krachtmeting gekomen waarvan de uitkomst nog altijd onzeker is. Het bevestigde aantal dodelijke slachtoffers is opgelopen tot tegen de tienduizend, het aantal vluchtelingen tot wel twee miljoen. De rest van de wereld is meegesleept in een nieuwe confrontatie tussen Oost en West. Door het neerschieten van vlucht MH17 in juli 2014 en het houden van een referendum in april 2016 raakte ook ons land direct betrokken.


Tot zover de inleiding van het boek van dr. Marc Jansen, Grensland. Een geschiedenis van Oekraïne. In februari 2017 kwam de zesde, herziene versie uit. Koop het boek hier.

Eurostory dankt dr. Marc Jansen, alsmede uitgeverij Van Oorschot, Amsterdam, voor het mogen plaatsen van deze tekst, .

Hou voor verdere artikelen over Oekraïne onze rubriek Dossier Oekraïne in de gaten.