Gjon’s Tears (artiestennaam van Gjon Muharremaj, 1998) zingt voor Zwitserland op het Eurovisie Songfestival 2021 en is een van de favorieten. Met Tout l’univers, een liedje dat gecomponeerd werd door de Nederlander Wouter Hardy, wil hij iedereen die door het leven omvergeblazen is weer op de been helpen. We spraken hem over de betekenis van zijn song, over de sterretjes in zijn ogen en over waarom hij zo snel praat.
Tien jaar geleden deed je voor het eerst mee aan een muziekwedstrijd op televisie. Je was elf: Albanians Got Talent. Een jaar later stond je in een vergelijkbare Zwitserse show. Toen was je, in 2019, succesvol in The Voice France, en nu het Eurovisie Songfestival. Veel muzikanten vinden dat muziek en competitie niet samengaan. Maar jij lijkt dat wedstrijdelement juist leuk te vinden.
Dat vind ik ook absoluut. Misschien scheelt er wel iets aan mij, misschien ben ik een soort van masochist ha ha. Maar om eerlijk te zijn: ik vind het gewoon prettig om mezelf uit te dagen. De adrenaline, het feit dat ik ook zou kunnen falen… Ik weet dat het stom klinkt, want wie kan er nu voortdurend perfect zijn? Bovendien: als ik de mist in ga staat dat meteen op YouTube – het is geen optreden in de plaatselijke bar of zo. The challenge is real. Maar ik daag mezelf graag uit en krankzinnigere wedstrijden dan The Voice of Eurovisie bestaan niet. Hoe kun je jezelf méér uitdagen dan door mee te doen aan de best bekeken muziekcompetitie van de wereld?
En het feit dat allerlei mensen vervolgens een mening over je hebben?
Wat ik nu doe komt door de artiesten die ik bewonder, zoals David Bowie, Grace Jones, Nina Hagen, Klaus Nomi – mensen die zich niets aantrokken van wat anderen van hen vonden. Ze deden de dingen waar zij uitdaging in zagen, bijvoorbeeld: ‘Ik draag als man ook make-up en het maakt me niet of iemand daar kritiek op heeft’. Die houding vind ik zoveel beter dan altijd maar hetzelfde blijven, altijd piano en gitaar, altijd dezelfde muziekstijl, altijd dezelfde kleding. Om diezelfde reden hou ik ook van mensen die karaoke doen ook al kunnen ze niet zingen – ik vind het tof als mensen onbevangen zijn en gewoon doen wat ze leuk vinden. Ik denk dat een leven lang op veilig spelen me niet veel verder brengt.
Zien we die overtuiging ook al bij dat jongetje van dertien dat meedeed aan Die grössten Schweizer Talente?
Toen ik dertien was waren Bach, Beethoven en Mozart mijn goden. Die drie – maar Bach stond bovenaan. De eerste cd die ik van mijn vader kreeg was van Bach. Ik begreep niets van klassieke muziek, maar het wekte zoveel gevoelens in me op… Niet in romantische zin, ik zag geen stranden en schuimende branding voor me of zo, nee, die muziekstukken joegen me angst aan. Ze gaven me het gevoel dat er een muis aan mijn hart zat te knagen. En ik vroeg me af wat er voor nodig was om zo’n gevoel op te wekken. Het was zo mysterieus. Ik weet dat het geen muziek van nu is, maar ik was zo onder de indruk van al die emoties. En van de discipline van de componisten. Toen ik in een boek las dat Beethoven, toen hij doof werd, de poten van zijn piano afzaagde en de grond als klankkast gebruikte, waardoor hij zijn oor op de houten vloer kon leggen en verder kon werken, dacht ik: dat is pas hartstocht. Je werkt door tot je niet meer kunt. Het wordt misschien wel je dood, maar in elk geval heb je dan je leven gegeven voor de muziek. Dat wil ik ook. En ik denk dat die dertienjarige dat ook al wilde. Ik dacht bij mezelf: dit is wat ik ga doen, en op een dag wil ik net zo trots op mezelf zijn als Mozart en Beethoven waren.
Laten we het hebben over de intrigerende tekst van je liedje van dit jaar, Tout l’univers. Mogen we er twee zinnen uitpikken? Om te beginnen: ‘Que deviendront nos souffles s’il restent sur le bord?’ wat ruwweg te vertalen valt als ‘Wat blijft er over van onze adem als die achterblijft op de kust?’
‘Souffle’ betekent in het Frans ‘windvlaag’, maar ook ‘adem’. Maar ik moet hier eerst de context schetsen. Toen we het lied schreven begonnen we in het Engels. Oorspronkelijk was de titel Ground Zero. Het idee erachter was dat het over deconstructie-constructie zou gaan, over de mogelijkheden die ontstaan als iets vernield is. Maar er waren meerdere uitgangspunten voor de tekst. Wat de titel betreft, Tout l’univers… Er bestaat een uitdrukking in het Frans om aan te geven dat je verder moet kijken dan je in eerste instantie doet. In dit lied wilde ik die blik zo ver mogelijk richten, dat wil zeggen: naar het hele heelal. Daarom heet de song nu Tout l’univers en niet Le point d’impact, wat een vertaling zou zijn van de Engelse titel Ground Zero.
Waarbij ‘Ground Zero’ staat voor…
Ground Zero kun je uitleggen als ‘het middelpunt van de explosie’, ook al heeft het begrip na 11 september 2001, een bredere betekenis gekregen. Die uitdrukking, le point d’impact, bestaat niet in het Frans, dus ik wilde hem vertalen in gevoelens en beelden. Niet in negatieve zin, als vernietigende ontploffing, maar ik wilde het hebben over het feit dat elke vernietiging hoop op herbouw met zich meebrengt. En op herbouw op een betere manier. We moeten leren van onze fouten.
Vind je dat mensen dat doen, over het algemeen?
Ik hou me er niet heel erg bezig, maar politiek doet me altijd erg denken aan pingpongen: de ene partij wint en verandert alles wat de andere partij deed. In deze song wilde ik zeggen: slechte dingen gebeuren, maar in plaats van dat we alles zo snel mogelijk willen herstellen zoals het was, geven ze ons de kans om iets te verbeteren. En als ik zeg: ‘Que deviendront nos souffles s’il restent sur le bord?’… O, dit is lastig om uit te leggen. Het is een kwestie van gevoel. Zoals bijvoorbeeld in de eerste zinnen: ‘Laisse le vent qui frôle sa main sur mon épaule – (Ik) laat de windvlaag met zijn hand over mijn schouder vegen’, wat zoiets is als: ik voel dat ik aangeraakt word door de windvlaag die van de explosie af komt. En meteen erna ben je in een soort tussenland. Je bevindt je tussen de persoon die je voor de ramp was en de dingen die erna komen. Er zijn geen gedachten meer (‘le vide dans la tête – de leegte in mijn hoofd’), je kunt niet schuilen (‘pas la moindre cachette – geen enkele schuilplaats’). En daarmee wilde ik zeggen: ‘De explosie vindt plaats, en nu heb jij een keus: je kunt er dramatisch over doen, de ramp aanvaarden, alles opgeven en jezelf als een stuk afval op de grond laten liggen, of je kunt de storm die je tegemoet komt gaan bevechten.’ En ik wilde zeggen: we zijn zo sterk. We zijn sterk genoeg om onszelf te redden.
Dat is ook wat we in de video zien: iemand die een auto-ongeluk meemaakt, maar terugkomt om zichzelf te helpen.
Ik wilde dat ‘epicentrum’ in de video hebben, plus de cyclus van deconstructie-constructie. Daarom eindigt de clip ook op hetzelfde punt als waar hij begon, om te laten zien dat het een eeuwigdurend proces is. Je hebt concrete explosies, maar mensen hebben ook hun eigen persoonlijke explosies. Iets in hun familie bijvoorbeeld, of iemand die sterft. En je moet leren begrijpen dat je de innerlijke kracht hebt om dat soort dingen te bevechten. En om nog even terug te komen op die zin ‘Que deviendront nos souffles s’il restent sur le bord?’, daarmee bedoel ik: wat gebeurt er met onze adem? Welke keuze maken we? Het is moeilijk om alles helemaal uit te leggen, want dit liedje is meer bedoeld om gevoeld te worden dan begrepen. Het gaat niet over iets simpels als boodschappen doen. Ik wilde echt graag muziek, woorden en beelden creëren die mensen een bepaald gevoel geven. Want dat gebeurde er met mij toen ik het voor het eerst hoorde: ik voelde de song.
De tekst eindigt met een vraag: ‘Comment soigner nos coeurs qui éclatent? – Hoe verzorgen we onze exploderende harten?’ Is het liedje als geheel daar niet het antwoord op?
Het antwoord is inderdaad: ‘tout l’univers’. Ook al is alles nu moeilijk, omdat je hart kapot is van de explosie, er is nog altijd een heel heelal om te ontdekken. Er is nog altijd hoop. En ik wilde ook een parallel trekken tussen de ruimte en de tijd. Het universum is zo groot, we kunnen het nooit in zijn geheel overzien. Maar dat geldt ook voor ons leven. Zelfs als we denken dat we alles hebben meegemaakt, is dat niet zo. Dus de manier om ons hart te verzorgen is om door te gaan. En er zullen heus andere explosies zijn, maar zoals ik zei: je geeft op of je vecht door. Sommige mensen zeggen: wat een triest liedje. Maar dat is het niet voor mij: het is een lied over vechten. Een strijdlied.
Op welke manier is Tout l’univers verwant aan Répondez-moi, je lied van vorig jaar?
Ik wilde met dit tweede liedje niet te ver buiten de context gaan. Dit jaar is voor mij volledig verbonden met vorig jaar. Ik wilde niet met een uptempo-liedje komen, alleen omdat mensen daarnaar vroegen. Ik ben dezelfde persoon als vorig jaar. Natuurlijk ben ik wel enigszins veranderd, maar niet zo veel als wanneer ik duizenden mensen had ontmoet, duizenden nieuwe ervaringen had gehad en op duizenden andere plekken was geweest. Net als iedereen ben ik de hele tijd thuis geweest. De grootste waarden zijn voor mij altijd oprechtheid en onschuld. Onschuld omdat het altijd belangrijk is om nieuwe dingen te ontdekken. Daarom wilde ik toen ik jonger was ook altijd docent worden. Ik was altijd zo gelukkig op school. Ik liep rond met sterretjes in mijn ogen doordat ik steeds nieuwe dingen leerde. En als je zeventien jaar en honderdvijfenzestig dagen geleefd hebt en een verantwoordelijke volwassenen geworden bent, dan weet je heus niet opeens – ploef! – alles wat er te weten valt. Als een kind iets niet weet stelt het een vraag. Als we ouder worden zou dat niet anders moeten zijn. Dat bedoel ik met ‘onschuld’.
En oprechtheid?
Je kunt het ook authenticiteit noemen. Ik wil trouw blijven aan mezelf. Ik wil mijn soort muziek laten zien en toen ze me vroegen om dit jaar opnieuw naar het Songfestival te gaan, zei ik: ‘Dat wil ik heel graag doen, met plezier, want ik heb niet het gevoel dat ik de Eurovisie-beleving heb meegemaakt.’ Een lied schrijven en een video posten: dat is voor iedere artiest het gebruikelijke proces. Maar wat het verschil maakt is het Eurovisieleven en dat hebben we gemist. Dus ik zei ja, maar mijn enige voorwaarde was: ik wil mijn eigen liedje schrijven. En ze zeiden: ‘Ja, we willen graag dat je je eigen liedje schrijft, want we geloven in je.’ Dat was supercool. Daarom wil ik dus meedoen met Tout l’univers, nadat ik vorig jaar een retorische song had, met veel vragen zonder antwoord, zoals: ‘Pourquoi je suis ici étranger, là-bas étranger? – Waarom ben ik hier een vreemdeling, maar daar ook?’. Tout l’univers is een antwoord op Répondez-moi. En dat antwoord is: ‘Alles zal ontploffen, maar je zult alles beter opbouwen dan het was. En dat is het leven.’
Kun je ons meenemen naar het moment dat je het lied voor het eerst hoorde, net nadat Wouter Hardy en Nina Sampermans de eerste versie af hadden?
Voor ik Wouter en Nina ontmoette had ik ze al een lijstje met muzikale aanknopingspunten gestuurd, en wat zaken die ik graag terug wilde horen in de song. Daarna was er een writing camp in Zürich met twee studio’s en twee groepen schrijvers die tegelijkertijd aan de slag gingen. Dat was geen goed idee, en ik was ook niet degene die dat georganiseerd had. Maar goed, op de eerste ochtend had ik bij het ontbijt in het algemeen wat gezegd tegen iedereen, en daarna begon ik bij het andere team, want dat waren de mensen met wie ik aan Répondez-moi had gewerkt. Aan het eind van de ochtend ging ik naar Wouter en Nina, en ik luisterde naar de song die ze aan het maken waren. Mijn reactie is zelfs gefilmd, ik denk dat we dat nog wel een keer ergens laten zien. Dus ik hoorde het liedje en er was wat tekst, er was wat lalala en er was een melodie. En ik was verbijsterd dat ze me zo goed begrepen. Op dat moment wist ik: dit wordt mijn Eurovisieliedje.
Maar jij wilde je eigen lied componeren.
Ik veranderde een paar kleine dingen in de melodie, maar toen dat gedaan was kon ik maar niet geloven dat we al zo’n goed resultaat hadden, met een bijna helemaal afgewerkte productie en met Nina’s stem. Dus ik zei: ‘Dit liedje is zo prachtig, maar ik denk misschien niet dat het voor mij is. Ik denk dat het voor Nina is.’ Het was zo goed gedaan dat ik even bang was dat ik het me niet eigen kon maken. Normaal gesproken geef ik de schrijvers helemaal niet zoveel vrijheid. Normaal gesproken wil ik bij elke stap betrokken zijn. Maar zij begrepen mij gewoon. En ik voelde uiteindelijk dat het echt een song was die mij vertegenwoordigde. Dus nadat we her en der wat veranderd hadden, zong ik hem in en die middag hadden we de eerste versie van mijn liedje.
Later heb je, samen met Xavier Michel, nog aan de Franse tekst gewerkt.
Wat ik al zei: oprechtheid is een van mijn kernwaarden, dus ik wilde me helemaal thuis voelen in de song. De veranderingen die we in de Engelse versie hadden gemaakt gaven wat mooie effecten in de melodie, en misschien hoor je die effecten minder in de Franse versie. Maar tekstgewijs was het krachtiger om hem in het Frans uit te voeren. Daarom wilde ik ook graag dat Xavier Michel meedeed, met wie ik aan Répondez-moi had gewerkt. Ook omdat we ons avontuur samen begonnen waren en we het nu samen konden voortzetten. Maar het is best vreemd eigenlijk, want weet je… ik ben meer van de melodieën. Ik hou meer van melodieën dan van teksten – hoewel… er zijn songs waar ik dol op ben vanwege de tekst, die van David Bowie bijvoorbeeld. Maar voor dit lied moest ik dus kiezen tussen een melodie-effect in de Engelse versie en een Franse tekst die krachtiger zou klinken. En daar hoefde ik niet over na te denken. Ik ben niet iemand die woorden als ‘yeahhh, yeahhh’ zingt, nee, er moet een innerlijke noodzaak zijn om te zeggen wat ik zeg. Daarom besloot ik om het in het Frans te doen.
Welke uitdagingen zie je na Eurovisie?
Als mensen aan me vragen: je hebt The Voice gedaan en daarna Eurovisie, wat kan daarna nog komen, dan antwoord ik altijd: ‘Ik ga zingen op Mars’. Maar wat zal ik doen om mezelf na Eurovisie uit te dagen? Dat weet ik nog niet, maar ik vind wel iets. Misschien daag ik mezelf uit met een plaat. Misschien doe ik een countryliedje, omdat ik dol ben op Shania Twain. Ik heb nog nooit eerder country gezongen. Hoe dan ook, de vraag zal altijd zijn: wat kan ik doen om mezelf uit te dagen?
Laatste vraag: hoeveel van die leraar die je wilde zijn zit er nog in jou?
O! Er zit nog altijd een leraar in mij. Voor corona werkte ik ook als vocal coach. Ik ben geen leraar die muziekonderwijs geeft, maar misschien heb ik wat ervaringen opgedaan die een andere muziekdocenten niet hebben, zoals op televisie zijn, met camera’s werken. En mijn leerlingen herinnerden me er steeds weer aan hoeveel geluk ik heb gehad. Ik zag de sterretjes in hun ogen als ze droomden van ooit een keer zoiets als The Voice te mogen doen. Ik had bijvoorbeeld één leerling, ze had een kind en dacht dat ze te oud was om nog muziek te gaan maken. Ik vertelde haar dat we nooit ergens te oud voor zijn, dat het een kwestie van motivatie is, denk maar aan Morgan Freeman die zijn loopbaan pas op zijn vijftigste begon. En nu zingt ze in een band, ze geeft concerten, en ik ben zo trots dat ik die hartstocht aan iemand anders door kon geven. Mijn wens is om als ik gegroeid ben en bekender geworden ben, ooit hier in Zwitserland een soort educatieve structuur voor modern muziek op te richten. We zijn hier goed in klassieke en in jazzmuziek, maar popmuziek wordt als een hobby beschouwd, niet als werk.
Denk je niet dat je ook altijd een beetje leraar in je teksten zult zijn, doordat je steeds van die belangrijke vragen stelt?
Ik vraag me altijd af: waarom doe ik zoveel interviews? En waarom praat ik dan zo snel en zo veel? Maar dat is omdat jullie nu naar mij luisteren. Misschien beteken ik volgend jaar niets meer voor jullie. Nu ik de kans heb om me uit te spreken en gehoord te worden, wil ik zoveel mogelijk dingen zeggen. En zoveel mogelijk vragen stellen.
Dank je wel – en we komen graag volgend jaar terug.
Deal.