Het Eurovisie Songfestival van 1961 vond plaats in het Palais des Festivals in Cannes. Er werden mooie en minder mooie liedjes gezongen, er waren debutanten (Finland, Spanje, Joegoslavië) en er was een winnaar (Luxemburg). Maar loop mee naar buiten, door de machtige deuren de boulevard op, waar de palmbomen hevig buigen onder de mistral die is opgestoken, de wind die ons landinwaarts blaast, Frankrijk uit, de rest van Europa in, langs en over het IJzeren Gordijn, waarachter Joegoslavië het eerste land was dat Eurovisie vastpakte. Volg die grens van prikkeldraad, tot die later dat jaar overging in een betonnen muur, dwars door Berlijn. Dat was Europa in 1961. En dat is het camerawerk waarmee Chris West ons door zestig jaar van ons continent leidt.

West, die eerder al historische overzichten van Engeland en Amerika schreef aan de hand van series postzegels, wilde graag een speelse geschiedenis van Europa schetsen, en zocht ook hiervoor een ‘kapstok’ waaraan hij het verhaal zou kunnen ophangen. Lange tijd kon hij maar niets geschikts bedenken, tot hij op een avond in mei met zijn vrouw en kinderen naar het Eurovisie Songfestival keek. Opeens viel het kwartje.

Een geschiedenis in het klein

Zestig Eurovisie Songfestivals vormen de rode draad van dit boek. Van 1956 tot 2016 krijgt ieder decennium een eigen deel, en ieder festival een eigen hoofdstuk. De ondertitel van Hello Europe! is tweeledig: een geschiedenis van modern Europa én zestig songfestivals, maar niet voor niets wordt eerst de geschiedenis genoemd. West heeft geen Eurovisie-overzicht willen schrijven. De festivalinformatie aan het begin van ieder hoofdstuk is kort, vaak selectief en bewust onvolledig. Al snel zoomt hij uit naar een totaaloverzicht van ons continent, en dáár ligt zijn expertise. Dan gaat het over de politieke stromingen in de verschillende landen, de technische en economische ontwikkelingen, conflicten tussen naties, machtsgrepen, politieke en sociale omwentelingen. Die geschiedenis staat centraal, en telkens weet West aan te tonen hoezeer de afzonderlijke songfestivals juist veel zeggen over de ontwikkeling van het Europa daaromheen.

Eurovision vs de werkelijkheid

Centraal staat de overtuiging dat het Eurovisie Songfestival geen politieke of morele ‘bubble’ is, maar wel altijd een haat-liefde-verhouding met de werkelijkheid heeft gehad. Soms wordt dat heel speels getoond: als hij over de eerste seconden van de uitzending van Eurovision 1963 vertelt, schetst hij hoe de traditionele Marche en Rondeau instart en dan overgaat in krachtige vioolmuziek, de camera laat een dramatische avondlucht boven Londen zien, de spanning wordt opgebouwd, de camera draait omlaag en zoomt in op… een grauw kantoorgebouw. Lelijk, zeggen we nu. Technologische vooruitgang, jubelde men toen, het BBC-hoofdkantoor was een baken van vernieuwing in de duisternis waar Europa uit klom. Het was de werkelijkheid zoals men die in beeld wilde brengen.

In 1974 waren de begintonen van Portugals deelname aan het festival het geheime startsein voor de Anjerrevolutie in dat land, de werkelijkheid werd daarmee op ultieme wijze het festival in geloodst. Maar een jaar later bejubelde Portugal diezelfde revolutie in hun Eurovisielied, terwijl de werkelijkheid ditmaal juist weerbarstiger was; het voortdurend onrustige en onbesliste machtsspel in eigen land werd vakkundig buiten het festival gehouden.

Als een spiegel

Op deze wijze gebruikt Chris West het songfestival telkens als een spiegel die een veel dieper en gelaagder beeld van het leven in Europa geeft. Hij benoemt niet alleen de anti-Franco-demonstrant die in 1964 het podium op wist te komen, maar richt zijn blik vervolgens op de motieven van die demonstrant, de context van de onrusten in Spanje en Portugal, de herkomst daarvan en de betekenis voor de rest van Europa. En in datzelfde 1964 biedt de deelname van de in Nederlands-Indië geboren Anneke Grönloh de auteur de gelegenheid voor een reflectie op een ander toen nieuw verschijnsel in Europa: de komst van burgers uit voormalige koloniën naar het land van hun eerdere kolonisators.

Ieder decennium in Europa heeft zo zijn eigen beeldbepalende ontwikkelingen, binnen en buiten Eurovisie. De jaren vijftig vormden het begin van eenwording, de voorzichtige eerste tonen van het songfestival. De emancipatoire jaren zestig brachten roering in het zo brave Eurovisie, al werd de pop- en rockscene nog buiten gehouden tot Waterloo in 1974. Vernieuwing en nostalgie vochten in dat decennium om de hoogste Eurovisie-trede. De crises van de jaren tachtig vonden hun weg op het festival in politieke statements, de technologische ontwikkelingen brachten een transformatie op gang die voortduurde tot in de jaren negentig, en na de eeuwwisseling zette de zoektocht naar identiteit, grenzen en de kern van democratie zich voort, een ontwikkeling die West ook weer feilloos weet te laten zien aan de hand van Eurovisie-gebeurtenissen.

Drie vragen

Tot slot beantwoordt de auteur de drie vragen die hij zichzelf aan het begin van het boek stelt.

Hoe ver zou de Europese integratie moeten gaan?
Eurovisie, betoogt West, is hét voorbeeld van een geschikt compromis. Binnen één Europa mag een mild soort nationalisme bestaan: met trots zwaaien we onze nationale vlag, maar we waarderen ook onze buurman die hetzelfde met de zijne doet. Bedreiging van dat evenwicht zijn te agressieve vormen van dit nationalisme, maar óók een veel te homogeen Europa waar nationaliteiten niet meer mogen bestaan. De balans vinden tussen gezamenlijk vieren en ‘iets harder juichen als je eigen act komt’, zou een goed voorbeeld kunnen zijn voor de politieke toekomst op Europees niveau.

Tot waar loopt Europa, waar liggen haar grenzen?
Als antwoord hierop kijkt West naar voorbeelden van debutanten en afhakers in de geschiedenis van Eurovisie. Als opvallendste brengt hij hierbij Oekraïne naar voren, winnaar in 2004 en 2016 en het land bij uitstek waar op dit moment grenzen en invloedssferen worden bevochten. De winst van Jamala, die niet in Hello Europe! wordt besproken omdat het boek al vóór die tijd verscheen, bevestigt dat spanningsveld alleen maar. Veel Eurovisieliedjes in de geschiedenis dromen van een wereld zonder grenzen, maar die wereld lijkt (nog) heel ver weg, concludeert West. Hij zet grote vraagtekens bij het sluiten van grenzen binnen en aan de randen van Europa, en ziet in een toekomstige wereld – waar Eurovision misschien wel wereldwijd is geworden – een belangrijke rol weggelegd voor een liberaal Europa dat inzet op samenwerking maar grenzen en natiestaten respecteert.

Wat betekent het om Europeaan te zijn?
In het spiegelbeeld van het songfestival ziet West een Europa dat technologisch blijft vernieuwen, op open en tolerante wijze mensenrechten verdedigt, geweld afwijst, diversiteit viert én ruimte biedt aan mild nationalisme. Een dergelijke mix ziet hij eigenlijk in geen enkel ander instituut ter wereld terug. De Europeaan ‘Eurovision style’ heeft meer dan één identiteit, en voelt zich gemakkelijk bij en geïnteresseerd in de meerdere identiteiten van anderen. Dat betekent ‘Europa zijn’ volgens West.

Vermakelijk en interessant

Hello Europe! is een plezier voor iedereen met interesse in de geschiedenis van Europa en het Eurovisie Songfestival daarbinnen. Voor de festivalweetjes hoef je dit boek niet te lezen, voor het bredere plaatje wel. De speelse, toegankelijke vertelstijl en voortdurende vaart maken dat je je geen moment verveelt…

… tot aan de appendixen aan toe, want ook die mag je niet missen. Je vindt daar niet alleen een inspirerend overzicht van titels om verder te lezen over Eurovisie én de politieke en economische geschiedenis van Europa, maar ook een vijfstappenplan hoe je van een geïsoleerde natiestaat een deel van de Verenigde Staten van bijvoorbeeld Europa wordt, en een aantal creatieve ideeën om zelf tot een alternatief lijstje favoriete Eurovisie-liedjes uit de geschiedenis te komen. Zeker de moeite waard!


HELLO EUROPE! A HISTORY OF MODERN EUROPE IN SIXTY EUROVISION SONG CONTESTS
Chris West
Endeavour Press, 2016
341 bladzijden
Engels