Oekraïne is Victoria Koblenko die bij RTL Late Night aan tafel zit om de ontwikkelingen in haar geboorteland te duiden. Oekraïne is de charismatische voetballer Evgeniy Levchenko die op zijn zeventiende naar Nederland kwam en onder meer voor FC Groningen en Willem II de bal in het net wist te prikken. Oekraïne is het land van dat ene verdrag waar we niets van snappen, maar waarover opeens wel gestemd mag worden op 6 april. Oekraïne is een serie YouTube-filmpjes van vechtende parlementariërs. Oekraïne is de vlucht van Malaysia Airlines die vanaf Amsterdam naar Kuala Lumpur onderweg was en neerstortte. Maar meer nog is Oekraïne het land waar het Nederlands elftal op het EK van 2012 roemloos ten onder ging. Zelfs de Denen konden ‘we’ niet meer hebben, maar goed… de jongens waren er wél.
Als ik mijn ogen een aantal keer over bovenstaande alinea laat glijden, dan lees ik namen van mensen waarvan wij vinden dat ze Oekraïens zijn, maar lees ik vooral een opsomming van negatieve associaties (MH17, EK 2012, vechtende parlementariërs en ga zo maar door). Eén van de redenen dat ik het Eurovisie Songfestival nauwlettend volg, is om landen beter te kunnen begrijpen en om vooroordelen over landen weg proberen te nemen. Dat laatste lukte mij (denk ik) onlangs bij Oekraïne. De afgelopen weken heb ik voor de Australische Songfestival-site www.escdaily.com de Oekraïense voorronde van verslag voorzien. Dit hield in: twee zaterdagen en één zondag – met de laptop op schoot en een glaasje fris binnen handbereik – de optredens bekijken, het applaus afmeten, de gezichtsuitdrukkingen van de drie juryleden peilen, de ellenlange reclameblokken doorstaan en dat alles noteren voor de Australische fan die niet in de gelegenheid was het Songfestival via de livestream te volgen.
Met zwarte rozen op de achterwand en tot haar enkels in mist gehuld, zong zij ‘When strangers are coming. They come to your house. They kill you all and say. We’re not guilty. Not guilty’ om vervolgens over te schakelen op het Tataars.
Het klinkt misschien als een hondenklus, maar ik kan het iedereen aanraden. Eén van de Oekraïense bijdragen (en ook de uiteindelijke winnaar) had ik namelijk niet willen missen: het lied 1944 van zangeres Jamala. Met zwarte rozen op de achterwand geprojecteerd en tot haar enkels in mist gehuld, zong zij ‘When strangers are coming. They come to your house. They kill you all and say. We’re not guilty. Not guilty’ om vervolgens over te schakelen op het Tataars en weer terug te gaan naar het Engels. In nog geen honderdtachtig seconden bezong zangeres Jamala het lot van de 250.000 Krim-Tataren die in 1944 door het Sovjetregime werden gedeporteerd. Volgens Russische overleveringen zouden zij met de nazi’s hebben samengewerkt om schiereiland De Krim ‘Rusland-vrij’ te maken. Geschat wordt dat bijna de helft van de gedeporteerde Krim-Tataren een hongerdood stierf. Na afloop van het betoverende optreden ontving Jamala een staande ovatie van ruim vijfenveertig seconden. Jurylid Ruslana – die zelf het Eurovisie Songfestival van 2004 wist te winnen met haar Wild Dances – vertelde dat haar ziel huilde bij het zien van het optreden en gaf haar volledige steun aan Jamala. ‘If they don’t vote for her [the Ukrainian public] would be idiots’. Met een maximale score van de driekoppige vakjury en 49,22% van de bellende en SMS’ende Oekraïners won Jamala de eerste halve finale. Dat hadden overigens meer stemmen kunnen zijn: vanwege de Russische annexatie van De Krim (sinds 16 maart 2014 de facto onder Russisch gezag vallend) kon een grote groep Krim-Tataren geen stem uitbrengen. ‘It makes me very sad,’ liet Jamala in een interview weten. ‘Now the Crimean Tatars are an occupied territory. And it is very hard for them. They are under tremendous pressure. Some have disappeared without a trace. And that is terrifying. I would not want to see history repeat itself.’ Hiermee de bevestiging van hetgeen al vermoed werd: dat Jamala’s lied meer is dan alleen die ene gebeurtenis uit 1944. Jamala’s lied beschrijft het actuele lot van een minderheid – levend in Europa.
De keuze om tekstueel zo expliciet de nadruk te leggen op de gebeurtenissen uit 1944 kan trouwens allesbepalend zijn. Hoewel in de regels van de organisatie van het Songfestival – The European Broadcasting Union (EBU) – staat te lezen dat ‘no lyrics, speeches, gestures of a political or similar nature’ tijdens het festival zijn toegestaan, liet de Armeense inzending van vorig jaar dat na. Het lied dat aanvankelijk Don’t Deny heette, werd exact honderd jaar na de Armeense Genocide gezongen door zes leden van de groep Genealogy. De verschillende leden waren door de Armeense omroep bij elkaar gebracht op basis van diaspora – grootschalige verspreiding van een volk over verschillende delen van de wereld. In de clip van de Armeense inzending waren veelvuldig foto’s en familieportretten van voorouders te zien waardoor de indruk werd gewekt dat het Don’t Deny bedoeld was voor de Turkse regering die het standpunt erop nahoudt dat er in 1915 geen sprake van volkerenmoord is geweest. Om wat druk van de ketel te halen, werd besloten de titel van het nummer te veranderen in Face the Shadow. Toch heeft de EBU – met het toelaten van de Armeense inzending uit 2015 – een precedent geschapen waarmee het lastig wordt deelname van een lied als 1944 te weigeren. Beide liederen bevatten een actualiteitswaarde, maar vallen – als puntje bij paaltje komt – terug op historische gebeurtenissen.
Toch heeft de EBU – met het toelaten van de Armeense inzending uit 2015 – een precedent geschapen waarmee het lastig wordt van 1944 te weigeren.
Terugkomend op m’n eerdere verhaal: voor mij is Oekraïne meer dan alleen Koblenko, Levchenko of Charkov. Voor mij is Oekraïne een land waarover veel te weinig terug te lezen is in onze geschiedenisboeken. Willen wij de wereld om ons heen begrijpen – en vooral het Europa van vroeger, nu en de toekomst – dan raad ik aan nog eens honderdtachtig seconden vrij te maken voor het verhaal van Jamala. Voor het verhaal van de Krim-Tataren die na een noodlottige deportatie nog noodlottiger terugkeerden naar hun stukje vaderland. Een vaderland waar zij hun eigen herkomst nog slechts konden herleiden aan de hand van verhalen en overleveringen. Had ik ook zonder het Eurovisie Songfestival over de Krim-Tataren geschreven? Nee. En dat maakt dat het festival gekoesterd moet worden.