Ik zag ze zitten. Op het terras van Jacobs Coffee aan de Zweedse Sveavägen. Grote zonnebrillen, een flesje Sprite en ergens in de verte een lawaaierige bonenmaler. Er werd gelachen, maar hun gelaatstrekken vertelden dat over die lach een filtertje gelegd was. En net als zo vaak op Instagram het geval is: opeens leek de troosteloze setting een meesterwerk. De delegatieleidster zat op rechts en liet haar soevereine blik boven haar parelketting dwarrelen terwijl zanger Deen met een plastic stampertje de citroen in z’n glas aan het pletten was. Zangeres Dalal en celliste Ana lachten om iets op een telefoon en van rapper Jasmin Fazlić Jala was geen spoor te bekennen.
Dat ze zó graag wilden, liet team-Bosnië tijdens de persconferenties – voorafgaand aan de eerste halve finale – keer op keer weten. En dat ze een boodschap voor de wereld hadden ook. Ze zongen over liefde en dat niets van dat alles vanzelfsprekend is: Love is all… a vicious paradise. Gives you everything, but you’ve gotta pay the price. Iets wat de Bosnische filmmaker Haris Pašović terug wilde laten komen op het podium. Tijdens de persconferentie vertelde hij er het volgende over: ‘Het concept is niet glamorous, maar riskant en vertelt iets over de realiteit van het Europa van vandaag de dag. Wanneer vluchtelingen uit Syrië of Noord-Afrika naar Europa komen, is het eerste waarmee ze geconfronteerd worden prikkeldraad. Om het thema Come Together te benadrukken, hebben we dat terug laten komen op het podium.’
Celliste Ana Rucner droeg tijdens het optreden een deken van aluminiumfolie. Volgens Pašović stelde het een warmhouddeken voor, die vluchtelingen – eenmaal aangekomen op het Griekse eiland Lesbos – door vrijwilligers in de handen gedrukt krijgen. Het hunkeren naar primaire levensbehoeften en de gouden kleur staan in schril contrast tot elkaar. De Bosnische celliste over het folie: ‘Wij dragen deze gouden dekens omdat wij allemaal geloven dat er onder deze dekens mensen schuilgaan. Mooie, getalenteerde mensen. En kijk, wij hebben allemaal op onze eigen manier geleden. Als kind groeide ik in Kroatië op terwijl er een oorlog met Servië woedde. Mijn moeder was van Servië en mijn vader vocht voor Kroatië. Hij heeft moeten lijden en is bang, maar vandaag zitten wij hier. Wij hebben het overleefd en zie ons: talentvol, succesvol en Dalal is zelfs moeder. Dat is onze boodschap. Dat we eigenlijk allemaal hetzelfde zijn… Dat alles mogelijk is. En dat daarvoor alleen maar liefde nodig is.’
Toen ik nog een laatste blik over mijn schouder wierp in de hoop een glimp van het Bosnische tafeltje op te vangen, zag ik hoe zanger Deen het plastic stampertje naast zijn glas had neergelegd. Op de bodem van het glas een laagje citroenzuur met daarin floddertjes vluchtvlees. Zijn Eurovisie-avontuur was mislukt. Het was hem niet gelukt zijn negende plaats uit 2004 te evenaren. Hoewel hij in eigen land niet over straat kan zonder door gillende fans te worden aangeklampt, ging er op het terras aan de Zweedse Sveavägen een verloren artiest achter de zonnebril schuil.