Het is maandagochtend en er klinkt geen echo van ‘ma diversi da loro’ meer over de Erasmusbrug. Flo Rida has left allang the building, en Ketelbinkie staat nu waar eens Jan Smit stond. We hebben kunnen bijkomen & nadenken & verwerken, en dus is het tijd voor een paar conclusies.
1.
Dit was het festival van de opluchting.
Aan het begin van de finale sprak presentatrice Chantal Janzen deze woorden: ‘Here we are. OH YES!’ en in de hartgrondigheid waarmee die laatste twee woorden uit haar mond kwamen zaten alle gevoelens die de Nederlandse organisatie van dit festival twee jaar in de greep hielden:
enthousiasme om aan de slag te kunnen
schrik dat er een wereldwijde vijand bleek te zijn
verdriet om het moeten aflasten
veerkracht om – onder een nog steeds woedend virus – toch weer aan de slag te gaan
zorg om besmettingen, veiligheid, haalbaarheid
en ja, opluchting dat het tóch is gelukt.
Want het is gelukt. Lees dit rijtje gevoelens hierboven opnieuw en bedenk wat voor bijna-onmogelijks het team van Sietse Bakker c.s. moest uitvoeren. Dit festival zal de geschiedenisboeken ingaan als het meest belaagde ooit en guess what – er zijn geen grote rampen gebeurd. Alsjeblieft, denk er nu nog één laatste keer over na wat er had kunnen misgaan – en maak je buiging voor de bedenkers, bazen, regisseurs, belichters, beveiligers, COVID-consultants, Rotterdambestuurders, commentatoren, artiesten, presentatoren, floormanagers, delegatiebegeleiders, schoonmakers, opbouwers en alle anderen.
En bedenk hoe content zij moeten hebben geslapen in deze after-festivalnachten. Beseffen ze wel dat het welslagen van Eurovisie Songfestival 2021 door hun arbeid na de lockdownsamenleving een metafoor is geworden voor herstel? Want ja, zoals met de Europe Shine A Light-uitzending van vorig jaar ‘we delen dit samen’ werd uitgedragen, was nu de boodschap: ‘we zijn op weg naar beter’.
Met het organiseren van een sprankelende muziektweeweekse heeft Rotterdam 2021 laten zien dat dit het jaar van de voorzichtige vrolijkheid is. Dank jullie wel, EBU, AVRO/TROS, Rotterdam, Sietse Bakker en ploeg voor dit OH-YES!-festival.
2.
Dit festival stuwt Eurovisie verder in de juiste richting.
Elke beweging, op welk vlak dan ook, verplaatst zich pas als er voortrekkers zijn. Als individuën in het hart van de beweging zich niet willen neerleggen bij hoe de koers was en door hun eigenzinnigheid tonen hoe de koers kan zijn. De einduitslag van dit Eurovisie liet opnieuw zien dat de toekomst aan de avonturiers is.
De vaakst herhaalde zin uit het refrein van Zitti e buoni, het winnende lied van Italië, zegt het: ‘Ja, ik ben gek – maar op een andere manier dan zij’. Gek zijn op een andere manier, daar gaat het om. Dat waren de Italianen, die wonnen met een binnen Eurovisie nog niet vaak beloond genre. Maar niet alleen zij: artistieke en authentieke bijdragen zoals die van Oekraïne en Rusland werden vijfde en negende. Zangeres Barbara Pravi koos voor een chanson dat ook in de jaren vijftig gezongen kon worden en werd tweede.
Nog meer data-bewijzen?
* De eerste drie nummers van de ranglijst zijn allemaal in de eigen taal gezongen.
* Sowieso werden de niet-Engelstalige liedjes gemiddeld achtste en de wel-Engelstalige gemiddeld vijftiende.
* Van de artiesten die bij de eerste tien eindigden schreven alleen de artiesten uit Malta (zevende) en Griekenland (tiende) hun liedje niet zelf.
* De score van zelf (mee-)geschreven liedjes versus ‘product besteld elders’ is: 12,3 – 14,8e plek.
* De elders bestelde ‘Zweedse-hitfabriek-liedjes’ van bijvoorbeeld Malta, Zweden, Cyprus en San Marino belandden gemiddeld op plek 14,7, en als het alleen aan het publiek gelegen had zelfs op plek 15,2.
De conclusie voor selectiecommissies blijft dus: zoek naar artiesten die afwijken, hun eigen materiaal zingen, de originaliteit opzoeken.
Maar Jeangu dan?
Dat gezegd hebbende: een honderd procent garantie is het – getuige de lage klassering van onze eigen Jeangu Macrooy – niet. Hij is eigenzinnig, hij schrijft zijn eigen songs, hij is een geweldige zanger.
Dat zijn Birth of a new age zo laag gewaardeerd werd (nul punten van het publiek) is moeilijk te verklaren. Misschien lag het aan het getuigen van trots op een erfgoed dat vooral (op grotendeels schaamtevolle wijze) verbonden is aan de Nederlandse geschiedenis, iets wat lastig te herkennen was voor de stemmers uit andere landen?
Zijn Grow van vorig jaar had, omdat het over mentale gezondheid ging, misschien een onderwerp dat voor meer herkenning had gezorgd? Misschien resoneert kwetsbaarheid meer dan strijdbaarheid? Ja – maar waarom won Italië dan?
Er valt veel over te twijfelen, maar de vraag is hoe zinvol dat zou zijn. Een feit blijft dat in ons eigen land Birth of a new age bijgedragen heeft aan de zichtbaarheid van dat eerder genoemde erfgoed, en ook aan de zichtbaarheid van het Sranantongo (hopelijk wordt ‘Yu no man broko mi’ ook in het Nederlands-Nederlands een standaarduitdrukking).
Tenslotte: het optreden van Jeangu, Xillan, Milaisa en Gil was vlekkeloos.
5.