De traditionele manier van het opmaken van de echte, waarlijke Eurovisiekampioen is die van het optellen van het aantal overwinningen. Leuk, maar niet helemaal eerlijk. Want telt een tweede, derde of vierde plek dan niet mee?

Eurostory zocht naar een betere manier en berekende de gemiddelde score per land. Daarbij werd de bereikte plek per jaar afgezet tegen het aantal deelnemers. Vervolgens werden de scores van alle jaren bij elkaar opgeteld en daarvan het gemiddelde genomen.

N.B.1: Bij het niet bereiken van de finale is de score nul.

N.B.2: Bij de ‘Big Five’-landen, de vijf staten die de meeste contributie aan de European Broadcasting Union betalen en dus direct in de finale mogen aantreden, werd het behaalde resultaat afgezet tegen het aantal landen in de finale.

N.B. 3: Sommige landen deden nog maar een paar keer mee. Daarmee wordt het beeld van de gemiddelde score nogal vertekend. Daarom zijn landen die minder dan vijf keer meegedaan hebben niet meegenomen in onderstaande lijst. Dat betekent dat Australië (nog) niet meetelt (81,1% [-8,4%], vier deelnames), maar ook Marokko (10,5%), dat maar één keer aantrad, in 1980. Ook de aanvoerder van de lijst, Servië-Montenegro (90,9%), laten we buiten beschouwing. Na het uiteenvallen van Joegoslavië, deden deze twee landen heel even (twee jaar lang) gecombineerd mee, voor ze elk apart inzendingen stuurden.

Als we alle scores optellen [update 2018], is dit de lijst:

  1. Oekraïne 78,8 [- 1,2]
  2. Azerbeidzjan 73,2 [- 7,4]
  3. Rusland 70,6 [- 3,4]
  4. Armenië 70,6 [- 5,9]
  5. Italië 66,6 [+ 0,5]
  6. Verenigd Koninkrijk 65,7 [- 0,9]
  7. Zweden 65,0 [+ 0,4]
  8. Frankrijk 6o,9 [- 0,1]
  9. Ierland 59,4 [+ 0,1]
  10. Griekenland 57,4 [- 1,6]
  11. Roemenië 57,4 [ – 3,0]
  12. Servië 56,2 [+ 0,2]
  13. Luxemburg 55,8
  14. Bosnië en Herzegovina 55,8
  15. Denemarken 54,4 [+ 0,5]
  16. Israël 54,2 [+ 1,1]
  17. Monaco 53,6
  18. Duitsland 52,9 [+ 0,5]
  19. Moldavië 52,1 [+ 2,1]
  20. Spanje 49,0 [- 0,6]
  21. Hungarije 48,6 [+ 0,3]
  22. Turkije 47,4
  23. Kroatië 47,4 [- 2,1]
  24. Noorwegen 47,3 [+ 0,4]
  25. Malta 46,8 [- 1,6]
  26. Nederland 46,6 [+ 0,2]
  27. Joegoslavië 46,3
  28. Georgië 45,9 [- 4,4]
  29. Zwitserland 45,4 [- 0,8]
  30. Cyprus 43,7 [+ 1,6]
  31. Estland 43,6 [+ 1,8]
  32. Oostenrijk 43,1 [+ 1,1]
  33. België 41,0 [- 0,7]
  34. IJsland 40,4 [- 1,3]
  35. Albanië 37,2 [+ 2,8]
  36. Letland 35,3 [- 2,0]
  37. Polen 34,9 [+ 0,2]
  38. Litouwen 34,2 [+ 2,2]
  39. Finland 34,1 [+ 0,2]
  40. Portugal 33,4 [+ 0,2]
  41. Slovenië 29,5 [+ 1,0]
  42. Bulgarije 29,2 [+ 3,7]
  43. Macedonië 22,5 [- 1,3]
  44. Wit-Rusland 20,8 [- 1,5]
  45. Tsjechië 18,8 [+ 11,6]
  46. Slowakije 13,0
  47. Montenegro 12,1 [- 1,4]
  48. San Marino 4,2 [- 0,5]
  49. Andorra 0,0

Conclusie 1: De top tien is min of meer evenredig verdeeld tussen vier ‘nieuwe’ Eurovisielanden (die wel de eerste vier plaatsen bezetten) en zes ‘oude’. Let wel: met name het Verenigd Koninkrijk teert op successen uit het verleden.

Conclusie 2: Na vorig jaar klom Tsjechië het sterkst op, en Azerbeidzjan, Armenië en Georgië vielen het verst terug.

Conclusie 3: Helemaal bovenaan staat Oekraïne, dat weer van plek wisselt met Azerbeidzjan (stond één jaar bovenaan). Al met al is Oekraïne dus de échte Eurovisiekampioen.