Hij kroop in het lichaam van zijn overleden vader, zanger Örs uit Hongarije, en probeerde zijn laatste gedachten te reproduceren. De gedachten van een vader wiens zoon aan het voeteneinde van z’n sterfbed staat. Het resulteerde in Viszlát nyár, wat evenveel betekent als ‘Dag zomer’. Progressieve Hongaarse metal waarbij de zomer symbool staat voor het leven: het leven waarvan afscheid wordt afgenomen. ‘Je moet over dit soort onderwerpen praten,’ vertelt zanger Örs tijdens de eerste persconferentie van de Hongaren. ‘Want als je erover praat, dan leef je beter. Gelukkiger. In Europa lijkt op de dood een soort van taboe te rusten.’

De singlehoes van de Hongaarse inzending moet dat taboe helpen doorbreken. De hoes is hoofdzakelijk zwart met in het midden een doodskist. Op de kist is een woelige oceaan getekend, met daarboven een hemel vol kraaien. Tussen de grote, zwarte vogels bevindt zich de zon met daarin de initialen van de band: AWS. Waar de initialen precies voor staan, houdt de band liever geheim. Iedere dag wordt er een ander antwoord gegeven. De ene dag krijgt de pers te horen dat AWS staat voor Aron Went Shopping (refererend aan een van de bandleden), de andere dag is het Anti White Sheeps. En voor de creatievelingen onder ons: We All Shower kwam ook nog eventjes voorbij. Taalkundige kameleons uit Hongarije.

Het schrijven over de dood van zijn vader heeft Örs dus geholpen. Een zanger die omringd wordt door een team van hechte vrienden: de andere leden van AWS. Hoewel de Hongaarse inzending een beladen thema aanstipt, hebben de mannen in Lissabon niets anders dan lol. Met elkaar, met het publiek, met de aanwezige pers. De Hongaren genieten van – werkelijk – ieder moment. ‘You must do the metal face when you make a selfie,’ wordt er lachend geschreeuwd als er een foto gemaakt moet worden. Ook vertellen de mannen uitvoerig over de vriendschappen die zij met andere delegaties hebben gesloten. ‘Met de Roemenen, maar ook met die Backstreet-boy-jongen uit Oostenrijk.’ Ieder antwoord is voorzien van een vleugje humor en een korreltje zout. Ook tonen de mannen zich aanhanger van de anti-celebrity-cultuur. ‘We hebben geen mooie auto’s, geen mooie kleding. We zijn gewone jongens uit Boedapest. We drinken veel meer sinaasappelsap dan de gemiddelde celebrity.’

‘Laten we onze kaarten op tafel leggen / Mijn schip is naar buiten gevaren / En zal je achterlaten,’ luidden de eerste drie regels van Viszlát nyár. Een tekst die in schril contrast staat met het ontspannen voorkomen van de mannen. Ze dragen Adidas, donkere spijkerbroeken en vertellen vol liefde over Iron Maiden, Korn en natuurlijk Lordi. Niet geheel onbegrijpelijk als je nagaat dat de jongens al vanaf hun tienerjaren samen zijn. ‘Wij zijn net een familie. We hebben altijd problemen, vechten elkaar soms de tent uit, maar uiteindelijk houden we van elkaar.’ En: ‘Als we niet op het podium staan, dan vind je ons in de gym.’ Voor de mannen van AWS zullen de drie minuten Eurovisie onvoorwaardelijk zijn, een bekroning op een jarenlange vriendschap. En de dood? Die heeft hen nóg meer bij elkaar gebracht.